Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 9.5 Verplichtingen van zelfstandigen en meewerkende werkgevers
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2024
- Bronpublicatie:
19-06-2024, Stb. 2024, 184 (uitgifte: 24-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2024, Stb. 2024, 184 (uitgifte: 24-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Een zelfstandige en een werkgever als bedoeld in artikel 16, zevende lid, onderdeel b, van de wet zijn verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden welke zijn opgenomen in de volgende artikelen:
- a.
van hoofdstuk 1: de artikelen 1.5ha, 1.5q en 1.42;
- b.
van hoofdstuk 2: artikel 2.5e;
- c.
van hoofdstuk 3: de artikelen 3.2, eerste lid, 3.3, 3.4, 3.5, 3.5d, eerste en tweede lid, 3.5e, 3.5g, 3.5h, 3.6, eerste lid, 3.7, eerste lid, 3.16, 3.17, 3.28, eerste lid, 3.29, tweede en vijfde lid, 3.30, 3.31, tweede lid, en 3.34, eerste lid;
- d.
van hoofdstuk 4: de artikelen 4.1c, 4.1d, 4.3, tweede tot en met vijfde lid, 4.5, 4.8, 4.9, 4.10, tweede tot en met tiende lid, 4.16, tweede tot en met zesde lid, 4.17, 4.19, 4.45, 4.46, 4.47b, 4.47c, eerste lid, onderdelen a en e, 4.48a, eerste en tweede lid, onderdelen a, b en c, en vierde lid, 4.50, 4.51, 4.51a, 4.54a, met inachtneming van artikel 4.54b, 4.54d, 4.58, 4.59, 4.60, 4.61, 4.61a, 4.61b, 4.62b, 4.87, 4.87a, 4.87b, 4.89, 4.94, 4.95, 4.108, 4.109, en 9.15, onder a, sub 1°tot met[lees: tot en met] 4°, en onder b;
- e.
van hoofdstuk 6: de artikelen 6.8, negende lid, 6.14a, 6.16, 6.17, 6.18, 6.19, eerste lid, 6.20, 6.29 en 6.29a;
- f.
van hoofdstuk 7: de artikelen 7.3, tweede lid, en vierde lid, 7.4, eerste en tweede lid, voor zover het betreft landbouwtrekkers die 800 kg of meer wegen, derde en vierde lid, 7.5, tweede, derde en vijfde lid, 7.7, eerste lid, 7.9, 7.11, tweede lid, 7.16, 7.17a, eerste, tweede en vijfde lid, 7.17b, tweede lid, 7.17c, tweede lid, 7.18, tweede, vierde, zesde en zevende lid, 7.18a, derde en dertiende lid, 7.18b, eerste lid, 7.20, vierde lid, 7.21, 7.23, 7.23a tot en met 7.23d, 7.25, eerste, zesde en zevende lid, 7.27, tweede lid, 7.28, 7.32, en 7.34, tweede en derde lid;
- g.
van hoofdstuk 8: artikel 8.3, tweede, derde en vierde lid;
- h.
van de wet: de artikelen 10, 11 en 32.
2.
In aanvulling op het eerste lid zijn een zelfstandige en een werkgever als bedoeld in artikel 16, zevende lid, onderdeel b, van de wet, die een bedrijf of inrichting exploiteren waarop artikel 2.3 van toepassing is, tevens verplicht tot naleving van afdeling 2 van hoofdstuk 2 en artikel 19, eerste lid, van de wet.
3.
In aanvulling op het eerste lid zijn een zelfstandige en een werkgever als bedoeld in artikel 16, zevende lid, onderdeel b, van de wet, die met betrekking tot de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats arbeid verrichten, tevens verplicht tot naleving van:
- a.
artikel 19, eerste lid, van de wet;
- b.
- c.
de artikelen van hoofdstuk 7, voor zover niet genoemd in het eerste lid, onderdeel e, en
- d.
de artikelen 8.1, eerste tot en met vijfde en zevende lid, 8.2 en 8.3, eerste lid.
4.
In aanvulling op het eerste lid zijn een zelfstandige en een werkgever als bedoeld in artikel 16, zevende lid, onderdeel b, van de wet, die bij de werkzaamheden worden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, tevens verplicht tot naleving van de volgende artikelen:
- a.
van hoofdstuk 3: artikel 3.23;
- b.
van hoofdstuk 4: de artikelen 4.6 en 4.7, met dien verstande dat artikel 4.7 van overeenkomstige toepassing is op een zelfstandige;
- c.
van hoofdstuk 8: de artikelen 8.1, zesde lid, en 8.4.
5.
In aanvulling op het eerste lid zijn een zelfstandige en een werkgever als bedoeld in artikel 16, zevende lid, onderdeel b, van de wet tevens verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden welke zijn vastgesteld bij of krachtens de volgende artikelen, tenzij:
- a.
het arbeid betreft die hij verricht ten behoeve van een opdrachtgever, bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, onderdeel c, sub 2°, met hem als enige opdrachtnemer;
- b.
het arbeid betreft die hij verricht ten behoeve van een opdrachtgever, met meerdere opdrachtnemers die niet gelijktijdig met hem aanwezig zijn op de arbeidsplaats; of
- c.
het arbeid betreft die wordt verricht ten behoeve van meerdere opdrachtgevers, met meerdere opdrachtnemers die niet gelijktijdig met hem aanwezig zijn op de arbeidsplaats:
- 1°
van hoofdstuk 3: de artikelen 3.1b, 3.2, tweede lid, 3.5d, derde, vierde en zesde lid, 3.7, tweede tot en met zesde lid, 3.9, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 3.15, 3.19, 3.27, 3.28, tweede lid, 3.29, eerste, derde en vierde lid, 3.31, eerste lid, 3.35, eerste en derde lid, 3.37, 3.37g, 3.37h, 3.37k, 3.37m, 3.37p, 3.37t, eerste lid, 3.37y en 3.48;
- 2°
van hoofdstuk 4: de artikelen 4.4, 4.6, 4.7, eerste, tweede en derde lid, 4.18, tweede, derde en vierde lid, en vijfde lid, onderdelen b en c, 4.47a, eerste en derde tot en met achtste lid, 4.47c, eerste lid, onderdelen b, c en f, en tweede lid, 4.88, 4.98, 4.99. 4.100, 4.101 en 4.105;
- 3°
van hoofdstuk 5: de artikelen 5.2, 5.3, onder a, 5.4, 5.6, 5.10 en 5.13a;
- 4°
van hoofdstuk 6: de artikelen 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.8, eerste tot en met vierde, zesde, zevende, tiende en elfde lid, 6.9, 6.11c, tweede en derde lid, 6.12c, 6.12e, eerste, derde tot en met vijfde lid, 6.12j, eerste lid, en 6.12l, eerste, vierde, zesde, en negende lid, 6.13, derde en vierde lid, 6.14, 6.15, 6.19, tweede tot en met vierde lid, 6.20b, 6.27, 6.29b en 6.29c;
- 5°
van hoofdstuk 7: de artikelen 7.3, derde lid, 7.4, tweede lid, 7.4a, 7.5, eerste lid, 7.6, 7.7, tweede tot en met zevende lid, 7.8, 7.10, 7.11, eerste lid, 7.13, 7.14, 7.15, 7.17a, derde, vierde, zesde en zevende lid, 7.17b, derde tot en met zesde lid, 7.17c, eerste, derde tot en met achtste lid, 7.17d, 7.18, 7.18a, eerste, tweede, vijfde, achtste tot en met twaalfde lid, 7.18b, tweede tot en met vierde lid, 7.20, eerste tot en met derde, vijfde tot en met zevende lid, 7.24, 7.25 tweede tot en met vijfde lid, 7.26, 7.27, eerste lid, 7.29, 7.30, 7.34, eerste lid, 7.35 en 7.36b;
- 6°
van hoofdstuk 8: de artikelen 8.1, eerste tot en met vijfde lid, zevende en achtste lid, en 8.4.