Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/749
Onrechtmatige overheidsdaad. Aansprakelijkheid bestuursorgaan jegens aanvrager indien begunstigend bestuursbesluit (bouwvergunning) wordt vernietigd?; schadevergoeding; causaal verband; maatstaf. Stuiting van verjaring; art. 3:317 lid BW; maatstaf.
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1112
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
14/06319
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1112, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:50, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑12‑2014
- Wetingang
Art. 3:317, 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Aansprakelijkheid bestuursorgaan jegens aanvrager indien begunstigend bestuursbesluit (bouwvergunning) wordt vernietigd?; schadevergoeding; causaal verband; maatstaf. Stuiting van verjaring; art. 3:317 lid BW; maatstaf.
De verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis kan onder meer worden gestuit door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt (art. 3:317 lid 1 BW). Bij de beoordeling of de mededeling aan de in art. 3:317 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, dient niet alleen te worden gelet op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.