RvdW 2022/555
Voorhanden hebben wapen en munitie categorie III, art. 26 lid 1 WWM. Bewijsklacht ‘bewustheid’. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 31 maart 2020, NJ 2020/251, m.nt. H.J.B. Sackers. Hof stelt o.m. vast dat meerdere mensen toegang hadden tot schuur bij woning van verdachte waar wapens zijn aangetroffen, maar dat niet aannemelijk is dat een ander buiten medeweten van verdachte die wapens daar heeft achtergelaten. Dat oordeel is niet z.m. begrijpelijk, i.h.b. gelet op wat namens verdachte is aangevoerd, te weten dat hij in week voorafgaand aan doorzoeking op vakantie is geweest. Volgt vernietiging en terugwijzing.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/01316
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:757, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:294, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2022
Essentie
Voorhanden hebben wapen en munitie categorie III, art. 26 lid 1 WWM. Bewijsklacht ‘bewustheid’. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 31 maart 2020, NJ 2020/251, m.nt. H.J.B. Sackers. Hof stelt o.m. vast dat meerdere mensen toegang hadden tot schuur bij woning van verdachte waar wapens zijn aangetroffen, maar dat niet aannemelijk is dat een ander buiten medeweten van verdachte die wapens daar heeft achtergelaten. Dat oordeel is niet z.m. begrijpelijk, i.h.b. gelet op wat namens verdachte is aangevoerd, te weten dat hij in week voorafgaand aan doorzoeking op vakantie is geweest. Volgt vernietiging en ...