Einde inhoudsopgave
Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten
Artikel 7 [Samenstelling College van Toezicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2020, 560 (uitgifte: 29-12-2020, kamerstukken: 35317)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2020, Stb. 2020, 561 (uitgifte: 29-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
1.
Het College van Toezicht bestaat uit drie of meer personen. Het aantal leden van het College, de voorzitter daaronder begrepen, is steeds oneven.
2.
De leden van het College van Toezicht kunnen de taken onderling verdelen. Het College blijft verantwoordelijk voor de uitoefening van deze taken.
3.
Onze Minister wijst de voorzitter aan.
4.
De leden van het College van Toezicht worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaren. Zij kunnen na afloop van deze periode aansluitend eenmaal opnieuw worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaren.
5.
Het College van Toezicht blijft ook in geval van een of meer vacatures bevoegd tot hetgeen hem is opgedragen.
6.
Het College van Toezicht kent zoveel plaatsvervangende leden als Onze Minister nodig acht. Het vierde lid en artikel 9 zijn van overeenkomstige toepassing.