Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/444
Wwz. Transitievergoeding bij ontslag op staande voet? Mondelinge behandeling in meervoudig te beslissen zaak voor raadsheer-commissaris; regels HR 22 december 2017, RvdW 2018/67.
HR 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:484
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/01642
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:484, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:46, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2017
- Wetingang
Art. 7:673, 7:677 BW
Essentie
Wwz. Transitievergoeding bij ontslag op staande voet? Mondelinge behandeling in meervoudig te beslissen zaak voor raadsheer-commissaris; regels HR 22 december 2017, RvdW 2018/67.
De werkgever is geen transitievergoeding verschuldigd indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten in de zojuist bedoelde zin kan niet worden aangenomen op de enkele grond dat sprake is van een dringende reden voor onverwijlde opzegging als bedoeld in art. 7:677 lid 1 BW. Voor het aannemen van een dringende reden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.