RvdW 2010, 736:Verzoekster is Française. Zij wordt bij haar aankomst in Zweden betrapt met twee pakketjes heroine in haar koffer. Zij wordt vervolgens door een douaneambtenaar verhoord in het Frans zonder dat er een tolk bij aanwezig is. Tijdens dat verhoor verklaart zij niet te hebben geweten dat de pakketjes drugs bevatten en zou ze hebben verklaard dat de pakketjes een product bevatten om geld te wassen. Bij de berechting verklaart zij echter dat zij niet wist wat er in de pakketjes zat en dat zij met wasgebaren had geprobeerd te zeggen dat ze naar de wc moest. Zij zou door de verhorende ambtenaar verkeerd zijn begrepen. In hoger beroep wordt de douaneambtenaar gehoord en die verklaart dat een tolk niet nodig was. Verzoekster wordt veroordeeld en wel tot negen jaar gevangenisstraf. De appelrechter overweegt onder meer dat verzoeksters opgetekende verklaring dat er een product in zat voor het wassen van geld strijdig is met haar verklaring dat zij niet wist wat er in de pakketjes zat.