Einde inhoudsopgave
Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2020, 560 (uitgifte: 29-12-2020, kamerstukken: 35317)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2020, Stb. 2020, 561 (uitgifte: 29-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: de Minister van Justitie en Veiligheid;
- b.
het College van Toezicht: het College van Toezicht, bedoeld in artikel 2;
- c.
algemene voorwaarden: voorwaarden als bedoeld in artikel 231, onderdeel a, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;
- d.
collectieve beheersorganisatie: elke organisatie die in Nederland gevestigd is en die bij wet of door middel van overdracht, licentieverlening of een andere overeenkomst door meer dan één rechthebbende is gemachtigd met als hoofddoel auteursrecht of naburige rechten te beheren ten behoeve van één of meer van hen, in het gezamenlijk belang van deze rechthebbenden en die onder zeggenschap staat van zijn leden of is ingericht zonder winstoogmerk;
- e.
onafhankelijke beheersorganisatie: iedere organisatie, niet zijnde een collectieve beheersorganisatie, die in Nederland gevestigd is en die bij wet of door middel van overdracht, licentieverlening of een andere overeenkomst door meer dan één rechthebbende is gemachtigd met als hoofddoel auteursrechten of naburige rechten te beheren, ten behoeve van één of meer rechthebbenden, in het gezamenlijk belang van deze rechthebbenden en die direct noch indirect, geheel noch gedeeltelijk onder zeggenschap staat van rechthebbenden en is ingericht met winstoogmerk;
- f.
geschillencommissie: de geschillencommissie, bedoeld in artikel 23;
- g.
de Kaderwet: de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
- h.
rechthebbende: elke natuurlijke persoon of organisatie anders dan een collectieve beheersorganisatie die houder is van een auteursrecht of naburig recht, of krachtens een overeenkomst voor de exploitatie van rechten of bij wet aanspraak kan maken op een aandeel in de rechteninkomsten;
- i.
lid: iedere rechthebbende of een organisatie die rechthebbenden vertegenwoordigt, met inbegrip van andere collectieve beheersorganisaties en verenigingen van rechthebbenden, die voldoet aan de lidmaatschapscriteria van de collectieve beheersorganisatie en door de collectieve beheersorganisatie is toegelaten;
- j.
rechteninkomsten: door een collectieve beheersorganisatie namens rechthebbenden geïnde inkomsten op grond van een exclusief recht of een recht op billijke vergoeding;
- k.
beheerskosten: de bedragen die door een collectieve beheersorganisatie in rekening worden gebracht dan wel op de rechteninkomsten of inkomsten uit belegging van rechteninkomsten ingehouden of verrekend worden om de kosten te dekken van het beheer van auteursrecht en naburige rechten;
- l.
vertegenwoordigingsovereenkomst: iedere overeenkomst tussen collectieve beheersorganisaties waarbij één collectieve beheersorganisatie een andere collectieve beheersorganisatie belast met het beheer van rechten die zij vertegenwoordigt, met inbegrip van overeenkomsten die worden gesloten voor de multiterritoriale licentiëring van online muziekrechten;
- m.
gebruiker: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die handelingen uitvoert waarvoor de toestemming van, of de betaling van een billijke vergoeding aan rechthebbenden vereist is en die niet handelt als consument;
- n.
repertoire: een werk van letterkunde, wetenschap of kunst waarvoor een collectieve of een onafhankelijke beheersorganisatie de rechten beheert;
- o.
multiterritoriale licentie: een licentie die geldt voor het grondgebied van meer dan één lidstaat van de Europese Unie;
- p.
onlinerechten inzake muziekwerken: elk van de rechten van een maker inzake een muziekwerk, bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij en die zijn voorgeschreven voor de verstrekking van een onlinemuziekdienst (PbEG 2001, L 167).