RvdW 2019/246:Beklag derde tegen beslag ex art. 94 Sv. Met de overweging dat klager niet (genoegzaam met stukken) heeft aangetoond dat hij buiten redelijke twijfel als eigenaar van of rechthebbende op de in het klaagschrift genoemde geldbedragen dient te worden aangemerkt, en overigens geen stukken heeft overgelegd die zijn stelling onderbouwen dat de in beslag genomen geldbedragen legaal door hem zijn verkregen, heeft de rechtbank een andere dan de toepasselijke en dus een onjuiste maatstaf aangelegd. Volgt vernietiging en terugwijzing.