Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 6.2 Luchtverversing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Op de arbeidsplaats is voldoende niet verontreinigde lucht aanwezig.
2.
Luchtverversingsinstallaties zijn altijd bedrijfsklaar.
3.
Luchtverversingsinstallaties functioneren zodanig dat werknemers niet aan hinderlijke tocht worden blootgesteld.
4.
Luchtverversingsinstallaties zijn voorzien van een controlesysteem dat storingen in de installatie signaleert voor zover dat noodzakelijk is voor de gezondheid van de werknemers.
5.
Het eerste lid is niet van toepassing op arbeidsplaatsen in een gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving.
6.
Een arbeidsplaats in een gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt slechts gebruikt indien het gebouw voldoet aan de bij of krachtens het Besluit bouwwerken leefomgeving gegeven voorschriften met betrekking tot de van toepassing zijnde gebruiksfunctie in de zin van dat besluit.