RvdW 2022/552:1. Poging tot brandstichting (art. 45 jo. art. 157 Sr), 2. brandstichtingen en 3. vernieling d.m.v. brandstichting (art. 350 Sr) in tijdsbestek van minder dan een uur in een straal van 190 meter rondom de woning van verdachte. Ad 1. Waarneming vuur, beschadiging of brandspoor vereist voor strafbare poging brandstichting? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 30 maart 2021, NJ 2021/227, m.nt. A.J. Machielse, m.b.t. vereisten voor strafbare poging. Het hof heeft bij zijn oordeel dat sprake is van een strafbare poging tot brandstichting o.m. betrokken dat de verbalisanten verdachte hebben aangetroffen op een donkere plek direct naast een personenauto, hij op dat moment een gasbrander onder de auto gooide, en de verbalisanten een sterke penetrante gaslucht rondom de auto en rondom verdachte roken. Het oordeel van het hof dat de door hem in aanmerking genomen feiten en omstandigheden in hun onderling verband en samenhang voldoende zijn om te kunnen spreken van een begin van uitvoering, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. HR neemt hierbij in aanmerking dat uit de door het hof gedane vaststellingen volgt dat op het moment van de ontdekking de voltooiing van de door verdachte voorgenomen brandstichting nabij was, ook al werd er nog geen vuur, beschadiging of brandspoor waargenomen. Volgt verwerping.