Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 7.29 Hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen aan boord van schepen
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2007
- Bronpublicatie:
10-12-2007, Stb. 2007, 525 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2007, Stb. 2007, 525 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
In afwijking van artikel 7.20, zesde en zevende lid, gelden voor hijs- en hefwerktuigen alsmede hijs- en hefgereedschappen aan boord van schepen, die gebruikt worden voor het laden en lossen, de volgende bepalingen.
2.
Hijs- en hefwerktuigen met inbegrip van de daarbij behorende hulpstukken, onderdelen, bevestigingspunten, verankeringen en steunen, en hijs- en hefgereedschappen worden, voordat zij voor de eerste maal in gebruik worden genomen, doelmatig beproefd en op hun goede staat onderzocht.
3.
Werktuigen en gereedschappen als bedoeld in het tweede lid, worden na iedere belangrijke wijziging of herstelling die van invloed kan zijn op de veiligheid, doelmatig beproefd en op hun goede staat onderzocht.
4.
Werktuigen en gereedschappen als bedoeld in het tweede lid, worden, afhankelijk van de feitelijke belasting, regelmatig doch in ieder geval ten minste eenmaal per vijf jaar, doelmatig beproefd en op hun goede staat onderzocht.
5.
Hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen worden, afhankelijk van de feitelijke belasting, regelmatig doch in ieder geval ten minste eenmaal per jaar, op hun goede staat onderzocht.
6.
Hijs- en hefgereedschappen worden, afhankelijk van het gebruik, regelmatig op hun goede staat gecontroleerd.
7.
Beproevingen en onderzoeken als bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, worden uitgevoerd door Onze Minister of een certificerende instelling.
8.
Onderzoeken en controles als bedoeld in het vijfde en zesde lid, worden uitgevoerd door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling.
9.
Van de beproevingen en onderzoeken, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid worden door de certificerende instelling, bedoeld in het zevende lid, certificaten uitgereikt volgens een bij ministeriële regeling vastgesteld model.
10.
Aan boord van ieder schip wordt een register van hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen bijgehouden volgens een bij ministeriële regeling vastgesteld model, waarin de in het negende lid bedoelde certificaten worden opgenomen. In het register worden de bedrijfslast of bedrijfslasten van de hijs- en hefwerktuigen, de werklast van de hijs- en hefgereedschappen alsmede de tijdstippen en de resultaten van de in het tweede tot en met vijfde lid, bedoelde beproevingen en onderzoeken vermeld. De tijdstippen en het resultaat van de in het zesde lid bedoelde controles worden vermeld, indien bij de desbetreffende controles een defect is geconstateerd. Het register wordt desgevraagd getoond aan de toezichthouder.