Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/15.7.3.5:15.7.3.5 Rechtsvorm van de leden is niet relevant
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/15.7.3.5
15.7.3.5 Rechtsvorm van de leden is niet relevant
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS369372:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Conclusie van A-G Mischo van 20 april 1989, nr. 348/87 (Stichting Uitvoering Financiële Acties, SUFA), Jur. 1989, blz. 01737, punt 12.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Noch de Btw-richtlijn, noch de Wet OB stelt eisen aan de rechtsvorm van de leden. Ook in de jurisprudentie zijn geen aanwijzingen te vinden dat de leden een bepaalde rechtsvorm moeten hebben. Ook is geenszins uitgesloten dat de leden natuurlijke personen zijn. De Btw-richtlijn impliceert zelfs dat dit wel mogelijk is door te spreken van “zelfstandige groeperingen van personen”. Sterker nog, art. 11 lid 1 onderdeel u Wet OB doet dit. Het stelt onder voorwaarden vrij de diensten door “zelfstandige groeperingen van personen of lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen”. A-G Mischo meent ook dat natuurlijke personen leden kunnen zijn van een zelfstandige groepering in de zin van art. 132 lid 1 onderdeel f Btw-richtlijn (ex art. 13A lid 1 Zesde richtlijn).1