Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/540
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. eenvoudige belediging (art. 266 Sr) en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (art. 285 lid 1 Sr). 1. Betekening dagvaarding in hoger beroep, art. 588 lid 1 sub b onder 3 (oud) Sv. 2. Kon hof oordelen dat het ambtshalve geen redenen ziet voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in h.b.? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 21/00229 (RvdW 2022/538) en 21/00233 (RvdW 2022/539).
HR 17-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:710
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 mei 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/00237
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:710, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:247, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2022
Essentie
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. eenvoudige belediging (art. 266 Sr) en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (art. 285 lid 1 Sr). 1. Betekening dagvaarding in hoger beroep, art. 588 lid 1 sub b onder 3 (oud) Sv. 2. Kon hof oordelen dat het ambtshalve geen redenen ziet voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in h.b.? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 21/00229 (RvdW 2022/538) en 21/00233 (RvdW 2022/539).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.