Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/466
Betekening inleidende dagvaarding nietig. Niet blijkt van verzending naar het adres van verdachte in Bulgarije.
HR 27-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:434
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02705
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:434, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:94, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2018
Essentie
Betekening inleidende dagvaarding nietig. Niet blijkt van verzending naar het adres van verdachte in Bulgarije.
Partij(en)
27 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/02705
EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 21 mei 2015, nummer 21/003588-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, heeft in een bij verstek gewezen arrest van 21 mei 2015 de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen een bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.