Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1268
Diverse (gekwalificeerde) diefstallen en pogingen daartoe (art. 310, art. 311, art. 45 Sr), oplichtingen en een poging daartoe (art. 326, art. 45 Sr). Wekt strafoplegging verbazing gelet op de door het hof op dezelfde dag opgelegde straf in vergelijkbare zaak m.b.t. vergelijkbare feiten? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/03433.
HR 24-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1874
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/03435
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1874, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1118, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2020
Essentie
Diverse (gekwalificeerde) diefstallen en pogingen daartoe (art. 310, art. 311, art. 45 Sr), oplichtingen en een poging daartoe (art. 326, art. 45 Sr). Wekt strafoplegging verbazing gelet op de door het hof op dezelfde dag opgelegde straf in vergelijkbare zaak m.b.t. vergelijkbare feiten? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/03433.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/03435
Datum 24 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 juli 2019, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.