Rb. 's-Gravenhage, 23-04-2009, nr. 09/997209-07
ECLI:NL:RBSGR:2009:BI3173
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
23-04-2009
- Zaaknummer
09/997209-07
- LJN
BI3173
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2009:BI3173, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 23‑04‑2009; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Wetingang
- Vindplaatsen
NbSr 2009/237
Uitspraak 23‑04‑2009
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft zich als feitelijk leidinggevende [...] schuldig gemaakt aan het gedurende een lange periode structureel aan zijn laars lappen van bestaande wet- en regelgeving. Werknemers kregen op papier en in strijd met de werkelijkheid een vast dienstverband en een loon dat voldeed aan de loongrens van de IND teneinde hen in staat te stellen hun partner naar Nederland te halen. Ook werden mensen tewerkgesteld terwijl dat op grond van de geldende regelgeving verboden was. Verdachte heeft er geen blijk van gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan. [...] De rechtbank heeft kennis genomen van verdachtes visie op zijn vervolging. Door diens uitlating dat - kort gezegd - hij geschokt is, dat dit kan in de Nederlandse rechtsstaat, wordt de rechtbank gesterkt in haar oordeel dat verdachte geen inzicht heeft in de laakbaarheid van zijn handelen. De overtuiging die verdachte blijkbaar heeft over de verdedigbaarheid en zelfs de juistheid van zijn handelen, acht de rechtbank - juist gelet op de rechtstaat en het daaruit voortvloeiende rechtssysteem - zorgwekkend.
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/997209-07
Datum uitspraak: 23 april 2009
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats],
adres: [adres].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 25 juli 2008, 23 januari 2009, 2, 6, 7 en 9 april 2009. Op 9 april 2009 is het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.A.W. Mol en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. S.F. Degen, advocaat te Naaldwijk, en door de verdachte naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
1.
hij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 19 februari 2008 te Monster, gemeente Westland,
en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem en/of (elders) in Nederland,
heeft deelgenomen aan een of meerdere organisatie(s),
die bestond(en) uit
hem, verdachte, en/of [P2] en/of [P3] en/of [P4] en/of [P5] en/of [P6] en/of [P7] en/of [P1] (jr.) en/of
[P8] en/of een of meerdere (ander(e)) perso(o)n(en) en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.
en/of Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of Detacheringsbedrijf
[bedrijf 4] B.V. en/of [bedrijf 5] B.V. en/of Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en/of
(een) (aantal) (ander(e)) bedrijven/bedrijf, gevestigd/ingeschreven aan/op de
[adres] te Monster, waar hij, verdachte, en/of (een of meer van de)
eerdergenoemd(e) perso(o)n(en) gebruik van maakte(n),
welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van misdrijven, namelijk
- het anderen behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot
Nederland, en/of het die anderen daartoe gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen verschaffen, en/of
het anderen uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van
verblijf in Nederland, en/of het die anderen daartoe gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen verschaffen,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of
ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of dat verblijf
(telkens) wederrechtelijk waren/was, en/of
- de tewerkstelling van ilegale vreemdelingen en/of
- valsheid in geschrift in
arbeidsovereenkomsten en/of werkgeversverklaringen en/of loonoverzichten
en/of -afrekeningen en/of kasbetalingsbewijzen en/of
factu(u)r(en) van (een of meerdere) (zogenaamde) (eenmans)bedrijven/bedrijf
aan Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of volmachten van die/dat
(zogenaamde) (eenmans)bedrijven/bedrijf aan [Y & Z]
Participatie Maatschappij B.V. en/of [P9] en [P10] van "[Q&R] Administratieve Dienstverlening" en/of
(de) administratie(s) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3]
B.V. en/of Detacheringsbedrijf [bedrijf 4] B.V. en/of [bedrijf 5]
B.V. en/of Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en/of (een) (aantal) (ander(e))
bedrijven/bedrijf, gevestigd/ingeschreven aan/op de [adres] te
Monster, waar hij, verdachte, en/of (een of meerdere van de)
eerdergenoemd(e) perso(o)n(en) gebruik van maakte(n);
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 2 oktober 2007
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem
en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
(a)
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 23 maart 2007 en/of
12, althans een (aantal), loonafrekening(en) (over de we(e)k(en) 50 2006 t/m
09 2007) (telkens) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van
werknemer [W1]
(bijlage IND/00-29-007 en/of -014 t/m -025) en/of
(b)
een arbeidsovereenkomst d.d. 10 april 2006 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 2 februari 2007 en/of
twee, althans een, loonafrekening(en) (over de we(e)k(en) 25 2006 en/of 24
2007) (telkens) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van
werknemer [W2]
(IND/00-46-022 t/m -024 en/of -028 en/of -029 en/of -108) en/of
(c)
een arbeidsovereenkomst d.d. 3 januari 2005 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 14 maart 2005 en/of
een Bijlage C: werkgeversverklaring d.d. 8 september 2006 en/of
15, althans een (aantal), loonoverzicht(en) (over de periode(n) 1-, 3- t/m
16-2005) (telkens) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van
werknemer [W3]
(IND/00-01-031 t/m -033 en/of -042 en/of -43 en/of -048 t/m -061 en/of -100)
en/of
(d)
een arbeidsovereenkomst d.d. 26 september 2005 en/of
een brief aan belanghebbende d.d. 24 februari 2006 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 24 februari 2006 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 8 mei 2007 en/of
vier, althans een (aantal), loonoverzicht(en)/loonafrekening(en) (over de
periode(n) 39-2005 en/of 50-2006 en/of de we(e)ken) 05 en/of 21 2007)
(telkens) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van werknemer [W4]
(IND/00-43-014 t/m -017 en/of -028 en/of -041 en/of -129 en/of -137 en/of -144
en/of -167) en/of
(e)
een arbeidsovereenkomst d.d. 4 juli 2005 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 11 oktober 2005 en/of
21, althans een (aantal), loonoverzicht(en)/loonafrekening(en) (over de
periode(n) 6-2006 en/of de we(e)k(en) 23 t/m 26 2007 en/of 28 t/m 34 2007)
(telkens) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van werknemer
[W5]
(IND/00-27-026 t/m 028 en/of -009 en/of -011 t/m -020 en/of -046 t/m 056) en/of
(f)
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 18 december 2006 en/of
een brief aan Visadienst d.d. 19 maart 2007 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 11 april 2007 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 3 juli 2007 en/of
een loonafrekening (over de week 19 2007) (telkens) van Detacheringsbedrijf
[bedrijf 1] B.V. ten aanzien van werknemer [W6]
(IND/00-37-007 en/of -034 en/of -038 en/of -128 en/of -138) en/of
(g)
een Bijlage C: werkgeversverklaring d.d. 26 februari 2007 en/of
een brief aan IND d.d. 13 maart 2007 (telkens) van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V.
ten aanzien van werknemer [W7]
(IND/00-42-066 en/of -096),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, althans valselijk
heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben die Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of haar
mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in die/dat geschrift(en)
- een dienstverband van 40 uur per week en/of 40 gewerkte uren per week
vermeld, althans doen vermelden, terwijl voornoemde(e) perso(o)n(en) in
werkelijkheid (telkens) niet 40 of per week hebben/heeft gewerkt
en/of
- een netto salaris vermeld, althans doen vermelden, dat voornoemde
perso(o)n(en) in werkelijkheid (telkens) niet hebben/heeft genoten,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem
en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
(a)
een arbeidsovereenkomst d.d. 27 augustus 2007 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 1 oktober 2007 en/of
18, althans een (aantal), loonafrekening(en) (over de wee)k(en) 35 t/m 52
2007) (telkens) van (Detacheringsbedrijf) [bedrijf 2] B.V. ten aanzien van
werknemer [W5]
(IND/00-27-042 t/m -044 en/of en/of -061 en/of -057 t/m 060 en/of -078 t/m
-091) en/of
(b)
een arbeidsovereenkomst d.d. 21 januari 2008 en/of
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 14 februari 2008 (telkens) van
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. ten aanzien van werknemer [W8]
(e/v [.....])
(IND/00-53-017 t/m -019 en/of -020) en/of
(c)
een arbeidsovereenkomst d.d. 19 november 2007 en/of
een Bijlage C: werkgeversverklaring d.d. 29 november 2007 en/of
vier, althans een (aantal), loonafrekening(en) (over de we(e)k(en) 47 t/m 50
2007) (telkens) van (Detacheringsbedrijf) [bedrijf 2] B.V. ten aanzien van
werknemer [W9]
(IND/00-50-017 t/m -020 en/of -031 t/m -034),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, althans valselijk
heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben die Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar
mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in die/dat geschrift(en)
- een dienstverband van 40 uur per week en/of 40 gewerkte uren per week
vermeld, althans doen vermelden, terwijl voornoemde(e) perso(o)n(en) in
werkelijkheid (telkens) niet 40 uur per week hebben/heeft gewerkt
en/of
- een netto salaris vermeld, althans doen vermelden, dat voornoemde
perso(o)n(en) in werkelijkheid (telkens) niet hebben/heeft genoten,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2005
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem
en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 28 januari 2005 en/of
14, althans een (aantal), loonoverzicht(en) (over de periode(n) 43-2004 t/m
1-2005 en/of 18-2005) en/of
een kasbetalingsbewijs d.d. 16 januari 2005 (telkens) van Agrarisch
Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. ten aanzien van werknemer [W10]
(IND/00-023-039 en/of -045 t/m 056 en/of -068 en/of -086 en/of -097)
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, althans valselijk
heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben die Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of haar
mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in die/dat geschrift(en)
- een dienstverband 38 uur per week en/of 38 gewerkte uren per week vermeld,
althans doen vermelden, terwijl voornoemd persoon in werkelijkheid (telkens)
niet 38 uur per week heeft gewerkt
en/of
- een netto salaris vermeld, althans doen vermelden, dat voornoemd
persoon in werkelijkheid (telkens) niet heeft genoten,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 2 oktober 2007
(telkens) te Monster (gemeente Westland) en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem
en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten (a) [X1] en/of (b) [X2] en/of
(c) [X3], (telkens) behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen
van toegang tot Nederland en/of die [X1] en/of [X2] en/of
[X3] daartoe (telkens) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft, en/of
die (a) [X1] en/of (b) [X2] en/of (c) [X3], (telkens)
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of die [X1] en/of [X2] en/of [X3]
daartoe (telkens) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl die Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of haar mededader(s)
(telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang
en/of dat verblijf (telkens) wederrechtelijk waren/was,
immers heeft/hebben die Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of haar
mededader(s)
- (telkens) ten aanzien van degene(n), die als 'referent' optrad(en) bij de
(respectievelijke) aanvra(a)g(en) van genoemd(e) perso(o)n(en) bij de
Immigratie- en Naturalisatiedienst/Visadienst ter verkrijging van een
machtiging tot voorlopig verblijf en/of een verblijfsvergunning, te weten
(a) [W3] en/of (b) [W4] en/of (c) [W6],
(een) arbeidsovereenkomst(en) en/of (een) bijlage(n) (C)
werkgeversverklaring(en) en/of (een) loonoverzicht(en) en/of
loonafrekening(en) opgesteld, althans doen opstellen, waarin (telkens)
valselijk een netto salaris was vermeld, dat genoemde [W3] en/of [W4] en/of [W6] in werkelijkheid niet hebben/heeft genoten,
en/of
- die/dat valse en/of vervalste geschrift(en) (telkens) ter beschikking
gesteld, althans doen toekomen, aan genoemde [W3] en/of [W4]
en/of [W6] en/of
- (telkens) een geldbedrag ter hoogte van genoemd netto salaris, dat (telkens)
door genoemd(e) [W3] en/of [W4] en/of [W6] aan die
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of haar mededader(s) ter
beschikking werd gesteld, te storten op de/een bankrekening van voormelde
[W3] en/of [W4] en/of [W6] (telkens) onder de vermelding
van (uitb.(etaald)) loon (over een bepaalde periode),
((telkens) opdat genoemd(e) [W3] en/of [W4] en/of [W6]
kon(den) aantonen dat zij duurzaam zou(den) beschikken over voldoende
bestaansmiddelen),
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 november 2007 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster (gemeente Westland) en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem
en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, te weten [X4], (telkens) behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van toegang tot Nederland en/of die [X4] daartoe (telkens)
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, en/of
die [X4] (telkens) uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van verblijf in Nederland en/of die [X4] daartoe (telkens)
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl die Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar mededader(s) (telkens)
wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of dat
verblijf (telkens) wederrechtelijk waren/was,
immers heeft/hebben die Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar
mededader(s)
- (telkens) ten aanzien van degene, die als 'referent' optrad bij de
aanvraag van genoemd(e) persoon bij de Immigratie- en
Naturalisatiedienst/Visadienst ter verkrijging van een machtiging tot
voorlopig verblijf, te weten [W9], een arbeidsovereenkomst en/of een
bijlage C: werkgeversverklaring en/of vier, althans een (aantal),
loonafrekening(en) opgesteld, althans doen opstellen, waarin (telkens)
valselijk een netto salaris was vermeld, dat genoemde [W9] in
werkelijkheid niet heeft genoten, en/of
- die/dat valse en/of vervalste geschrift(en) (telkens) ter beschikking
gesteld, althans doen toekomen, aan genoemde [W9] en/of
- (telkens) een geldbedrag ter hoogte van genoemd netto salaris, dat (telkens)
door genoemd(e) [W9] aan die Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar
mededader(s) ter beschikking werd gesteld, te storten op de/een bankrekening
van voormelde [W9] (telkens) onder de vermelding van loon (over een
bepaalde periode),
((telkens) opdat genoemd(e) [W9] kon aantonen dat hij duur-
zaam zou beschikken over voldoende bestaansmiddelen),
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 2 augustus 2006
(telkens) te Monster (gemeente Westland) en/of 's-Gravenhage en/of (elders) in
Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, te weten [X5], (telkens) behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van toegang tot Nederland en/of die [X5] daartoe (telkens)
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, en/of
die [X5], (telkens) uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van verblijf in Nederland en/of die [X5] daartoe (telkens)
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl die Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of haar mededader(s)
wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of dat
verblijf (telkens) wederrechtelijk waren/was,
immers heeft/hebben die Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3]
B.V. en/of haar mededader(s)
- (telkens) ten aanzien van degene, die als 'referent' optrad bij de
(respectievelijke) aanvra(a)g(en) van genoemd(e) persoon bij de
Immigratie- en Naturalisatiedienst/Visadienst ter verkrijging van een
machtiging tot voorlopig verblijf en/of een (verlenging)
verblijfsvergunning, te weten [W10], een bijlage werkgeversverklaring
en/of 14, althans een (aantal), loonoverzicht(en) en/of een
kasbetalingsbewijs opgesteld, althans doen opstellen, waarin (telkens)
valselijk een netto salaris was vermeld, dat genoemde [W10] in
werkelijkheid niet heeft genoten, en/of
- die/dat valse en/of vervalste geschrift(en) (telkens) ter beschikking
gesteld, althans doen toekomen, aan genoemde [W10] en/of
- (telkens) een geldbedrag ter hoogte van genoemd netto salaris, dat (telkens)
door genoemd(e) [W10] aan die Agrarisch loonbedrijf [bedrijf 3]
B.V. en/of haar mededader(s) ter beschikking werd gesteld, te storten op
de/een bankrekening van voormelde [W10] (telkens) onder de
vermelding van uitb.(etaald) loon (over een bepaalde periode),
((telkens) opdat genoemd(e) [W10] kon aantonen dat zij duur-
zaam zou beschikken over voldoende bestaansmiddelen),
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
8.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en/of
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.,
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 november 2005 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of De Lier (gemeente Westland)
en/of Bleiswijk (gemeente Lansingerland) en/of Arnhem en/of Huissen (gemeente
Lingewaard) en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), die als (respectievelijke) na(a)m(en) opgaven/opgaf/te weten
[X6] en/of [X7] en/of [X8] en/of
[X9] en/of [X10]
(Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V.) en/of
[X11] en/of [X12] en/of [X13] en/of [X14] en/of
[X15] en/of [X16] en/of [X17]
(Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V.) en/of
[X18] en/of [X19] en/of [X20]
((respectievelijk) Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.) en/of
[X21]
(Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.),
(telkens) uit winstbejag behulpzaam zijn/is geweest bij het zich verschaffen
van verblijf in Nederland en/of
genoemd(e) perso(o)n(en) daartoe (telkens) gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen hebben/heeft verschaft,
terwijl die Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of Detacheringsbedrijf
[bedrijf 7] B.V. en/of Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en) of
ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf (telkens)
wederrechtelijk waren/was,
immers heeft/hebben die Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en/of Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar mededader(s)
genoemd(e) perso(o)n(en) (telkens) in de gelegenheid gesteld (op uitzendbasis)
tegen betaling arbeid te verrrichten,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en/of
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.,
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 november 2005 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of De Lier (gemeente Westland)
en/of Bleiswijk (gemeente Lansingerland) en/of Arnhem en/of Huissen (gemeente
Lingewaard) en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), die als (respectievelijke) na(a)m(en) opgaven/opgaf/te weten
[X6] en/of [X7] en/of [X8] en/of
[X9] en/of [X10]
(Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V.) en/of
[X11] en/of [X12] en/of [X13] en/of [X14] en/of
[X15] en/of [X16] en/of [X17]
(Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V.) en/of
[X18] en/of [X19] en/of [X20]
((respectievelijk) Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.) en/of
[X21]
(Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.),
die zich wederrechtelijk toegang tot en/of verblijf in Nederland had(den)
verschaft, (telkens) krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid hebben/heeft
doen verrichten,
terwijl die Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of Detacheringsbedrijf
[bedrijf 7] B.V. en/of Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en) of
ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of dat verblijf
(telkens) wederrechtelijk waren/was, en/of
daarvan een beroep of gewoonte hebben/heeft gemaakt,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 197c Wetboek van Strafrecht
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 197b Wetboek van Strafrecht
9.
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of 's-Gravenhage en/of (elders) in
Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
(a)
12, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Loonbedrijf [bedrijf 8] aan 'Agr.
Ln.bedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70007 en/of
80001 t/m 80005)
(IBN.A.117.1 t/m 12) en/of
(b)
een factuur van [bedrijf 9] Services aan 'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] BV' (met
factuurnummer 80002)
(IBN.A.118.1) en/of
(c)
21, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Loon- en Inpakbedrijf [bedrijf 10] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV (met de factuurnummer(s) 70003 t/m 70019 en/of
80001 t/m 80004)
(IBN.A.120.1 t/m .21 en/of .23) en/of
(d)
12, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 11]
aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70011
en/of 80001)
(IBN.A.115.1 t/m .12) en/of
(e)
18, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 12] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70003 t/m 70018
en/of 80001 t/m 80002)
(IBN.A.122.1 t/m .18) en/of
(f)
15, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 13] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70014
en/of 80001)
(IBN.A.124.1 t/m .15) en/of
(g)
14, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 14] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70014)
(IBN.A.126.1 t/m .14) en/of
(h)
een factuur van Loon- en Inpakbedrijf [15] aan 'Agr. Lb.bedr. [bedrijf 3]
BV' (met factuurnummer 80004)
(IBN.A.146),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, althans valselijk
heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben die Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of haar
mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in die factu(u)r(en) vermeld,
althans doen vermelden, dat
- de/het in die (respectievelijke) factu(u)r(en) genoemde
bedrijven/bedrijf (telkens) aangenomen arbeid had(den) verricht voor die
'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] B.V.' in de in de factu(u)r(en) vermelde
periode en/of
- (daarvoor) (telkens) de/het in de betreffende factu(u)r(en) genoemde
bedrag(en) aan die 'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] B.V.' in rekening had(den)
gebracht,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke
verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of 's-Gravenhage en/of (elders) in
Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
(a)
12, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Loonbedrijf [bedrijf 8] aan 'Agr.
Ln.bedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70007 en/of
80001 t/m 80005)
(IBN.A.117.1 t/m 12) en/of
(b)
een factuur van [bedrijf 9] Services aan 'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] BV' (met
factuurnummer 80002)
(IBN.A.118.1) en/of
(c)
21, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Loon- en Inpakbedrijf [bedrijf 10] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV (met de factuurnummer(s) 70003 t/m 70019 en/of
80001 t/m 80004)
(IBN.A.120.1 t/m .21 en/of .23) en/of
(d)
12, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 11]
aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70011
en/of 80001)
(IBN.A.115.1 t/m .12) en/of
(e)
18, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 12] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70003 t/m 70018
en/of 80001 t/m 80002)
(IBN.A.122.1 t/m .18) en/of
(f)
15, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 13] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70014
en/of 80001)
(IBN.A.124.1 t/m .15) en/of
(g)
14, althans een (aantal), factu(u)r(en) van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 14] aan
'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummer(s) 70001 t/m 70014)
(IBN.A.126.1 t/m .14) en/of
(h)
een factuur van Loon- en Inpakbedrijf [15] aan 'Agr. Lb.bedr. [bedrijf 3]
BV' (met factuurnummer 80004)
(IBN.A.146),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, althans valselijk
heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens)
valselijk in die factu(u)r(en) vermeld, althans doen vermelden, dat
- de/het in die (respectievelijke) factu(u)r(en) genoemde
bedrijven/bedrijf (telkens) aangenomen arbeid had(den) verricht voor die
'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] B.V.' in de in de factu(u)r(en) vermelde
periode en/of
- (daarvoor) (telkens) de/het in de betreffende factu(u)r(en) genoemde
bedrag(en) aan die 'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] B.V.' in rekening had(den)
gebracht,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
10.
hij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 19 februari 2008
(telkens) te Monster, gemeente Westland, en/of 's-Gravenhage en/of Arnhem
en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
de administratie(s) van
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en/of
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 4] B.V. en/of
[bedrijf 5] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en/of
Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en/of
(een) (aantal) (ander(e)) bedrijven/bedrijf, gevestigd/ingeschreven aan/op de
[adres] te Monster, waar hij, verdachte, en/of (een of meerdere van)
zijn mededader(s) gebruik van maakte(n),
- (elk) zijnde een samenstel van geschriften dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, althans
valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens)
valselijk in de administratie(s) van de/het betreffende bedrijven/bedrijf
(respectievelijk)
(a) als werknemer(s) opgenomen en/of verwerkt, althans doen opnemen en/of
verwerken, een (aantal) perso(o)n(en), die (telkens) (respectievelijk)
niet, en/of minder uren, dan waarvoor hij/zij in die administratie(s)
waren/was opgenomen, voor/in dienst van (een of meerdere van) die/dat
bedrijven/bedrijf hebben/heeft gewerkt
(waaronder, althans in ieder geval,
[W1] en/of [W2] en/of [W3] en/of [W4] en/of
[W5] en/of [W6] en/of [W7] en/of [W8] en/of
[W9] en/of [W10] en/of [W11] en/of [W12])
en/of
(b) niet als werknemer(s) opgenomen en/of verwerkt, althans doen opnemen en/of
verwerken een (aantal) perso(o)n(en), die (wel) voor/in dienst van (een of
meerdere van) die/dat bedrijven/bedrijf hebben/heeft gewerkt
(waaronder, althans in ieder geval,
[X6] en/of [X7] en/of [X8] en/of [X9] en/of [X10] en/of [X11] en/of [X12] en/of [X13] en/of [X14]
en/of [X15] en/of [X16] en/of [X17] en/of [X18] en/of
[X19] en/of [X20] en/of [X21] en/of [X22]),
en/of
(c) de, door de niet in de/een administratie(s) opgenomen perso(o)n(en),
gewerkte uren (telkens) opgenomen en/of verwerkt, althans doen opnemen
en/of verwerken, onder de na(a)m(en) van perso(o)n(en), die wel in de
administratie waren/was opgenomen, maar (respectievelijk) niet en/of
minder uren (dan waarvoor zij in de administratie waren/was opgenomen),
hebben/heeft gewerkt,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3. De dagvaarding
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging onder 10 onderdeel c nietig dient te worden verklaard nu noch uit de tenlastelegging, noch uit het strafdossier duidelijk wordt op welke personen wordt gedoeld daar waar is opgenomen "door de niet in de/een administratie opgenomen perso(o)n(en) (...) onder de na(a)m(en) van perso(o)n(en) , die wel in de administratie was/waren opgenomen (...)".
De verdediging is van mening dat de tenlastelegging op dit punt aan cliënten onvoldoende duidelijk is. Datzelfde geldt voor de vermelding 'en/of andere bedrijven aan de [adres] in Monster', aldus de verdediging.
De rechtbank verwerpt dit verweer voor wat betreft het eerste deel. Naar het oordeel van de rechtbank is uit het dossier duidelijk dat het hierbij gaat om onbekend gebleven werknemers uit de zogenaamde looncarrousel waarbij verdachte werknemers voor meer uren in de administratie hebben verantwoord dan zij daadwerkelijk hebben gewerkt en in het verlengde waarvan verdachten onder 10 onderdeel c van de tenlastelegging wordt verweten dat zij vervolgens onder de namen voor voormelde werknemers (de zogenaamde boekers) door illegale werknemers gewerkte uren administratief hebben verantwoord.
Ten aanzien van de bedoelde zinsnede 'en/of andere bedrijven aan de [adres] in Monster' is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende duidelijk is om welke bedrijven dit zou gaan. Voor wat betreft dit onderdeel zal zij de dagvaarding dan ook nietig verklaren.
4. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie voor een deel van de onder 8 primair en subsidiair, 9 primair en subsidiair en 10 ten laste gelegde feiten niet ontvankelijk in de vervolging is. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat verdachte strafbaar handelen wordt verweten ten aanzien van een aantal illegale werknemers/ZZP-ers. Ten aanzien van deze personen is echter al door de Arbeidsinspectie in het kader van de bestuursrechtelijke procedure aan de betrokken rechtspersonen, waarvan onder meer verdachte bestuurder is, een boete opgelegd van in totaal €28.500,-. Gelet op het bepaalde in artikel 14 van het IVBPR - dat een uitwerking is van het una via-beginsel - is daarom strafvervolging thans niet meer mogelijk. Het gaat immers om exact hetzelfde samenstel van handelingen en om wetten die beide als beschermd belang de bestrijding van illegaal verblijf nastreven, aldus de verdediging.
Verder dient verdachte met de rechtspersonen te worden vereenzelvigd, nu de boetes die op de rechtspersonen zijn/worden verhaald tot gevolg hebben dat er minder inkomsten zijn voor verdachte als aandeelhouder/directeur. Een sanctie tegen verdachte in het kader van het strafrecht levert daarom een dubbele bestraffing op. Dit is in strijd met het una via-beginsel en het ne bis in idem- beginsel hetgeen dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, aldus nog steeds de verdediging.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dit verweer niet op gaat.
In dit verband is van belang dat de betrokken rechtspersonen bestuursrechtelijk een boete is opgelegd op grond van overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, omdat zij als werkgever 13 personen in Nederland arbeid hebben laten verrichten zonder dat deze personen in bezit waren van een tewerkstellingsvergunning.
In de onderhavige strafzaak gaat het echter om de verdenking dat voormelde rechtspersonen (primair) deze personen al dan niet uit winstbejag behulpzaam zijn geweest bij het zich verschaffen van wederrechtelijke toegang of wederrechtelijk verblijf in Nederland, althans (subsidiair) deze personen, die zich wederrechtelijk verblijf hadden verschaft, arbeid hebben laten verrichten en in dat kader valsheid in geschrifte hebben gepleegd, aan welke gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven.
Gelet hierop worden naar het oordeel van de rechtbank aan de rechtspersonen verschillende gedragingen verweten, ook al hebben deze gedragingen betrekking op hetzelfde feitencomplex. Het betreft daarnaast enerzijds wetgeving die ziet op handhaven van een vergunningenstelsel en daarmee meer ordeningtechnisch is gericht (Wav) en anderzijds wetgeving (art 197a en 197b Sr) die ziet op het voorkomen van illegale immigratie en een implementatie is van een verplichting die voortvloeit uit artikel 27 van de Uitvoerings-overeenkomst Schengen.(1)
Van strijd met het una via- en het ne bis in idem beginsel is mitsdien geen sprake.
De vraag of verdachte met deze rechtspersonen dient te worden vereenzelvigd, is gelet op het voorgaande niet relevant.
5. Het bewijs/vrijspraak
5.1 Het standpunt van de officier van justitie
ten aanzien van feit 1:
Vastgesteld kan worden dat sprake is van een organisatie; het gaat om een groep bedrijven waarin verdachten al vele jaren met elkaar samenwerken en de respectievelijke taken min of meer vastliggen. Dit levert een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband op. Dat deze organisatie het oogmerk heeft op het plegen van misdrijven blijkt uit de wijze waarop de bedrijfsvoering plaatsvindt. Deze maakte het mogelijk om op grote schaal valse documenten te produceren. Het was bijna een dagtaak om het alles weer kloppend te krijgen. Het bedrijf waarvan verdachte onderdeel uitmaakt, heeft structureel het sociaal zekerheidsstelsel ondermijnd.
De officier van justitie vordert dan ook dat de rechtbank dit onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen verklaard.
ten aanzien van feiten 2 t/m 7
Uit het dossier blijkt dat de in de tenlastelegging onder 2 en 3 genoemde personen op papier een duurzaam inkomen kregen dat werd gestort op hun bankrekening en dat vervolgens weer contant werd terugbetaald aan de voorman bij wie deze persoon als "brenger" stond genoteerd. Deze systematiek wordt in het dossier de looncarrousel genoemd. Het in verband hiermee opgestelde arbeidscontract, de loonstroken en de werkgeversverklaringen zijn vals, in strijd met de waarheid. Het gaat om gedragingen die passen binnen de normale bedrijfsvoering van de betrokken rechtspersonen en ze waren ook dienstig voor het uitgeoefende bedrijf.
Aan deze verboden gedraging heeft verdachte feitelijk leiding gegeven, zowel ten aanzien van [bedrijf 1] B.V. als [bedrijf 3] B.V. en [bedrijf 2] B.V. Met betrekking tot [bedrijf 1] B.V. was verdachte samen met medeverdachte [P2] degene die het feitelijk voor het zeggen hadden; medeverdachte [P5] was de voorman die hier optrad en hij was in dienst van de [Y & Z]groep. Het zwaartepunt van de activiteiten lag verder in het Westland en viel onder regie van [P5] en daarmee verdachte en [P2].
De valse geschriften werden door de IND-referenten gebruikt om een MVV voor hun partner aan te vragen. Door deze bescheiden te verschaffen is verdachte behulpzaam geweest bij het verschaffen van toegang tot Nederland terwijl hij wist dat die toegang wederrechtelijk was. Hij heeft immers in enigerlei opzicht die toegang bevorderd of gemakkelijk gemaakt voor de betrokken vreemdelingen. Er was verder sprake van deels direct - de betrokken voorman werd er beter van - en deels indirect winstbejag. Zwart werkende werknemers konden in de boeken worden weggewerkt en het totale arbeidspotentieel van de [Y&Z] groep nam daardoor toe. Dat leverde voordeel op ten opzicht van de concurrenten en daarmee werd de marktpositie versterkt.
De officier van justitie vordert bewezenverklaring van deze feiten.
ten aanzien van feit 8
Voor de [Y & Z]groep zijn daadwerkelijk illegalen aan het werk geweest. Verdachte is hiervoor verantwoordelijk als feitelijk leidinggever. Het was aan hem om maatregelen te nemen om te voorkomen dat mensen zonder geldige verblijfstitel aan het werk zouden gaan. Dat heeft hij echter niet gedaan, sterker nog, er is een systematiek gehanteerd die het gemakkelijk maakt om mensen aan het werk te zetten die dat niet mogen. Er zijn immers 'showcontracten' opgemaakt waardoor het bedrijf beschikte over namen/sofinummers van mensen die niet werkten en waarop de uren van illegalen geboekt konden worden. Ook dit feit dient bewezen te worden verklaard, aldus de officier van justitie.
ten aanzien van feit 9:
De verdenking komt er op neer dat [verdachte] sr. en [P2] teneinde de bestaande regelgeving te omzeilen, die voorschrijft dat Bulgaren in Nederland niet zonder een tewerkstellingsvergunning in loondienst werkzaamheden in kassen mogen verrichten, gebruik heeft gemaakt van een schijnconstructie door deze Bulgaren in te zetten als zogenaamde Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP), hetgeen wel is toegestaan. Hiertoe werden de Bulgaren ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Ook werden op basis van afgegeven volmachten een bankrekening en een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) verzorgd. Door verdachte en zijn medeverdachten werden ten behoeve van de Bulgaarse ZZP'ers facturen opgemaakt ten laste van [bedrijf 3] B.V. voor de door hen gewerkte uren. Op deze facturen werd de valse voorstelling van zaken gegeven dat de Bulgaren voor € 12,50 per uur de door hen geleverde (aangenomen) arbeid in rekening brachten, terwijl zij ongeveer € 7,00 per uur betaald kregen op basis van de door de voormannen bijgehouden uren. Er was dan ook geen sprake van een zelfstandig ondernemerschap: zij werden niet anders ingezet dan de andere werknemers. Voor hen gold evenzo een gezags-, arbeid- en loonverhouding en dat was bij [verdachte] sr. en [P2] ook bekend. Daarbij komt dat de Bulgaren hebben verklaard de volmachten, de VAR noch de facturen te kennen.
Gevorderd wordt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte en [P2] dit onder 9 ten laste gelegde feit hebben begaan.
5.2 Het standpunt van de verdediging
ten aanzien van feit 1:
Dat [P2] en verdachte deel uitmaken van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband wordt niet bestreden. Daarvan is al sprake bij iedere organisatie waar twee of meer mensen werken. Niet kan echter worden gezegd dat uit het dossier het oogmerk op het plegen van strafbare feiten blijkt. Het inzetten van zwartwerkers of het werken met boekers komt enkel op kleine schaal uit het dossier naar voren. De kern van de activiteiten van de organisatie wordt daarmee echter niet geraakt; het blijft een organisatie van hardwerkende mensen die een uitzendbureau exploiteren. Anders dan in de zogenaamde Dudok-zaak (Hof Den Haag 29 februari 2008, LJN BC5498) werd dat doel niet bereikt door het plegen van strafbare feiten. Dat is dus geen nevendoel geweest of geworden.
ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4
Er is sprake van valsheid in geschrifte. Het gaat hierbij om valse informatie die afkomstig was van de Turkse ploegbazen die deze informatie doorspeelden aan de junioren op het kantoor en [P9]. Het handelen van de ploegbazen kan, gelet op hun taak en verantwoordelijkheden binnen de verschillende rechtspersonen, als door de rechtspersonen gepleegd worden aangemerkt. Ten tijde van de ten laste gelegde periode was [P4] Beheermaatschappij B.V. enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1] . Medeverdachte [P4] was de enig aandeelhouder/bestuurder van die beheermaatschappij. Verdachte had geen bemoeienis met [bedrijf 1], anders dan dat hij samen met medeverdachte [P2] dit bedrijf jaren geleden heeft opgericht. Zij hadden feitelijk ook geen zeggenschap over het aannamebeleid en evenmin over de contracten die opgesteld werden, laat staan dat zij wetenschap hadden van het feit dat er contracten gekocht werden bij o.a. medeverdachte [P5] en [P4]. Als administratiekantoor hadden verdachte en [P2] hooguit kunnen zeggen dat ze de administratie niet verder zouden voeren, maar op het beleid of de strafbare gedraging zelf hadden ze geen invloed. Verdachte kan dan ook niet verweten worden dat hij geen maatregelen ter voorkoming heeft genomen. Ter zake van het feitelijk leidinggeven van feit 2 dient dan ook vrijspraak te volgen.
Feit 3 betreft personen die werkzaam waren bij [bedrijf 2] B.V. in de periode dat [P4] Beheermaatschappij ook van dit bedrijf bestuurder was. Ook hierbij heeft verdachte geen betrokkenheid gehad en bovendien heeft ook medeverdachte [P4] verklaard dat hij buiten wetenschap van verdachte gehandeld heeft.
Met betrekking tot feit 4 dient vrijspraak te volgen hoewel [Y&Z] Interholding B.V. enig aandeelhouder van [bedrijf 3] was ten tijde van de ten laste gelegde periode en de onder feit 4 genoemde [W10] bij [bedrijf 3] in dienst was. [W10] is echter in dienst gekomen vlak voordat Interholding het bedrijf overnam van medeverdachten [P3] [P5]. Behalve op papier, had verdachte met deze werknemer niets te maken. Binnen de onderneming was verder een specifieke taakverdeling waarbij de ploegbazen de gegevens van de verschillende werknemers aandroegen en verdachte geen enkele aanleiding had om aan de juistheid daarvan te twijfelen, behalve ten aanzien van de mensen die op de zogenaamde 'brenglijsten' stonden.
ten aanzien van de feiten 5, 6 en 7:
Het belangrijkste bestanddeel van de tenlastelegging is de wederrechtelijkheid. De referenten zoals genoemd in de tenlastelegging verbleven niet wederrechtelijk in Nederland. Op deze personen ziet de tenlastelegging echter niet. Het verwijt ziet op de familieleden van de referenten. Echter die familie werd noch door verdachte, noch door een van de medewerkers van de [Y&Z]groep, noch door aan de [Y7Z]groep gelieerde bedrijven geholpen. Wanneer er via de ploegbaas door een referent het verzoek werd gedaan tot het verstrekken van salarisspecificaties of een werkgeversverklaring, werden deze bescheiden aan de hand van de gegevens in de administratie opgesteld en via de ploegbaas aan de betreffende werknemer die deze gegevens nodig had voor de IND, ter hand gesteld. De IND besliste vervolgens positief, waarop een MVV werd verstrekt of negatief in welk geval geen MVV werd verstrekt. Met de MVV werd de inreis van de vreemdeling/familie alsmede het verblijf in Nederland rechtmatig en zij verbleven vervolgens, zolang de MVV zijn geldigheid niet had verloren, ook rechtmatig in Nederland. Sterker nog, zelfs indien zo iemand zonder MVV het land in reist, hier een aanvraag indient en dus op het moment van binnenkomst illegaal is, maar zich wel direct bij de bevoegde autoriteiten meldt, is deze persoon in Nederland gedoogd. Dit kan anders zijn als de aanvraag onder valse voorwendselen wordt ingediend. In dat geval dient het verblijf wel als onrechtmatig te worden aangemerkt. Daarvan is sprake als een visum wordt aangevraagd voor verblijf terwijl aanvrager als verdachte al op voorhand weten dat aanvrager niet voornemens is in Nederland te verblijven. Daarvan is echter weer geen sprake als een valse huurovereenkomst of een vals adres wordt opgegeven.
In de onderhavige zaak werd gebruik gemaakt van bescheiden die weliswaar niet altijd in overeenstemming waren met de werkelijke situatie maar die niet speciaal hiervoor werden opgemaakt en de vreemdelingen waar het om gaat hadden wel degelijk de intentie om naar Nederland te komen en hier te blijven. Het enkele feit dat sprake was van stukken die niet volledig in overeenstemming waren met de waarheid, levert valsheid in geschrifte op maar nog geen mensensmokkel.
Hierbij moet mede acht worden geslagen op een brief van de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (van 30 juli 2004) waarin wordt gesteld dat het verstrekken van onjuiste gegevens of het achterhouden van juiste gegevens bij de onderbouwing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning grond voor intrekking of weigering van die vergunning kan inhouden. Dit betekent dat het verstrekken van onjuiste gegevens dus niet automatisch tot wederrechtelijke inreis of verblijf leidt. Een op onjuiste gegevens verstrekte MVV vervalt niet van rechtswege. Gevolg hiervan is dat de vergunning standhoudt en de vreemdeling rechtmatig Nederland binnenkwam en hier verbleef.
Zelfs indien wel sprake was van wederrechtelijk verblijf, blijkt nog niet van rechtstreekse en directe hulp van verdachte hierbij. Zoals blijkt uit het vonnis van de rechtbank Zwolle (NJ 2000,46) en het arrest van de Hoge Raad van 15 januari 2008 (LJN BA8497) moet het Het moet immers gaan om hulpverlening van verdachte aan de illegale persoon zelf. Ook op die grond dient tot vrijspraak te worden gekomen.
Daarnaast ontbreekt het opzet, ook in de zin van voorwaardelijk opzet. Dat werknemers met familieleden in het buitenland een verzoek indienen bij de IND is niet merkwaardig. Dat de turkse ploegbazen vervolgens om loonspecificaties e.d. vragen leidt niet tot voorwaardelijk opzet nu het hierbij gaat om bescheiden waarop de werknemer recht heeft. De bescheiden worden uitgedraaid aan de hand van de informatie in de computer en verdachte mag ervan uitgaan dat die informatie juist is. Ze hoefden ook niet op hun hoede te zijn als een hoger salaris werd gevraagd voor mensen die in een IND-procedure liepen. Een hoger loon werd verstrekt omdat de ploegbazen aangaven dat de betreffende werknemer zijn werk goed deed en dat ze bang waren dat hij anders naar een ander zou gaan. Verdachte had geen reden om aan deze informatie te twijfelen. Dat de werknemer daarmee voldeed aan de IND-grens was een mooie bijkomstigheid.
ten aanzien van feit 8:
De in dit onderdeel van de tenlastelegging genoemde 5 personen zijn door [P10] aan verdachte gelinkt maar alleen die verklaring is onvoldoende. Bovendien heeft [P10] er zelf belang bij om die vreemdelingen buiten zijn eigen verantwoordelijkheid te houden. Bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs dient vrijspraak te volgen.
Daarnaast geldt dat de verdediging voor het grootste deel van deze personen niet in de gelegenheid is geweest ze als getuigen te horen. Verdachte is daardoor in zijn belangen geschaad. Van belang hierbij is dat uit de verhoren van degenen die wel bij de rechter-commissaris zijn gehoord, blijkt dat ze ofwel niet zijn gehoord met behulp van een tolk in een taal die ze begrepen, ofwel verdachte in het geheel niet kennen of bekend zijn met enig uitzendbureau van de [Y&Z]groep terwijl dit wel in hun verklaring staat. De verklaringen in het dossier dienen daarom uitgesloten te worden van het bewijs.
Het verschaffen van werk valt verder niet onder artikel 197a Sr maar onder de specialis, artikel 197b Sr zodat in ieder geval van het onder 8 primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Verder kan verdachte niet worden gekwalificeerd als werkgever van genoemde personen. Van geen enkel persoon staat een arbeidsovereenkomst zwart op wit en voor het overige blijkt uit het dossier geen relatie tussen verdachte en de vreemdelingen.
ten aanzien van feitelijk leidinggeven met betrekking tot de feiten 5 tot en met 8:
Het is maar de vraag of de ten laste gelegde feiten in de sfeer van de rechtspersoon hebben plaatsgevonden. De rechtspersoon is er niet beter van geworden, heeft er niet aan verdiend. Evenmin moest verdachte zich er niet van bewust zijn dat er een aanmerkelijke kans bestond dat deze feiten zich voordeden en dat blijkt ook niet uit het dossier. De gegevens met betrekking tot de werknemers werden in het loonsysteem in de computer gezet en verdachte hoefde er niet aan deze gegevens te twijfelen. Bovendien blijkt dat verdachte er alles aan deed om illegalen buiten de deur te houden. Hij heeft medeverdachte [P6] keer op keer gezegd geen mensen mee te nemen. Ook inleners werd op het hart gedrukt aan de poort te controleren. Verder had ieder binnen het bedrijf zijn eigen verantwoordelijkheid en was sprake van afgescheiden werkgebieden waarbij ook de ploegbazen volledig zelfstandig werkten en verantwoordelijk waren. Verdachte was op papier directeur/aandeelhouder van de verschillende ondernemingen terwijl het feitelijk werk en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheid al lang niet meer bij hen lag.
ten aanzien van feit 9:
Door [P2] en verdachte is op enig moment advies ingewonnen bij [A.] Accountants over een legale wijze waarop de pieken ten tijde van de piekdrukte zouden kunnen worden opgevangen. De heer [P11] van [A.] heeft toen de door [P2] en verdachte ingevoerde ZZP-constructie geadviseerd. Op verzoek van [P2] en verdachte is deze constructie ter toetsing aan de belastingdienst voorgelegd. In afwachting van een reactie daarop is echter alvast gestart met het inzetten van de ZZP-ers. Hiermee hebben [P2] en verdachte een bedrijfsrisico genomen, maar dat wordt hen niet verweten. Verder is het juist dat de ZZP-ers meerdere opdrachtgevers moeten hebben. Dat moet echter het geval zijn in de periode van één jaar en is op dit moment dus niet meer vast te stellen. Het was overigens de bedoeling om met de door [P2] en verdachte opgerichte Stichting Bemiddeling ZZP meerdere opdrachtgevers te zoeken.
Ten aanzien van de in de tenlastelegging genoemde ZZP-ers heeft te gelden dat zij hebben gewerkt, dat zij de boekhouding en administratie uit handen hebben gegeven aan [P2] en verdachte en dat zij de betaling van de facturen hebben ontvangen. De uren op basis waarvan werd betaald, kwamen overeen met de door de ZZP-ers bijgehouden uren. Op de facturen werd gerekend met een bruto uurloon van € 12,50 en de ZZP-ers kregen vervolgens uitbetaald conform hetgeen zij met medeverdachte [P6] waren overeengekomen. Het verschil tussen dat netto bedrag en het factuurbedrag werd ingehouden voor het voldoen van kosten, belastingen en provisies. Afhankelijk van de beoordeling door de belastingdienst zou achteraf nog een extra belasting moeten worden voldaan dan wel een extra betaling aan de ZZP-er moeten plaatsvinden.
Kortom, het is juist dat een schriftelijk stuk is opgemaakt dat als bewijs moet dienen dat de ZZP-er werkzaamheden had verricht voor [bedrijf 3] B.V., maar in deze factuur is geen enkele onjuistheid opgenomen.
5.3 De beoordeling van de tenlastelegging
ten aanzien van feit 1:
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad is af te leiden dat het bij een criminele organisatie moet gaan om deelname van personen aan een gestructureerd samenwerkingsverband, dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Om te kunnen spreken van een 'organisatie' is onder meer nodig dat blijkt van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, hetgeen kan blijken uit gemeenschappelijke regels en doelstellingen, maar ook uit een zekere gelaagdheid van het samenwerkingsverband en/of een rolverdeling tussen en positie van de individuele deelnemers binnen het samenwerkingsverband. Een organisatie behoeft daarbij niet uit steeds dezelfde personen te bestaan; zij kan tot op zekere hoogte in samenstelling wisselen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan zonder twijfel worden vastgesteld dat de [Y&Z]groep voldoet aan een organisatie in de hiervoor bedoelde zin. Uit het dossier en de behandeling ter zitting is duidelijk naar voren gekomen dat sprake is van een bepaalde organisatiegraad tussen de diverse in deze procedure betrokken personen. Dat, zoals door de verdachten benadrukt, ieder zijn eigen afgebakende werkkader had, staat daaraan niet in de weg. Dit duidt immers op een rolverdeling tussen en de positie van de verschillende verdachten binnen het samenwerkingsverband. Om te komen tot het oordeel dat dit samenwerkingsverband ook moet worden aangemerkt als een criminele organisatie ligt de vraag voor of kan worden gezegd dat het tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Vooropgesteld zij dat binnen de organisatie zich gevallen hebben voorgedaan waarbij sprake is geweest van valsheid in geschrifte. Zoals hieronder nader zal worden overwogen, komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachten daarin op enige wijze een rol hebben gespeeld. De rechtbank is echter voorts van oordeel dat niet in voldoende mate kan worden geconcludeerd dat zij daardoor ook deel uitmaakten van een criminele organisatie. Het moge zo zijn dat het dossier een beeld van fraude op grote en gestructureerde schaal doet oprijzen, maar dat beeld wordt niet bevestigd door het aantal strafbare feiten dat uiteindelijk is tenlastegelegd en bewezenverklaard. Dat (relatief) beperkte aantal mede in samenhang bezien met de omvangrijke groep van honderden personen die volgens de verdachten dagelijks via de - al jaren bestaande - organisatie in de tuinen aan het werk waren, rechtvaardigt immers niet de conclusie dat de organisatie haar op zichzelf legale doel structureel tracht te bereiken door het plegen van die fraude. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van het vereiste oogmerk op het plegen van de ten laste gelegde feiten.
ten aanzien van de feiten 2, 3, 4, 5 en 7:
De rechtbank gaat, gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter zitting, uit van de navolgende feiten.
- met betrekking tot [W1]:
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W1] (hierna "[W1]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen, gedateerd 2 oktober 2006, waarbij zij met ingang van 2 oktober 2006 voor onbepaalde tijd in dienst treedt bij [bedrijf 1] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4] voor 40 uur per week tegen een netto salaris van €270,--.(2) Daarnaast is een door haar opgestelde "vrijwillige ontslagverklaring" aangetroffen ten behoeve van uitzendbureau [bedrijf 16] B.V.(3).
Door medeverdachte [P1] jr (hierna [P1]) is te Monster een Bijlage werkgeversverklaring, gedateerd 23 maart 2007, ondertekend waarin wordt aangegeven dat [W1] met ingang van 2 oktober 2006 voor onbepaalde tijd in dienst is bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] voor 40 uur per week tegen een bruto-salaris van €1706,00 per vier weken.(4)
In het dossier bevinden zich daarnaast 12 loonafrekeningen van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van [W1] over de periode week 50 2006 tot en met week 9 2007 waarin steeds wordt aangegeven dat [W1] gedurende 5 dagen 40 uur per week heeft gewerkt tegen een netto salaris van € 346,--.(5).
In de digitale administratie op het kantoor te Monster zijn zogenaamde banklijsten aangetroffen waaruit blijkt dat [W1] voornoemd over de periode week 41-2006 tot en met week 6 van 2008 per week €270,- tot €346,- is uitbetaald.(6)
[W1] heeft tegenover de SIOD verklaard dat zij van 2 oktober 2006 tot begin maart heeft gewerkt voor het uitzendbureau. Het nettoweekloon op haar contract (€270,-) is niet juist, aldus [W1], en in de regel werkte zij minder uren per week en kreeg zij ook minder uitbetaald. Begin maart 2007 is zij gestopt met werken maar zij ontvangt nog steeds elke week het salaris op haar bankrekening. De werkgeversverklaring van 23 maart 2007 had zij nodig voor de aanvraag bij de IND. De loongegevens die daarop staan zijn niet juist. Ook de loonstroken zijn opgemaakt voor de IND en de gegevens die daarop staan zijn niet juist.(7)
Medeverdachte [P5] heeft tegenover de Siod verklaard dat [W1] in het verleden een jaar bij hen heeft gewerkt. Op een gegeven moment is zij gestopt met werken en zij heeft toen gevraagd via hen haar eigen geld te laten storten op haar bankrekening. Het oude contract van [W1] liep gewoon door en zij kreeg wekelijks €350,- op haar rekening gestort. Met [W1] had hij afgesproken dat zij hem voor elke maandag het bedrag zou geven. Dit bedrag heeft hij vervolgens aan verdachte [verdachte] sr. gegeven, waarbij hij hem tevens een lijst gaf van werknemers en bedragen die hij moest overmaken.(8)
- met betrekking [W2]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W2] (hierna "[W2]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen, gedateerd 10 april 2006, waarbij zij met ingang van 10 april 2006 voor onbepaalde tijd in dienst treedt bij [bedrijf 1] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4] voor 40 uur per week tegen een netto salaris van €300,--(9) Daarnaast is een door haar opgestelde "vrijwillige ontslagverklaring" aangetroffen ten behoeve van uitzendbureau [bedrijf 16] bv.(10)
Door medeverdachte [P9] is te Monster een Bijlage werkgeversverklaring, gedateerd 2 februari 2007, ondertekend waarin wordt aangegeven dat [W2] met ingang van 10 april 2006 voor onbepaalde tijd in dienst is bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] voor 40 uur per week tegen een bruto-salaris van €1842,48 incl. vakantiegeld per vier weken.(11)
In de administratie op het kantoor te Monster zijn tevens twee loonafrekeningen aangetroffen met betrekking tot respectievelijk week 25 van 2006 en week 24 van 2007 waarop staat vermeld dat [W2] steeds gedurende 5 dagen 40 uur gewerkt heeft bij [bedrijf 1] B.V. tegen een netto salaris van respectievelijk € 340,- en € 374,--.(12)
In de digitale administratie zijn tevens zogenaamde banklijsten aangetroffen waaruit blijkt dat [W2] van week 24-2006 tot en met week 6 van 2008 telkens €300,- tot €358,- per week is uitbetaald.(13)
Door [W2] is tegenover de SIOD verklaard dat zij gehuwd is met [echtgenoot] en bezig was hem naar Nederland te krijgen. Het was bekend dat je via [P5] aan een visum kon komen. [P5] heeft haar in april 2006 een vast contract gegeven met op papier 40 uur. Zij heeft tussen 20 en 32 uur per week gewerkt en vanaf begin 2008 helemaal niet meer. Zij kreeg het salaris op haar rekening gestort. Vervolgens haalde zij dit bedrag eraf en gaf dat aan [P5] waarna zij werd uitbetaald voor de daadwerkelijk gewerkte uren. Toen zij niet meer werkte, kreeg zij nog steeds het geld via de bank dat zij weer terug gaf aan [P5]. Sinds [P5] vast zit krijgt zij geen geld meer. Zij herkent de hiervoor vermelde werkgeversverklaring. Dit klopt niet en was bestemd voor de IND. Ook de loonstroken zijn valselijk opgemaakt, aldus [W2].(14)
Medeverdachte [P5] heeft tegenover de SIOD verklaard dat [W2] tot de tweede week van 2008 heeft gewerkt. Zij is via medeverdachte [P12] gekomen. Het kan zijn dat zij minder dan 40 uur werkte. Het salaris heeft zij dan zelf aangevuld tot 40 uur. Zij is ziek geworden maar niet ziek gemeld. Zij wilde haar inkomen behouden omdat zij anders maar 70% doorbetaald zou worden en problemen zou krijgen met de IND. Zij heeft het zelf aangevuld tot 100% van haar salaris.(15)
- met betrekking tot [W3]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W3] (hierna "[W3]") een arbeidsovereenkomst gedateerd 3 januari 2005 aangetroffen waarbij [W3] met ingang van 3 januari 2005 voor onbepaalde tijd in dienst treedt bij [bedrijf 1] B.V., in deze vertegenwoordigt door [P4]. (16)
Door medeverdachte [P1] jr is te Monster op 14 maart 2005 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt vermeld dat [W3] met ingang van 3 januari 2005 voor onbepaalde tijd in vaste dienst is bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een salaris van €210,- (excl vakantiegeld).(17)
Door medeverdachte [P9] is te Monster op 8 september 2006 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt vermeld dat [W3] met ingang van 3 januari 2005 voor onbepaalde tijd in vaste dienst is bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een salaris van € 1473,33 netto per maand (excl vakantiegeld).(18)
In het dossier bevinden zich daarnaast 15 loonoverzichten over de periode week 1en 3 tot en met 16 van 2005 waarin steeds wordt aangegeven dat [W3] gedurende 5 dagen 40 uur per week heeft gewerkt voor [bedrijf 1] B.V. tegen een salaris van netto €340,-(19)
[W3] heeft tegenover de SIOD verklaard dat zij haar man, [X1], met wie zij sinds 21 oktober 2003 getrouwd is, naar Nederland wilde halen en daarom voor de IND een hoger loon nodig had. Zij heeft met [P5] afgesproken dat zij een vast bedrag aan loon per week zou krijgen, ongeacht het aantal gewerkte uren. Dat loon was gelijk aan de inkomenseis van de IND. Dit bedrag werd op haar bankrekening gestort. Door haar werd dit bedrag weer opgenomen en aan [P5] terug gegeven. Het loon voor de werkelijk gemaakte uren, ontving zij cash in een envelop van [P5]. Deze constructie is zij aangegaan om en nabij november 2004. Zij heeft voormelde Bijlage werkgeversverklaringen en de loonstroken herkend en daarbij aangegeven dat de gegevens daarop niet juist zijn. Haar man zat in Turkije voor zijn verblijfsvergunning; hij wachtte het resultaat van de aanvraag in Turkije af. Deze stukken heeft zij aan de IND gezonden en op basis daarvan heeft haar man in Nederland een verblijfsvergunning gekregen.(20). Uit de werkgeversverklaring die zich in het dossier bevindt(21) volgt dat door [W3] een aanvraag MVV is gedaan. Het formulier, is door [naam P1], adm. medewerker, ingevuld en voorzien van een stempel van detacheringsbedrijf [bedrijf 17]. De handtekening lijkt dezelfde te zijn als die op andere door [P1 jr]. ondertekende stukken werd gevonden.
Tegenover de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat zij gemiddeld tussen de 25 en 40 uur per week heeft gewerkt. (22)
Medeverdachte [P5] heeft tegenover de SIOD verklaard dat voormelde loonspecificaties vals zijn. [W3] heeft wel al dit geld ontvangen, alleen zij heeft niet altijd 40 uur gewerkt. (23)
- met betrekking tot [W4]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W4] (hierna "[W4]") een arbeidsovereenkomst gedateerd 26 september 2005 aangetroffen waarbij zij met ingang van 26 september 2005 voor onbepaalde tijd in dienst treedt bij [bedrijf 1] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4].voor 40 uur per week tegen een netto salaris van €1303,70 per 4 weken.(24)
Door medeverdachte [P9] is te Monster op 24 februari 2006 een brief "aan belanghebbende"met betrekking tot [W4] opgesteld waarin wordt medegedeeld dat zij bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] BV in vaste dienst is voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week en dat het loon met ingang van 20 februari 2006 netto €340,- per week bedraagt.(25)
Tevens heeft [P9] te Monster op 8 mei 2007 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt vermeld dat [W4] voor onbepaalde tijd in vaste dienst is bij [bedrijf 1] B.V. voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een salaris van €1360,-- (excl vakantiegeld) per vier weken.(26)
Door medeverdachte [P1] jr is te Monster op 24 februari 2006 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt vermeld dat [W4] voor onbepaalde tijd in vaste dienst is bij [bedrijf 1] B.V. voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een salaris van € 1303,07 (excl vakantiegeld) per vier weken.(27)
In het dossier bevinden zich vier loonafrekeningen over de periode week 39-2005, week 50-2006 en week 05 en 21 -2007 waarop wordt aangegeven dat [W4] steeds gedurende 5 dagen 40 uur heeft gewerkt voor [bedrijf 1] B.V. en daarvoor respectievelijk €320,-, €340,- en €352,- netto aan salaris heeft ontvangen(28)
[W4] heeft tegenover de SIOD verklaard dat zij sinds februari 2006 is getrouwd met [X2]. Zij heeft, omdat haar salaris niet voldeed aan de looneis van de IND met [P5] afgesproken dat haar salaris verhoogd werd tot €320,-, €340,- en sinds juni 2007 tot € 352 per week. en dat zij sindsdien haar salaris heeft aangevuld tot de IND-eis. Zij verdiende zelf ongeveer €290,- per week en moest dit aanvullen tot €352,-. Op de dag dat zij het salaris op haar rekening kreeg, gaf [P5] haar op het werk een envelop met het weekgeld. Dit bedrag vulde zij met eigen geld aan tot de IND-eis waarna zij de envelop weer terug gaf aan [P5]. Zij kreeg het geld dan via de bank gestort. Een gedeelte van het geld dat ze verdiende stuurde ze naar Turkije. Ze wilde haar man naar Nederland krijgen. Dat is ook gelukt, aldus [W4].(29) Zij heeft voormelde Bijlage werkgevers-verklaring en loonafrekeningen herkend en heeft aangegeven dat ze begrijpt dat ze valselijk zijn opgemaakt.(30)
Medeverdachte [P5] heeft tegenover de SIOD verklaard dat de verklaring van [W4] klopt en dat de arbeidsovereenkomst, bijlage werkgeversverklaring en loonspecificaties valselijk zijn opgemaakt.(31)
In het dossier bevindt zich tevens een 'bijlage werkgeversverklaring'(32) Voor wat betreft gevraagde informatie lijkt het formulier, ook gelet op de overeenkomsten met het hiervoor ten aanzien van [W3] aangehaalde werkgeversverklaringformulier, zodat het een bijlage bij een aanvraag tot machtiging tot voorlopig verblijf lijkt te zijn. Deze verklaring is ingevuld door [naam P1] jr., adm. medewerker en voorzien van een stempel van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1]. De handtekening lijkt dezelfde te zijn als die op andere door [P1 jr]. ondertekende stukken en op het werkgeversverklaringformulier van [W3] werd gevonden.
- met betrekking tot [W5]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W5] (hierna "[W5]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen, gedateerd 4 juli 2005, waarbij zij met ingang van 4 juli 2005 voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week tegen een nettosalaris van €320,- in dienst treedt bij [bedrijf 1] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4]. Daarnaast is aangetroffen een arbeidsovereenkomst gedateerd 27 augustus 2007, waarbij zij met ingang van 27 augustus 2007 onder dezelfde voorwaarden in dienst treedt bij [bedrijf 2] B.V., ten deze eveneens vertegenwoordigd door [P4].(33)
Door medeverdachte [P8] is op 11 oktober 2005 te Monster met betrekking tot [W5] een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij een vast dienstverband voor onbepaalde tijd heeft bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] BV voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een nettosalaris van € 1280,- incl vakantiegeld.(34)
Door medeverdachte [P9] is op 1 oktober 2007 te Monster met betrekking tot [W5] een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij een vast dienstverband voor onbepaalde tijd heeft bij detacheringsbedrijf [bedrijf 2] BV voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een nettosalaris van € 1185,19 excl vakantiegeld.(35)
In de administratie op het kantoor te Monster zijn verder een aantal loonoverzichten/loonafrekeningen van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] over de weken 23 tot en met 26 en 28 tot en met 34 van 2007 aangetroffen alsmede 18 loonoverzichten/afrekeningen van [bedrijf 2] B.V. over de weken 35 tot en met 52 van 2007 waarop steeds staat aangegeven dat [W5] 40 uur per week heeft gewerkt tegen een netto salaris van €320,- .(36)
[W5] heeft tegenover de SIOD verklaard dat zij noch voor [bedrijf 1], noch voor [bedrijf 2] BV heeft gewerkt. Zij had het contract nodig voor de IND. De gegevens in de arbeidsovereenkomst en voormelde werkgeversverklaringen en loonstroken zijn niet correct want zij heeft nooit gewerkt. Zij heeft [P4] hiervoor €3.500,- hiervoor betaald.(37)
Medeverdachte [P4] heeft tegenover de SIOD verklaard dat hij haar op haar verzoek een vals vast contract en valse loonstroken heeft gegeven. De loonstroken werden opgemaakt op het kantoor te Monster door een van de junioren. Hij heeft haar nooit loon gegeven.(38)
- met betrekking tot [W6]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W6] (hierna "[W6]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen waarbij zij met ingang van 18 september 2006 voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week tegen een nettosalaris van €270,- in dienst treedt bij [bedrijf 1] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4]. (39)
Door medeverdachte [P1] jr is te Monster op 18 december 2006 een Bijlage werkgeversverklaring met betrekking tot [W6] ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij voor onbepaalde tijd in dienst is bij [bedrijf 1] B.V. voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een loon van €1873,44 per vier weken (excl. vakantiegeld).(40)
Tevens heeft medeverdachte [P1 jr] namens detacheringsbureau [bedrijf 1] B.V. bij brief van 19 maart 2007 met betrekking tot [W6] aan de Visadienst bericht "op Uw verbazing over het feit dat zij een loonsverhoging heeft gehad van €70,- per week kan ik U vertellen dat wij een loonsverhoging geven wanneer wij dat gepast vinden (...) Voor alle duidelijkheid: werkneemster verdiend met ingang van 1 januari 2007 een nettoloon van €346". (41)
Door medeverdachte [P9] is op respectievelijk 11 april 2007 en 3 juli 2007 Bijlage werkgeversverklaring met betrekking tot [W6] ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij voor onbepaalde tijd in dienst is bij [bedrijf 1] B.V. voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een brutoloon van €1706,-- respectievelijk € 1745,74 per vier weken (excl. vakantiegeld).(42)
In de administratie is met betrekking tot [W6] een loonafrekening over week 19 van 2007 aangetroffen waarin wordt aangegeven dat zij die week 40 uur heeft gewerkt voor [bedrijf 1] B.V. tegen een netto salaris van €352,-.(43)
In de administratie is verder een vrijwillige ontslagverklaring van [W6] aangetroffen die ongedateerd is.(44)
[W6] heeft tegenover de SIOD als getuige verklaard dat zij is gehuwd met [X3]. Zij heeft om meer geld gevraagd omdat de IND een hogere looneis aanhield om garant te kunnen staan. Zij is voor hetzelfde werk en hetzelfde aantal uren toen meer geld gaan verdienen. Zij kreeg loonstroken op haar verzoek. Deze loonstroken had ze nodig voor de IND-aanvraag.(45) Ze herkent het haar getoonde MVV-formulier als de aanvraag die zij heeft ingediend.(46) Op dat formulier staat als vreemdeling vermeld [X3], die de Marokkaanse nationaliteit heeft.(47)
Medeverdachte [P5] heeft tegenover de SIOD verklaard dat [W6] tot de zomer heeft gewerkt en daarna in Marokko visaproblemen kreeg. Haar contract moest gewoon doorlopen Haar zus heeft hem gevraagd of hij kon helpen door iedere week het eigen geld van [W6] te storten op haar rekening via het kantoor. Dat heeft hij gedaan. Ze kreeg na 2007 gewoon doorbetaald terwijl zij niet werkte. Voor die tijd kreeg zij eerst haar contracturen betaald. Later is dit verhoogd tot de IND-eis.(48)
- met betrekking tot [W7]
Door medeverdachte [P1 jr] is met betrekking tot [W7] (hierna: "[W7]") te Monster op 26 januari 2007 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij met ingang van 7 november 2005 voor onbepaalde tijd bij detacheringsbedrijf [bedrijf 1] in dienst is voor contractueel en feitelijk 40 uur per week tegen een salaris van €1559,26 bruto per 4 weken.(49)
In de administratie op het kantoor te Monster is een brief d.d. 13 maart 2007 aangetroffen gericht aan de IND en ondertekend door [P1 jr] namens [bedrijf 1] B.V., waarin wordt aangegeven dat [W7] op haar verzoek per bank wordt uitbetaald, dat zij vanaf 7 november 2005 iedere week minimaal €320,- heeft ontvangen, dat dat duidt op een regelmatig arbeidspatroon en dat verdachte [verdachte] sr. niet begrijpt waarom de IND dat in twijfel trekt. (50)
Tevens is in de administratie een vrijwillige ontslagbrief van verdachte [verdachte] sr. ten behoeve van Uitzendbureau [bedrijf 16] BV.(51)
[W7] heeft tegenover de SIOD verklaard dat zij gehuwd is met [echtgenoot](52)
Medeverdachte [P5] heeft met betrekking tot [W7] tegenover de SIOD verklaard dat [W7] in het begin wel heeft gewerkt maar het laatste jaar niet meer maar dat haar contract wel doorliep en zij nog steeds betaald kreeg. (53)
- met betrekking tot [W8]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking [W8] (hierna "[W8]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen waarbij zij met ingang van 21 januari 2008 voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week tegen een nettosalaris van €366,- in dienst treedt bij [bedrijf 2] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4].(54)
Door medeverdachte [P1 jr] is met betrekking tot [W8] te Monster op 14 februari 2008 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij voor onbepaalde tijd bij [bedrijf 2] B.V. in dienst is voor tegen een salaris van €1841,04 bruto per 4 weken.(55)
[W8] heeft tegenover de SIOD verklaard dat zij niet voor [bedrijf 2] BV heeft gewerkt. Zij had een vast dienstverband nodig omdat zij haar man uit Marokko over wilde halen. Haar paspoort is gescand in Monster; daarbij is haar niet gevraagd of zij ook ging werken. Zij heeft geen werkzaamheden verricht en ook geen loon ontvangen. Zij heeft de werkgeversverklaring opgestuurd naar de IND.
Medeverdachte [P4] heeft verklaard dat [W8] een visum voor haar man wilde regelen en dat toen een contract voor haar is gemaakt van 40 uur per week terwijl hem duidelijk was dat zij niet ging werken. Zij is als werkneemster in de administratie opgenomen.(56)
- met betrekking tot [W9]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W9] (hierna "[W9]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen gedateerd 19 november 2007, waarbij hij met ingang van 19 november 2007 voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week tegen een nettosalaris van €370,-- in dienst treedt bij [bedrijf 2] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P4].(57)
Door medeverdachte [P9] is in 2007 een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt aangegeven dat [W9] voor onbepaalde tijd voor feitelijk en contractueel 40 uur per week in dienst is bij detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. tegen een bruto salaris van € 1913,74 (excl vakantiegeld) per 4 weken.(58)
In de administratie zijn tevens 4 loonafrekeningen over de weken 47 tot en met 50 van 2007 aangetroffen waarin steeds wordt aangegeven dat [W9] elke week 40 uur heeft gewerkt voor [bedrijf 2] B.V. tegen een nettosalaris van €370,-.(59)
Op de in de digitale administratie aangetroffen zogenaamde 'banklijst' van 2007 en 2008 staat vermeld dat [W9] over de weken 47-2007 tot en met 3 van 2008 steeds €370,- is uitbetaald.(60)
[W9] heeft tegenover de SIOD verklaard dat hij gehuwd is met [X4], de dochter van verdachte [P4] en dat hij bij de IND referent is voor zijn vrouw. Hij heeft geen 40 uur per week heeft gewerkt en wel het bijbehorende loon ontvangen. Voormelde werkgeversverklaring heeft hij, evenals de arbeidsovereenkomst, getoond aan de IND om aan te tonen dat hij voldoende inkomsten heeft om zijn vrouw te onderhouden. (61)
Medeverdachte [P4] heeft tegenover de SIOD verklaard dat hij hem contant €270,- betaalde en per bank €370,- om aan de IND aan te kunnen tonen dat [W9] voldoende inkomen heeft. De bedoeling was steeds €370,- via de bank over te maken en dan weer terug te krijgen en weer over te maken tot de aanvraag van zijn dochter was ingewilligd.(62)
Met betrekking tot [W9] bevindt zich in het dossier een 'bijlage werkgeversverklaring' van de IND, voorzien van een stempel van Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.(63)
- met betrekking tot [W10]
In de administratie op het kantoor te Monster is met betrekking tot [W10] (hierna "[W10]") een arbeidsovereenkomst aangetroffen waarbij zij met ingang van 16 augustus 2004 voor onbepaalde tijd voor 38 uur per week tegen een nettosalaris van €280,-- in dienst treedt bij [bedrijf 3] B.V., in deze vertegenwoordigd door [P2] (64)
Tevens is een door [W10] ingevulde vrijwillige ontslagverklaring aangetroffen(65).
Door medeverdachte [P1 jr] is met betrekking tot [W10] op 28 januari 2005 te Monster een Bijlage werkgeversverklaring ondertekend waarin wordt aangegeven dat zij voor onbepaalde tijd bij agrarisch loonbedrijf [bedrijf 3] in dienst is voor 38 uur tegen een salaris van €1386,- netto per maand(66).
In de administratie zijn voorts aangetroffen een aantal loonoverzichten met betrekking tot [...] over de periode 42-2004 tot en met 53-2004 waarin wordt aangegeven dat zij elke week 38 uur heeft gewerkt voor [bedrijf 1] B.V. tegen een netto salaris van €320,-.(67)
Daarnaast is er een kasbetalingsbewijs aangetroffen ondertekend door [P2] d.d. 16 januari 2005 waarin wordt aangegeven dat [W10] €320,- als loon voor week 1 per kas is betaald.(68)
[W10] heeft op 2 april 2008 tegenover de SIOD verklaard dat zij sinds 9 juli 2004 is getrouwd met [X5]. Zij moest werk hebben omdat zij haar man naar Nederland wilde laten komen en zij heeft via [P5] een vast contract gekregen. [P5] heeft haar verzekerd dat iedere week het bedrag gestort zou worden dat nodig was voor de IND-aanvraag. De hiervoor genoemde Bijlage werkgeversverklaring klopt niet, deze verklaring is zo ingevuld dat het kloppend is voor de IND. Zij heeft niet steeds 38 uur gewerkt en heeft niet altijd het bedrag ontvangen dat op het contract vermeld staat.(69)
In het dossier bevindt zich ten aanzien van [W10] een Bijlage werkgeversverklaring, voorzien van stempel van Agr. Loonbedrijf [bedrijf 3].(70)
In de administratie op het kantoor te Monster is een digitaal bestand aangetroffen onder de naam "Belangrijke personen met hogere lonen" waarin onder meer staat aangegeven:
"[W4]: Gaat voor de IND voor 8,- op papier miv 20-2-06 naar 8,50 gegaan ivm IND Zij doet steken" en
"[W1] €7,75 voor IND, werkt bij [V.]"en
"[W7] miv 07-11-05 is het loon 8,00 voor IND/7,50".71
Met betrekking tot voormelde personen staat, gelet op het voorgaande, vast dat zij, teneinde te voldoen aan de voorwaarden om hun partner naar Nederland te kunnen laten komen, in strijd met de werkelijkheid een vast dienstverband met een loon dat voldoet aan de inkomenseis van de IND bij een van de vennootschappen behorende bij de [Y&Z]groep hebben gekregen.
Voor de beoordeling van is verder van belang of de feiten die het betreft aan de betreffende rechtspersoon zijn toe te rekenen. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan ten aanzien van de genoemde rechtspersoon sprake. In de kern beschouwd hebben de verweten handelingen immers betrekking op de hoofdactiviteit van de werkzaamheden van de genoemde rechtspersoon, te weten het uitzenden van personeel.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of verdachte als feitelijk leidinggever of opdrachtgever van de verweten gedragingen kan worden aangemerkt.
[P4] heeft met betrekking tot [bedrijf 1] B.V. verklaard dat nieuwe opdrachtgevers voor het Westland werden aangenomen via [variant naam verdachte] (de rechtbank begrijpt, mede gelet op de overige verklaringen van [P4]: [verdachte] Sr.) In 2005 had hij weinig overzicht over [bedrijf 1] en hij kan het aantal werknemers dan ook slechts schatten. Het totaaloverzicht van de werknemers die bij verkoop van de vennootschap zijn overgegaan ligt bij de [Y&Z]groep. De [Y&Z[groep verzorgt de basisadministratie.(72)
Voorts verklaart hij niets te weten van de werkzaamheden van [bedrijf 1] die in het Westland plaatsvonden. [P5] regelde dat. [P5] kent hij van het kantoor in Monster en hij heeft hem dus ontmoet bij de [Y&Z]groep. Het geld voor de betalingen van personeel werd vaak bij de bank opgehaald door [P2], die gemachtigd was om dit te doen. De verdeling van het geld ging door middel van lijsten, waarop de namen van het personeel en de bijbehorende bedragen vermeld stonden. Die lijsten werden gemaakt door [variant naam verdachte], [P2], [P9] en [P8]. De lonen worden uitbetaald door middel van lijsten die aangeleverd worden [Y & Z]groep. Het enige wat [P4] zelf regelt was het tekenen van de arbeidscontracten, die dan in mijn postvakje op de [adres] in Monster lagen. Die waren dan al getekend door de werknemers. Nadat hij ze ondertekend had, gaf hij ze aan [P8], [P1] junior of [P9].(73) [P4] verklaart nog nooit een bankpas te hebben gehad van [bedrijf 1]. [verdachte] is een advies, hij adviseert en zegt wat de regels zijn. Er zijn inleners van [P4] die contact opnemen met [verdachte], dit zijn de inleners die in het Westland zitten. Die inleners kennen hem niet en zien [P2] en [verdachte] als eigenaren.(74)
Medeverdachte [P1 jr] herkent op twee hem getoonde werkgeversverklaringen van [bedrijf 1] zijn handtekening en zijn handschrift.(75) Ook [P9] herkent op een aantal werkgeversverklaring en loonstroken van [bedrijf 1] haar handschrift en/of handtkening. Die stukken maakte ze in opdracht op.(76) De opdracht voor het maken van een werkgeversverklaring komt in veel gevallen van [P5]. Hij heeft toestemming van [P2] en [verdachte] sr. om haar die opdracht te geven, aldus [P9].(77)
Uit de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen volgt dat, ondanks het feit dat [P2] en verdachte niet langer stonden ingeschreven als directeur van [bedrijf 1], hun kantoor wel de administratie van de vennootschap voerde, en zelfs in die mate, dat [P4] weinig overzicht had over wat er in de BV gebeurde. Hij kon zich beperken tot het laten uitbetalen van loon aan de hand van lijsten die door het kantoor werden opgemaakt en tot het zetten van zijn handtekeningen onder reeds opgemaakte en door de werknemer getekende overeenkomsten. Het kantoor maakte tevens werkgeversverklaringen op. Uit de verklaring van [P9] volgt dat [P2] en [verdachte] sr. zelfs toestemming moesten geven, voordat [P5] haar opdracht mocht geven een dergelijke verklaring op te maken. Daarnaast droeg [P2]. - kort gezegd - zorg voor de betaling van de lonen van de werknemers van [bedrijf 1]. Sommige inleners nemen contact op met verdachte en zien hem en [P2] als de eigenaren.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte en zijn mededader als feitelijk leidinggever van [bedrijf 1] moeten worden aangemerkt. Feitelijk beschikten zij, ook na hun aftreden, over het reilen en zeilen van de vennootschap en bestuurden zij haar. Dat in die constructie ook ruimte overbleef voor [P4] om op punten beslissingen te nemen of leiding te geven, maakt dat niet anders.
In de auto van medeverdachte [P5] is bij gelegenheid van zijn aanhouding een lijst aangetroffen met betrekking tot week 6 van 2008 (hierna IBN.F.05) waarop volgens [P5], naast reguliere werknemers, ook de werknemers staan met gefingeerde contracten, opgesteld ten behoeve van de IND.(78) Op voormelde lijst komen de namen van [W1], [W4] en [variant W7] (rtb lees: [W7]) voor.(79)
Vast staat tevens dat verdachte hiervan op de hoogte was en dat onder zijn veranwoordelijkheid door medeverdachten (de junioren) in dit kader documenten met daarin de valse gegevens zijn opgesteld en ondertekend, bestemd om te worden gebruikt in de procedure bij de IND.
Hij heeft immers tegenover de SIOD verklaard dat hij keek of hij de loongrens voor iemand kon bewerkstelligen als hij/zij te weinig verdiende voor de IND. Ook moest zo iemand voor de IND een vast dienstverband hebben en dat werd, op aangeven de ploegbazen, door verdachte en zijn mededaders verleend. [P9] en [P2] regelden, aldus verdachte [P2], de werkgeversverklaringen en de loonstroken voor de werknemers ten behoeve van de IND. Geconfronteerd met document IBN.F.05 (aangetroffen in de auto van medeverdachte [P5] ten tijde van zijn aanhouding(80)) heeft hij verklaard dat op deze lijst de aanvullingen staan; als kandidaten niet genoeg gewerkt hebben, moet het loon aangevuld worden om de IND-grens te halen. Hij bevestigt de verklaring van medeverdachte [P5] dat de mensen zelf hetgeen ze te kort komen bij [P5] brengen waarna [P5] het naar het kantoor brengt en aan hem geeft of zijn zoon [P1 jr]. Deze looncarrousel loopt in het ene geval langer dan het andere Hij controleert of het totaal op voormelde lijst klopt. Op voormelde lijst komen de namen van [W1], [W4] en [variant W7] (rtb lees: [W7]) voor.(81) Vrijwillige ontslagverklaringen worden alleen opgemaakt voor werknemers die hun loonbetalingen nodig hebben voor onder meer de IND. (82)
Dat met behulp van de 'looncarrousel' alleen maar fluctuaties in de werkzaamheden werden opgevangen is niet gebleken. Met name is niet gebleken dat voormelde referenten de ene week 36 uur werkten en de andere week 44 uren en daarmee op jaarbasis genomen conform hun contract gemiddeld 40 uur per week werkten, zoals verdachte [P2] heeft verklaard. Daargelaten dat dit overigens evenzo tot het oordeel leidt dat de hiervoor genoemde werkgeversverklaringen en loonstaten valselijk zijn opgemaakt, overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte heeft als feitelijk leidinggever meegewerkt aan voormelde looncarrousel en daarmee samen met zijn mededaders de mogelijkheid tot frauderen met loongegevens en arbeidscontracten ter misleiding van de IND gecreëerd en in stand gehouden. Voor zover hij daadwerkelijk noch op de hoogte was van de omvang van het misbruik noch van het gebruik van deze constructie ten behoeve van personen die in het geheel niet hebben gewerkt, heeft te gelden dat dit hem niet kan disculperen. Hij heeft immers, zoals hij zelf heeft verklaard (83), op geen enkel moment, zelfs niet steekproefsgewijs, ter zake enige controle uitgeoefend of toezicht gehouden, dit terwijl de bedragen die wekelijks via met name medeverdachte [P5] contant ten kantore werden afgeleverd, ook als ze worden afgezet tegen het totale werknemersbestand, niet gering waren. Verdachte kon in de gegeven omstandigheden niet volstaan met 'blind op de ploegbazen te vertrouwen' zoals hij heeft aangevoerd zodat hij in strafrechtelijk opzicht volledig verantwoordelijk gehouden kan worden.
ten aanzien van feiten 5 en 7: wederrechtelijke toegang
De rechtbank stelt voorop dat geen van de bedoelde partners van voormelde referenten op grond van Nederlanderschap of als burger van een lidstaat van de Europese Unie recht heeft op toegang tot Nederland. Vaststaat eveneens dat elk van de bedoelde partners afkomstig is uit een land, waarvoor een visumplicht bestaat, terwijl niet aannemelijk is geworden dat een of meer van hen behoren tot een groep van daarvan vrijgestelde personen.
Op grond van artikel 3 van de Vreemdelingwet 2000 wordt dan - kort gezegd - de toegang tot Nederland wordt geweigerd als de vreemdeling in het bezit is van een document voor grensoverschrijding waarin het benodigde visum ontbreekt. Een Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) vormt - kort gezegd - een visum voor verblijf langer dan drie maanden, waarmee de vreemdeling toegang tot Nederland kan verkrijgen en een beslissing op de aanvraag om een verblijfsvergunning kan afwachten. De gegevens die moeten worden overgelegd voor het verkrijgen van een MVV zijn dezelfde als die voor de daaropvolgende verblijfsvergunning, terwijl het voldoen aan de eisen van de MVV in beginsel eveneens betekent dat voldaan wordt aan de eisen voor de aan te vragen verblijfsvergunning.
In al de voorgaande gevallen zijn de vervalste documenten afgegeven om een MVV te krijgen of om, anders gezegd, de partners naar Nederland te kunnen krijgen. Als de in Nederland verblijvende referenten onvoldoende inkomen hadden om aan de IND-eis te kunnen voldoen, zou een MVV niet worden verstrekt. Telkens is het inkomen opgehoogd tot de IND-eis, waaruit volgt dat zonder die verhoging niet aan IND-eis zou zijn voldaan. Overigens is het niet voldoen aan de inkomenseis niet enkel een reden tot weigering van een verblijfsvergunning, maar ook tot niet-verlenging en zelfs tot intrekking.
Dat 'behulpzaam zijn bij' zich verder zou beperken tot hulp aan de vreemdeling zelf, volgt niet uit de wet, de wetgeschiedenis of uit de door de verdediging bedoelde jurisprudentie. Blijkens de wetgeschiedenis moet die behulpzaamheid juist ruim worden opgevat, waarbij de rechtbank opmerkt dat in de Memorie van Toelichting niet is vermeld dat de hulp moet zijn verleend aan, maar ten opzichte van iemand die geen titel heeft om voor toegang of verblijf in Nederland.(84)
De stelling dat toegang van de vreemdelingen tot Nederland niet wederrechtelijk was, omdat een MVV was verstrekt, kan, gelet op het voorgaande, niet als juist worden aanvaard. Ook in de gevallen waarin formeel een MVV is afgegeven, is die MVV op grond van onjuiste informatie afgegeven en zou die zonder die onjuiste informatie niet zijn afgegeven. Dat maakt de toegang tot Nederland, hoewel met MVV, wederrechtelijk. Het arrest van de Hoge Raad van 15 januari 2008 maakt dat niet anders. In dat arrest worden slechts de aanknopingspunten voor het toetsingskader van wederrechtelijk verblijf gegeven, maar wordt niet geoordeeld over de situatie dat een verblijfstitel op grond van onjuiste informatie is verleend.
Dat een bestuursrechtelijk besluit tot verlening van toegang of verblijf niet van rechtswege vervalt, maar dat daarvoor een nieuw besluit van het bestuursorgaan vereist is, dient met name de rechtszekerheid: er mag niet een andere verblijfsrechtelijke situatie ontstaan, zonder dat de vreemdeling daarvan op de hoogte kan zijn. Het bestuursrecht, en ook het vreemdelingenrecht, voorzien echter eveneens in intrekkingen met terugwerkende kracht, zodat de rechtmatigheid van toegang of verblijf achteraf alsnog kan vervallen. Aan een eerst schijnbaar rechtmatige situatie kan achteraf de rechtmatigheid blijken te ontbreken. Dat de toepasselijke bepalingen 'kan'-bepalingen zijn, is niet van belang. Daarmee onderscheidt de wetgever enkel de discretionaire van de gebonden bevoegdheid.
Indien een MVV of verblijfstitel is afgegeven, zal dat in beginsel moeten leiden tot het oordeel dat de toegang of het verblijf rechtmatig en daarmee niet wederrechtelijk is. Bij die toets wordt dan, voor zover van toepassing, het door de Hoge Raad gegeven toetsingskader van artikel 8 van de Vreemdelingwet 2000 (Vw2000) gehanteerd. Bij een verkrijging op kennelijk frauduleuze wijze, kan een titel of omstandigheid, die tot schijnbaar rechtmatige toegang of verblijf leidt, de strafrechtelijke wederrechtelijkheid echter niet wegnemen.
Het verstrekken van onjuiste gegevens is in de Vreemdelingenewet 2000 immers reden voor intrekking en niet-verlenging (artt. 18 en 19 van de Vw2000) van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en de verkrijging op frauduleuze wijze is zelfs reden tot intrekking van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd (art. 22 van de Vw2000). Het oordeel dat een op basis van onjuiste informatie afgegeven MVV ertoe leidt dat de toegang tot Nederland niet langer wederrechtelijk is, zou in strijd zijn met het kennelijk zwaarwegende belang dat de wetgever in de Vreemdelingenwet 2000 aan onjuiste informatie en frauduleuze verkrijging heeft toegekend. De rechtbank verwijst daarbij naar "het beginsel dat kwade trouw aan de zijde van de vreemdeling nimmer beloond hoort te worden", zoals te vinden in de parlementaire geschiedenis van de Vreemdelingenwet.(85)
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat verdachte, als feitelijk leidinggever, behulpzaam is geweest bij de wederrechtelijke toegang tot Nederland van de bedoelde echtgenoten.
Aangezien een aanvraag om een verblijfsvergunning in beginsel wordt getoetst aan dezelfde voorwaarden als een MVV-aanvraag, volgt uit het voorgaande eveneens dat er sprake is van behulpzaamheid bij het verschaffen van wederrechtelijk verblijf.
Om die behulpzaamheid strafbaar te laten zijn op grond van artikel 197a Sr. moet ook winstbejag bewezen worden. Het begrip is in het wetsvoorstel gehandhaafd om personen en organisaties die handelen uit ideële motieven, niet onder deze bepaling te laten vallen.(86) Winst is iedere stoffelijke verrijking. Daarbij is het niet relevant of deze winst kan worden omgezet in valuta of economische eenheden en hoeft de verrijking niet daadwerkeljijk te zijn ingetreden.(87)
Er zijn sterke aanwijzingen dat met deze constructie daadwerkelijk een zakelijk voordeel werd beoogd; van louter ideële motieven is niet gebleken. Hoewel het winst-begrip ruim moet worden opgevat, acht de rechtbank ten aanzien van dit onderdeel echter onvoldoende bewijs aanwezig. Het door de officier van justitie geschetste voordeel door omzeiling van het anoniementarief en de overige mogelijke stoffelijke voordelen zijn, ondanks de sterke aanwijzingen, in het dossier niet voldoende concreet geworden. Nu het winstbejag niet bewezen kan worden, kan ook geen veroordeling volgen voor behulpzaam zijn bij wederrechtelijk verblijf. Van dat onderdeel zal de rechtbank verdachte derhalve vrijspreken.
ten aanzien van feit 8:
Op 9 november 2005 werden in een kas in De Lier, gemeente Westland, bij een controle door inspecteurs [inspecteur 1] en [inspecteur 2] van de Arbeidsinspectie, onder anderen een vijftal Bulgaren werkend aangetroffen. Het betrof [X6], [X7], [X8], [X9] en [X10].(88) Hun identiteit werd door de inspecteurs vastgesteld aan de hand van de originele Bulgaarse identiteitsdocumenten, waarvan de kopieën aan het rapport zijn gehecht(89). Door navraag bij het Centrum voor werk en inkomen (CWI) stelden de rapporteurs vast dat geen tewerkstellingsvergunning voor deze personen was afgegeven. Drie van de aangetroffen Bulgaren, gehoord met een tolk in de Bulgaarse of Turkse taal(90), verklaren illegaal in Nederland te zijn(91). Vier verklaren te weten dat ze niet in Nederland mogen werken(92). [X7] verklaart met een busje te zijn meegenomen naar de kas en met de chauffeur over betaling te zullen praten.(93)
De inlener van de werkend aangetroffen Bulgaren, [P10], heeft verklaard dat de illegalen aan hem werden uitgeleend door uitzendbureau [bedrijf 6] te Monster. Volgens hem heeft het uitzendbureau de illegalen niet gecontroleerd omdat het erg druk was.(94) Op het moment van controle werkte hij alleen met uitzendbureau [bedrijf 6].(95)
Ook wordt bij die controle [chauffeur] aangetroffen, die verklaart als chauffeur voor 'uitzendbureau [naam P2]' te werken(96).
Bij een controle door de Arbeidsinspectie op 12 december 2005 werden door inspecteurs [inspecteur 3], [inspecteur 4] en [inspecteur 1] in een kas in Bleiswijk onder anderen zeven Bulgaren aangetroffen. Het betrof [X11], [X12], [X13], [X14],
[X15], [X16] en [X17].(97) Hun identiteit werd door de inspecteurs vastgesteld aan de hand van originele Bulgaarse identiteitskaarten, waarvan de kopieën aan het rapport zijn gehecht.(98) Door navraag bij het Centrum voor werk en inkomen (CWI) stelden de rapporteurs vast dat geen tewerkstellingsvergunning voor deze personen was afgegeven.
De eigenaar van de onderneming heeft verklaard dat hij het kasoppervlak, waar de zeven werden aangetroffen, had verhuurd aan [bedrijf 18] B.V.(99) Getuige [P13] verklaarde dat hij voor [bedrijf 18] B.V. uit Made tien man personeel nodig had om op maandag 12 december 2005 in de huurkas in Bleiswijk te werken. Hij belde daarvoor [P14], de vertegenwoordiger van [Y&Z] uit Monster. Op die dag kwamen er tien mannen van [Y &Z]. [P13] heeft deze tien personen in de kantine opgevangen, aldus zijn verklaring.(100)
[P15], directeur van [bedrijf 18] Beheer B.V te Made, onder welke b.v. andere b.v.'s vallen met handelsnaam [bedrijf 18] Services, verklaart dat [P13] voor het werk in week 50, de week van 12 december 2005, [bedrijf 7] B.V. heeft ingeschakeld(101). Hij toont tijdens het verhoor een factuur voor de geleverde arbeidskrachten met daarop 383 en 73,5 uren vermeld. Uit het aantal uren maakt hij op dat er gemiddeld 9 arbeidskrachten per dag zijn geleverd. De beschreven factuur bevindt zich in het dossier(102). [P13] heeft hem ingelicht over de zeven Bulgaarse mannen die waren meegenomen. Deze mensen waren ingeleend bij uitzendbureau [bedrijf 7]. [P13] had door bemiddeling van [P14] deze mensen ingeleend, aldus [P15](103) Er is een door [P15] voor akkoord getekende offerte, uitgebracht op naam van uitzendbureau [bedrijf 7] B.V.(104)
[P14] verklaart dat het kantoor van de [Y & Z] participatie-maatschappij te Monster met de afspraken die hij met de klant maakt aan de slag gaat en die verder invult, bijvoorbeeld het leveren van personeel. Hij heeft op kantoor contact met de heren [verdachte] Sr en [P2] en heeft geen contact met de verschillende ploegbazen(105). Hij werkt alleen voor bedoelde participatiemaatschappij. Als [P13] zegt dat hij [P14] benaderd heeft voor tien personen in de gehuurde kas in Bleiswijk, dan zal dat wel zo zijn gegaan. Hij trekt de woorden van [P13] niet in twijfel, aldus [P14](106). [verdachte] Sr. bevestigt dat [P14] naar kantoor belt als er personeel geleverd moet worden. [P14] heeft zelf geen bevoegdheid om mensen te leveren. (107)
Bij een controle door de Arbeidsinspectie op 15 december 2006 werden door inspecteurs [ 5 ], [ 6 ], [ 7 ] en [ 8 ] in een kas in De Lier onder anderen twee Bulgaren werkend aangetroffen. Het betrof [X19] en [X20].(108) Hun identiteit werd door de inspecteurs vastgesteld aan de hand van originele Bulgaarse identiteitskaarten, waarvan de kopieën aan het rapport zijn gehecht.(109) Door navraag bij het Centrum voor werk en inkomen (CWI) stelden de rapporteurs vast dat geen tewerkstellingsvergunning voor deze personen was afgegeven.(110) Blijkens een 'bvv-uitdraai' waren beiden onrechtmatig in Nederland.(111)
Dezelfde constateringen zijn gedaan met betrekking tot [X18], die op diezelfde datum en op diezelfde locatie werkend werd aangetroffen.(112)
Bij de rechter-commissaris verklaart [X20] bij de controle illegaal in Nederland te zijn en de opdrachten te krijgen van H. [P16](113), terwijl [X18] verklaart naar de werkplek vervoerd te worden door een man genaamd 'H.'(114). [X19] verklaart dat H. nu vertelt wat hij moet doen.
H. [P16] werkt voor [bedrijf 6] in Monster. Hij is de chauffeur van de bus van het uitzendbureau en is de enige die met een bus van [Y & Z] bij de onderneming van [P10] komt. Hij herkent op drie hem getoonde foto's personen die hij op het adres van [P10] heeft afgezet.(115) Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen [P16] en [bedrijf 6].(116) H. [P16] werkt al lang voor ons, aldus verdachte .(117)
Inlener [P10] heeft een contract met de [Y & Z]groep voor het leveren van personeel en het uitbesteden van werkzaamheden per stuk. In zijn bedrijf werkt men voor pesoneel met twee uitzendbureaus: [bedrijf 3] en [bedrijf 6]. Die vallen onder de [Y & Z]groep. De zetbaas is H.
De persoon op de eerste foto - blijkens het verhoor [X18] - komt hem bekend voor al iemand die voor hem gewerkt heeft. Dat zou dan via [bedrijf 3] geweest zijn. De personen op twee andere foto's - blijkens het verhoort [X19] en [X20] - herkent hij als personen die voor hem gewerkt hebben via [bedrijf 3].
Van hetgeen onder 8 primair is tenlastegelegd zal de rechtbank verdachte vrijspreken. Dat de tewerkstelling eveneens behulpzaamheid bij het wederrechtelijk toegang tot Nederland krijgen heeft betekend, is niet bewezen. Datzelfde geldt voor het tenlastegelegde beoogde winstbejag, waarover de rechtbank hiervoor reeds overwoog.
Ten aanzien van het onder 8 subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte als feitelijk leidinggever op enige wijze betrokken is geweest bij of verantwoordelijk moet worden gehouden voor de tewerkstelling van [X21], die op 6 februari 2008 te Huissen werd aangetroffen. Daarbij komt dat [X21] op het moment van aantreffen rechtmatig in Nederland verbleef(118). De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van hetgeen hem met betrekking tot [X21] verweten werd.
De rechtbank oordeelt verder dat, hoewel het dossier aanleiding geeft voor het vermoeden dat op grotere schaal dergelijke arbeidskrachten werden ingezet, op grond van het tenlastegelegde niet geoordeeld kan worden dat elk van de uitlenende bedrijven daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt. Van dat onderdeel zal zij vrijspreken.
Met betrekking tot het resterende deel van hetgeen onder 8 subsidiair is tenlastegelegd oordeelt de rechtbank als volgt.
Uit de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen volgt dat de drie uitlenende bedrijven, [bedrijf 6] B.V., [bedrijf 7] B.V. en [bedrijf 3] B.V. bij de verschillende inleners Bulgaren werk hebben laten verrichten. Die bedrijven leverden immers op vaste en meestal exclusieve basis personeel aan de inleners. Ook die exclusiviteit volgt voldoende uit de verklaringen van de verschillende inleners, terwijl daar een enkele ontkenning van de zijde van verdachte tegenover staat.
Dat juist het bedoelde Bulgaarse personeel niet door de bedrijven uitgeleend zou zijn, is evenmin aannemelijk geworden. Zo verklaart [P13] dat hij om tien personen verzocht heeft en dat er op de gevraagde tijd ook tien personen verschenen. Hij deed dat verzoek via [P14], die dat op zijn beurt aan het kantoor in Monster doorgaf. Dat er tien personen verzocht waren, er door het betreffende bedrijf maar drie zouden zijn geleverd, maar er alsnog precies tien in één keer op het gevraagde moment op het werk verschenen, en er vervolgens over de bewuste week gefactureerd wordt voor gemiddeld negen personen - een gemiddeld aantal dat tien personen op de maandag geenszins uitsluit, maar juist zeer wel mogelijk maakt -, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Ook de verklaring van verdachte, waarin hij enerzijds de algemene gang van zaken met betrekking tot verzoeken om personeel bevestigt en verklaart niet precies te weten hoe het gegaan is met een verzoek om personeel op 12 december 2005 en anderzijds stellig verklaart dat de zeven illegale Bulgaarse mannen niet door zijn onderneming zijn geleverd(119), draagt niet bij aan de geloofwaardigheid.
Het verweer dat [P10] zijn eigen straatje schoon zou willen vegen door [bedrijf 6] en [bedrijf 3] aan te wijzen, verwerpt de rechtbank eveneens. Vaststaat dat de bedrijven daadwerkelijk personeel uitleenden aan de inleners. Over de aangetroffen illegalen verklaart niet alleen [P10] ingeleend te hebben van bedrijven van de [Y & Z]groep, maar ook [P13] en [P15] verklaren daarover ten aanzien van de controle op 12 december 2005. Dat beide inlenende bedrijven, zelf of via een ander, illegalen zouden hebben aangetrokken om vervolgens, onafhankelijk van elkaar, hun vaste partner voor personeelslevering valselijk daarvan te beschuldigen, is niet aannemelijk geworden. De rechtbank merkt op dat die beweerde valse beschuldigingen, gelet op de ruime uitleg van het begrip werkgever in de Wet arbeid vreemdelingen, ook niet dusdanig waren dat boeteoplegging daardoor daadwerkelijk kon worden voorkomen.
Uit de verklaringen van de aangetroffen Bulgaren of de uitdraaien die over hen in het dossier te vinden zijn blijkt voldoende dat zij illegaal in Nederland verbleven.
In de tenlastegelegde periode was Bulgarije nog geen lid van de Europese Unie en hadden Bulgaren dus niet zonder meer rechtmatig verblijf in Nederland. Gelet op de krapte op de arbeidsmarkt in het Westland, het feit dat de uitlenende bedrijven toch op korte termijn personeel konden leveren, het gebrek aan controle op de verblijfsstatus van het uitgeleende personeel en de algemene gang van zaken met betrekking tot regelen het personeel, moet worden geoordeeld er voor de uitlenende bedrijven ernstige redenen waren om te vermoeden, dat er ten aanzien van de Bulgaren sprake was van wederrechtelijk verblijf in Nederland.
Het werk dat de aangetroffen Bulgaren deden moet, met name gelet op de verhouding waarin het werk verricht werd, zoals blijkt uit de feitelijke omstandigheden die uit het dossier naar voren komen, gekwalificeerd worden als arbeid in dienstbetrekking. Dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomsten zijn aangetroffen maakt de feitelijke omstandigheden die tot die kwalificatie leiden niet anders en is ook overigens niet van doorslaggevende betekenis. In dit geval was het zelfs te verwachten dat er geen arbeidscontracten waren: de werknemers waren immers illegaal.
Verdachte heeft verklaard dat [bedrijf 7], [bedrijf 6] en [bedrijf 3] van [P2] en hemzelf zijn(120). [P2] verklaart directeur te zijn van [bedrijf 7], [bedrijf 6] en [bedrijf 3].(121) [bedrijf 3] en [bedrijf 7] zijn op 1 januari 2004 van twee ploegbazen overgenomen.(122) Op papier en in de praktijk voeren zij vanaf 1 januari 2004 volledig de regie in de werk-b.v.'s van de [Y & Z]-groep. Onder hun leiding en toezicht worden werknemers aangenomen en maakt [P14] de contracten op met de opdrachtgevers(123).
Verdachte heeft, samen met zijn medeverdachte [P2], onvoldoende toezicht gehouden op de personeelswerving en -uitlening door de verschillende b.v.'s en daardoor niet het nodige gedaan voorkomen dat deze feiten door die b.v.'s werden begaan. Dat geldt eens temeer nu zij, gelet op de verklaring van [P14], een essentiële schakel vormden bij de afhandeling van verzoeken om personeel.
Ten aanzien van dit feit, maar eveneens ten aanzien van de overige feiten overweegt de rechtbank nog het volgende.
Het overlaten van werkzaamheden aan ploegbazen ontslaat verdachte niet van de plicht om te voorkomen dat bedoelde strafbare feiten worden gepleegd en dus evenmin van de plicht om daadwerkelijk controles uit te voeren. Met het geven van bevoegdheden aan anderen in de organisatie ontstaat ook de noodzaak om maatregelen te nemen voor de controle op de uitoefening van die bevoegdheden.
Ook de omvang van een bedrijf en het personeelsbestand daarvan maakt dat niet anders. Juist in het geval dat de leiding weinig zicht meer heeft op hetgeen op de werkvloer gebeurt, is controle van belang. Als die niet persoonlijk kan worden gedaan door de leiding, dan moet die leiding door organisatorische wijzigingen, het aanstellen van controleurs of op andere wijze al het mogelijke doen om het plegen van strafbare feiten te voorkomen. Het achterwege laten van die maatregelen kan de leidinggevers strafrechtelijk verweten worden.
ten aanzien van feit 9:
De rechtbank gaat, gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter zitting, uit van de navolgende feiten.
- Loonbedrijf [bedrijf 8]
In het handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: het handelregister) staat ingeschreven Loonbedrijf [bedrijf 8] als eenmanszaak van [P17].(124)
In de administratie op het kantoor in Monster zijn 12 facturen aangetroffen op naam van Loonbedrijf [bedrijf 8] en gericht aan [bedrijf 3] B.V. (hierna: [bedrijf 3]) met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(125) Daarnaast is een tweetal volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] Administratieve Dienstverlening (hierna: [Q&R]) en [Y&Z] Participatie Maatschappij B.V.(hierna: [Y & Z]) met als volmachtgever [P17]. (126)
Door [P17] is verklaard dat hij zijn bedrijf heeft opgericht en daarna alle papieren aan [P6] heeft gegeven. [P6] was de enige die hij kende en met wie hij contact had. Hij heeft 1 a 2 maanden als oproepbasis gewerkt voor [P6]. Hiervoor kreeg hij € 7,50 netto per uur. Dit zou worden betaald door [P6]. [P17] zegt zelf nooit facturen te hebben verstuurd.(127)
- [bedrijf 9] Services
In het handelsregister staat ingeschreven [bedrijf 9] Services als eenmanszaak van [P18].(128) .
In de administratie op het kantoor in Monster is 1 factuur aangetroffen op naam van [bedrijf 9] Services en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(129) Daarnaast is een tweetal volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P18](130) alsmede een aanvraag VAR.(131)
[P18] heeft tegenover de SIOD verklaard dat een VAR-verklaring haar niets zegt. Verder werkt zij op één plek en daar verdient zij € 6,-- per uur. Door haar worden geen facturen opgemaakt. Zij heeft geen boekhouder en kent [Q&R] niet.(132)
- Loon- en inpakbedrijf [bedrijf 10]
In het handelsregister staat ingeschreven Loon- en inpakbedrijf [bedrijf 10] als eenmanszaak van [P19].(133) In de administratie op het kantoor in Monster zijn 21 facturen aangetroffen op naam van Loon- en inpakbedrijf [bedrijf 10] en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(134). Daarnaast zijn volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P19](135) en aanvragen VAR.(136)
Door [P19] is verklaard dat zij voor Y. werkt, dat hij alle administratie zou regelen en dat zij € 6,50 per uur verdient. De haar getoonde aanvragen VAR, volmachten en facturen heeft zij nooit eerder gezien. Ook heeft zij niemand opdracht gegeven tot het opmaken van de facturen.(137)
-Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 11]
In het handelsregister staat ingeschreven Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 11] als eenmanszaak van [P20].(138) In de administratie op het kantoor in Monster zijn 12 facturen aangetroffen op naam van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 11] en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(139). Daarnaast zijn volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P20](140) alsmede aanvragen VAR.(141)
Door [P20] wordt bij zijn SIOD-verhoor getoonde foto van [P6] herkent als degene die hem heeft geholpen met opmaken van documenten voor zijn eigen bedrijf. [P6] heeft ook gezegd dat [P20] € 7,50 per uur zou betalen en dat hij alle brieven en papieren aan hem moest geven. [P20] herkent de hem getoonde aanvragen VAR en facturen niet. De handtekening op de aanvragen herkent hij evenmin.(142)
- Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 12]
In het handelsregister staat ingeschreven Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 12] als eenmanszaak van [P21].(143) In de administratie op het kantoor in Monster zijn 18 facturen aangetroffen op naam van Agrarisch Loonbedrijf [P21] en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(144) Daarnaast is een tweetal volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P21] (145) en een aanvraag VAR.(146).
[P21] heeft bij de SIOD verklaard dat hij [P6] kent. [P6] kon werk regelen alsmede de boekhouding en de facturatie. Zonder dat hij het wist, is een VAR voor hem aangevraagd. Toen hij voor [P6] werkte, was hij niet werkzaam als zelfstandige. Hij verdiende toen € 7,50 per uur. Verder verklaart [P21] nooit te hebben gefactureerd. De hem getoonde aanvraag VAR, volmachten en facturen herkent hij niet. (147)
- Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 13]
In de administratie op het kantoor in Monster zijn 15 facturen aangetroffen op naam van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 13] en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(148) Daarnaast zijn volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P22] (149) alsmede aanvragen VAR.(150)
[P22] herkent [P6] op de door SIOD getoonde foto als een medewerker van bedrijf [naam P2]. [P22] is verteld dat de boekhouding zou worden gedaan door de firma [naam P2]. Hij heeft voor deze firma gewerkt en verdiende € 7,50 per uur. Verder wordt door [P22] verklaard dat hij de aanvragen VAR, de daarop vermelde handtekening noch de facturen herkent.(151)
- Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 14]
In het handelsregister staat ingeschreven Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 14] als eenmanszaak van [P23] (152). In de administratie op het kantoor in Monster zijn 14 facturen aangetroffen op naam van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 14] en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer (153). Daarnaast is een tweetal volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P23] (154) een brief van de Belastingdienst inzake een aanvraag VAR(155).
[P23] heeft bij de SIOD verklaard dat zij voor [P6] is gaan werken, dat zij door hem zou worden betaald en dat hij de belastingen en de facturatie zou regelen. Zij verdiende € 7,50 per uur. Hiervoor werd door haar niet gefactureerd. De haar getoonde facturen herkent zij ook niet. De op de VAR-brief van de Belastingdienst vermelde handtekening herkent zij evenmin. Zij verklaart voorts dat zij eigenlijk niet weet wat een VAR is.(156)
- Loon- en Inpakbedrijf [bedrijf 15]
In het handelsregister staat ingeschreven Loon- en Inpakbedrijf [bedrijf 15] als eenmanszaak van [P24].(157) In de administratie op het kantoor in Monster is een factuur aangetroffen op naam van Loon- en Inpakbedrijf [bedrijf 15] en gericht aan [bedrijf 3] met daarop onder meer vermeld "Aangenomen arbeid voor u verricht" een factuurbedrag en een rekeningnummer.(158) Daarnaast zijn volmachten aangetroffen ten behoeve van [Q&R] en [Y&Z] met als volmachtgever [P24] (159) en aanvragen VAR (160).
[P24] heeft verklaard dat toen hij als zelfstandige is gaan werken alles voor hem is geregeld door [P25]. Dit is volgens [P24] een broer van [P6], [P12] en [...], die hij van de hem getoonde foto's herkent. [P25] is een werknemer van [verdachte] en [P2]. [P24] heeft deze laatste twee nooit gezien of gesproken.(161) Bij de SIOD heeft [P24] verklaard dat hij per uur werd betaald en dat hij niet factureerde. De aanvragen VAR, de volmachten en daarop vermelde handtekening herkent hij niet. Ook de hem getoonde factuur herkent [P24] niet. (162)
ZZP-constructie
Zowel [P2] als verdachte heeft verklaard dat Bulgaren bereid waren zware werkzaamheden te verrichten waarvoor anderen hun neus ophaalden en dat zij daarom met Bulgaren wilden gaan werken. Ook hebben zij verklaard dat de enige manier om Bulgaren in de kassen te laten werken, is als ZZP-er, nu aan hen voor dergelijke werkzaamheden in loondienst geen tewerkstellingsvergunning wordt verleend.(163) Met betrekking tot de voorgenomen ZZP-constructie hebben zij advies ingewonnen bij [A.] Accountants. In dit verband heeft [P11] van [A.] Accountants onder meer verklaard dat op zijn advies een opzet is gemaakt waarbij de ZZP-er direct zou contracteren met de opdrachtgever en de [Y&Z] groep voor haar bemiddeling zou worden betaald door de ZZP-er alsmede de opdrachtgever. (164) Op basis hiervan zijn contracten op maat gemaakt en aan [P2] als verdachte toegezonden. Met deze contracten, zo vervolgt [P11], is men naar de opdrachtgevers gegaan. Omdat een van de opdrachtgevers problemen had met de redactie van een aantal passages van de overeenkomst, zijn mede in overleg met [P2] en verdachte de contracten voorgelegd aan de Belastingdienst.
Vast staat dat [P2] en verdachte met de Bulgaren als ZZP-er zijn gaan werken, hoewel van de Belastingdienst nog geen duidelijkheid was verkregen of de door [P11] voorgestelde constructie inderdaad geaccepteerd werd. Vast staat tevens dat daarbij, in afwijking van het voorstel van [P11], geen sprake was van een "drie-contracten constructie". Verder heeft [P2] verklaard dat de ZZP'ers niet anders werden behandeld, op het werk net als de overige werknemers van [Y & Z]groep of van de klant zelf de werkopdracht kregen en hetzelfde werk deden als overige werknemers.(165)
Uit het voorgaande volgt dat de bedoelde personen bij hun werk ter plaatste instructies ontvingen voor het werk dat zij deden of dat op dat werk toezicht werd gehouden. Daarmee kan worden vastgesteld dat sprake is van een gezagsrelatie. Nu op de werkvloer sprake was van een gezagsrelatie, geen van de zogenaamde onderhavige ZZP'ers de hen getoonde facturen kende, men over het algemeen contant uitbetaald kreeg en de aanvragen voor de VAR-verklaringen noch de ondertekening daarvan herkend werden, moet het ervoor gehouden worden dat zij, hoewel ingeschreven als zelfstandige, nooit als zelfstandige hebben gewerkt, maar binnen een arbeidsrelatie.
Vaststaat dat [P2] en verdachte de facturen hebben opgemaakt dan wel doen opmaken welke steeds op naam zijn gesteld van voormelde ZZP'ers en gericht aan [bedrijf 3] B.V. met daarop vermeld dat het aangenomen werk betreft en een factuurbedrag dat hoger is dan het daadwerkelijk aan de betreffende ZZP'er uitbetaalde (contante) bedrag.
Onder deze omstandigheden is de vermelding op de facturen dat aangenomen werk is verricht naar het oordeel van de rechtbank in strijd met de werkelijkheid. Dat de bedoeling van de constructie was dat het verrichte werk als aangenomen werk zou moeten worden aangemerkt, maakt dat in beginsel niet anders. Voor het juridische oordeel of sprake is van een arbeidsrelatie of aangenomen werk is immers niet de bedoelde, maar feitelijke situatie doorslaggevend.
Resteert de vraag of [P2] en verdachte hebben mogen aannemen dat er door de toegepaste constructie sprake was geworden van een daadwerkelijke ZZP'er en van het vermelde 'aangenomen werk', hoewel dat gelet op de feiten juridisch gezien niet het geval was. Ook die vraag moet ontkennend worden beantwoord. Volgens de eigen verklaringen werd een 'gokje genomen' door vooruitlopend op de reactie van de Belastingdienst met Bulgaren als ZZP'ers te gaan werken.(166) Daaruit volgt al dat verdachte en zijn mededader niet in het blinde vertrouwen leefden, dat de constructie daadwerkelijk functioneerde en dat die constructie het werk van de Bulgaren tot 'aangenomen werk' en daarmee legaal maakte. Daar komt nog bij dat men de aan de Belastingdienst voorgelegde constructie in de praktijk niet heeft toegepast, juist op het punt van de "drie-partijen overeenkomst". Dit terwijl [P11] voornoemd er expliciet op gewezen had dat zij ervoor moesten zorgen dat er een directe contractrelatie tussen de tuinder en de ZZP-er tot stand kwam. (167)
Onder deze omstandigheden mochten verdachte en zijn mededader er niet op vertrouwen dat sprake was van aangenomen werk en hebben zij willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de facturen valselijk, in strijd met de werkelijkheid, werden opgemaakt en als zodanig zijn opgenomen in de administratie. Nu voorts uit het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel(168) blijkt dat [verdachte] sr. en verdachte vanaf 1 januari 2004 de bestuurders zijn van [bedrijf 3] B.V. komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachten als feitelijk leidinggever daarvoor strafrechtelijk aansprakelijk zijn.
Ten aanzien van feit 10: met betrekking tot [W11]
In de administratie te Monster is een ongedateerde niet nader ingevulde arbeidsovereenkomst aangetroffen welke is ondertekend door verdachte namens detacheringsbedrijf [bedrijf 4] B.V. als werkgever en [W11] als werknemer.(169)
Tevens is aangetroffen een ongedateerde door [W11] ten behoeve van detacheringsbedrijf [bedrijf 4] B.V. opgestelde en ondertekende vrijwillige ontslagverklaring.(170)
In de administratie zijn verder banklijsten aangetroffen waaruit blijkt dat [W11] over de periode week 1 in 2006 tot en met week 6 van 2008 wekelijks een bedrag van €320,- per bank is uitbetaald.(171)
[W11] heeft daarnaast als getuige tegenover de SIOD verklaard dat zij verdachte al langere tijd kent en dat zij in 2002 naar verdachte is gegaan en hem heeft gevraagd of ze bij het bedrijf op de loonlijst kon worden gezet. Op die manier wilde ze in aanmerking komen voor het ziekenfonds. Ze kreeg een arbeidscontract aangeboden dat ze heeft ondertekend tevens heeft ze een ontslagbrief geschreven waarvan de tekst afkomstig was van verdachte. Zij kreeg wekelijks €320,- op haar rekening gestort en betaalde ongeveer 1x per maand het gehele bedrag terug aan verdachte. Sinds zij het contract heeft ondertekend heeft zij nooit voor verdachte gewerkt. (172)
Verdachte heeft verklaard dat [W11] een kennis van hem is en zich voor het overige op zijn zwijgrecht beroepen.(173)
ten aanzien van feit 10 voor het overige
Uit al het hiervoor overwogenen volgt eveneens dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte samen met anderen kort gezegd de administratie van de betrokken rechtspersonen heeft vervalst zoals hem ten aanzien van dit feit verweten wordt.
5.4 De bewezenverklaring/vrijspraak
2.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V.
in de periode van
1 januari 2005 tot en met 2 oktober 2007
telkens te Monster, gemeente Westland,
telkens een of meerdere geschriften, te weten
(a)
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 23 maart 2007 en
12 loonafrekeningen (over de weken 50 2006 t/m
09 2007) telkens van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van
werknemer [W1]
en
(b)
een arbeidsovereenkomst d.d. 10 april 2006 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 2 februari 2007 en
twee loonafrekeningen (over de weken 25 2006 en 24
2007) telkens van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van
werknemer [W2]
en
(c)
een arbeidsovereenkomst d.d. 3 januari 2005 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 14 maart 2005 en
een Bijlage C: werkgeversverklaring d.d. 8 september 2006 en
15 loonoverzichten (over de perioden 1-, 3- t/m
16-2005) telkens van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van
werknemer [W3]
en
(d)
een arbeidsovereenkomst d.d. 26 september 2005 en
een brief aan belanghebbende d.d. 24 februari 2006 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 24 februari 2006 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 8 mei 2007 en
vier loonoverzichten/loonafrekeningen (over de
perioden 39-2005 en 50-2006 en de weken 05 en 21 2007)
telkens van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van werknemer
[W4]
en
(e)
een arbeidsovereenkomst d.d. 4 juli 2005 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 11 oktober 2005 en
een aantal loonoverzichten/loonafrekeningen (over de
de weken 23 t/m 26 2007 en 28 t/m 34 2007)
telkens van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. ten aanzien van werknemer
[W5]
en
(f)
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 18 december 2006 en
een brief aan Visadienst d.d. 19 maart 2007 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 11 april 2007 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 3 juli 2007 en
een loonafrekening (over de week 19 2007) telkens van Detacheringsbedrijf
[bedrijf 1] B.V. ten aanzien van werknemer [W6]
en
(g)
een Bijlage C: werkgeversverklaring d.d. 26 februari 2007 en
een brief aan IND d.d. 13 maart 2007 telkens van Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V.
ten aanzien van werknemer [W7]
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft doen opmaken ,
immers heeft Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. toen en daar telkens valselijk in dat geschrift
- een dienstverband van 40 uur per week en/of 40 gewerkte uren per week
doen vermelden, terwijl voornoemde persoon in
werkelijkheid niet 40 of per week heeft gewerkt
en/of
- een netto salaris doen vermelden, dat voornoemde
persoon in werkelijkheid niet heeft genoten,
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V.
in de periode van
1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008
telkens te Monster, gemeente Westland, en/of Arnhem
telkens een of meerdere geschrift(en), te weten
(a)
een arbeidsovereenkomst d.d. 27 augustus 2007 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 1 oktober 2007 en
18 loonafrekeningen (over de weken 35 t/m 52
2007) telkens van (Detacheringsbedrijf) [bedrijf 2] B.V. ten aanzien van
werknemer [W5]
en
(b)
een arbeidsovereenkomst d.d. 21 januari 2008 en
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 14 februari 2008 telkens van
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. ten aanzien van werknemer [W8]
(e/v [.....])
en
(c)
een arbeidsovereenkomst d.d. 19 november 2007 en
een Bijlage C: werkgeversverklaring en
vier loonafrekeningen (over de weken 47 t/m 50
2007) telkens van (Detacheringsbedrijf) [bedrijf 2] B.V. ten aanzien van
werknemer [W9]
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft doen opmaken ,
immers heeft Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. toen en daar telkens valselijk in dat geschrift
- een dienstverband van 40 uur per week en 40 gewerkte uren per week
doen vermelden, terwijl voornoemde persoon in
werkelijkheid niet 40 uur per week heeft gewerkt
en
- een netto salaris doen vermelden, dat voornoemde
persoon in werkelijkheid niet heeft genoten,
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
in de periode van
1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2005
telkens te Monster, gemeente Westland,
telkens een of meerdere geschriften, te weten
een Bijlage werkgeversverklaring d.d. 28 januari 2005 en
een aantal loonoverzichten (over de periode(n) 43-2004 t/m
1-2005 en/of 18-2005) en
een kasbetalingsbewijs d.d. 16 januari 2005, telkens van Agrarisch
Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. ten aanzien van werknemer [W10]
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft doen opmaken,
immers heeft Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. toen en daar telkens valselijk in dat geschrift
- een dienstverband 38 uur per week en/of 38 gewerkte uren per week doen vermelden, terwijl voornoemd persoon in werkelijkheid niet 38 uur per week heeft gewerkt
en
- een netto salaris doen vermelden, dat voornoemd
persoon in werkelijkheid niet heeft genoten,
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
art 51 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V.
op tijdstippen gelegen in de periode van
1 januari 2005 tot en met 2 oktober 2007
(telkens) te Monster (gemeente Westland)
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen,
anderen, te weten (a) [X1] en (b) [X2] en (c) [X3], (telkens) behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Nederland,
terwijl dat Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en haar mededaders
(telkens) ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang wederrechtelijk was,
immers hebben dat Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of haar
mededader(s)
- (telkens) ten aanzien van degenen, die als 'referent' optraden bij de
(respectievelijke) aanvragen van genoemde personen bij de
Immigratie- en Naturalisatiedienst/Visadienst ter verkrijging van een
machtiging tot voorlopig verblijf en/of een verblijfsvergunning, te weten
(a) [W3] en (b) [W4] en (c) [W6],
arbeidsovereenkomsten en/of een bijlagen werkgeversverklaring en/of loonoverzichten en/of
loonafrekeningen opgesteld waarin (telkens)
valselijk een netto salaris was vermeld, dat genoemde [W3] en [W4] en [W6] in werkelijkheid niet hebben genoten,
en
- die valse geschriften (telkens) ter beschikking gesteld aan genoemde [W3]
en [W4] en [W6] en
- een geldbedrag ter hoogte van genoemd netto salaris, dat (telkens)
door genoemde [W3] of [W4] aan dat
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en/of haar mededaders ter
beschikking werd gesteld, te storten op een bankrekening van voormelde
[W3] of [W4] onder de vermelding
van (uitb.(etaald)) loon (over een bepaalde periode),
((telkens) opdat genoemde [W3] en [W4] en [W6]
konden aantonen dat zij duurzaam zouden beschikken over voldoende
bestaansmiddelen),
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
7.
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
in de periode van 1 januari 2005 tot en met 2 augustus 2006,
te Monster (gemeente Westland)
tezamen en in vereniging met anderen,
een ander, te weten [X5], behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van toegang tot Nederland
terwijl dat Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en haar mededaders
ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang was,
immers heeft dat Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. en haar mededaders
- ten aanzien van degene, die als 'referent' optrad bij de aanvraag van genoemd persoon bij de
Immigratie- en Naturalisatiedienst/Visadienst ter verkrijging van een
machtiging tot voorlopig verblijf en/of een (verlenging)
verblijfsvergunning, te weten [W10], een bijlage werkgeversverklaring
en 14 loonoverzichten en een kasbetalingsbewijs opgesteld, waarin (telkens)
valselijk een netto salaris was vermeld, dat genoemde [W10] in
werkelijkheid niet heeft genoten, en
- die valse geschriften (telkens) ter beschikking
gesteld aan genoemde [W10] en
- een geldbedrag ter hoogte van genoemd netto salaris, dat
door genoemde [W10] aan dat Agrarisch loonbedrijf [bedrijf 3]
B.V. en/of haar mededaders ter beschikking werd gesteld, te storten op
een bankrekening van voormelde [W10] onder de
vermelding van uitb.(etaald) loon (over een bepaalde periode),
((telkens) opdat genoemde [W10] kon aantonen dat zij duur-
zaam zou beschikken over voldoende bestaansmiddelen),
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
8.
Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en
Detacheringsbedrijf [bedrijf 7] B.V. en
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
op tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 november 2005 tot en met 19 februari 2008
te Monster, gemeente Westland, en De Lier (gemeente Westland) en Bleiswijk (gemeente Lansingerland),
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
anderen, te weten
[X6] en [X7] en [X8] en
[X9] en [X10] en
[X11] en [X12] en [X13] en [X14] en
[X15] en [X16] en [X17] en
[X18] en [X19] en [X20]
die zich wederrechtelijk verblijf in Nederland hadden verschaft, (telkens) krachtens overeenkomst arbeid hebben doen verrichten,
terwijl Detacheringsbedrijf [bedrijf 6] B.V. en Detacheringsbedrijf
[bedrijf 7] B.V. en Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.en/of haar mededader(s) (telkens) ernstige redenen hadden te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
9.
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008
telkens te Monster, gemeente Westland,
telkens een of meerdere geschriften, te weten
(a)
12 facturen van Loonbedrijf [bedrijf 8] aan 'Agr Ln.bedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummers 70001 t/m 70007 en 80001 t/m 80005)
en
(b)
een factuur van [bedrijf 9] Services aan 'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] BV' (met
factuurnummer 80002)
en
(c)
21 facturen van Loon- en Inpakbedrijf [bedrijf 10] aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV (met de factuurnummers 70003 t/m 70019 en 80001 t/m 80004)
en
(d)
12 facturen van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 11] aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV (met de factuurnummers 70001 t/m 70011 en 80001)
en
(e)
18 facturen van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 12] aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummers 70003 t/m 70018 en 80001 t/m 80002)
en
(f)
15 facturen van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 13] aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummers 70001 t/m 70014 en 80001)
en
(g)
14 facturen van Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 14] aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met de factuurnummers 70001 t/m 70014)
en
(h)
een factuur van Loon- en Inpakbedrijf [15] aan 'Agr. Lnbedr. [bedrijf 3] BV' (met factuurnummer 80004),
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft doen opmaken,
immers heeft die Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V. toen en daar telkens valselijk in die facturen vermeld, dat
- de in die respectievelijke facturen genoemde bedrijven aangenomen arbeid hadden verricht voor die
'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] B.V.' in de in de facturen vermelde periode en
- daarvoor de in de betreffende facturen genoemde bedragen aan die 'Agr. Ln.bedr. [bedrijf 3] B.V.' in rekening hadden gebracht,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een
ander telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
10.
hij
in de periode van
1 januari 2005 tot en met 19 februari 2008
telkens te Monster, gemeente Westland, en/of Arnhem,
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen,
(telkens) een of meerdere geschrift(en), te weten
de administratie(s) van
Detacheringsbedrijf [bedrijf 1] B.V. en
Detacheringsbedrijf [bedrijf 2] B.V. en
Agrarisch Loonbedrijf [bedrijf 3] B.V.
- elk zijnde een samenstel van geschriften dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - valselijk heeft doen opmaken,
immers hebben verdachte en zijn mededaders toen en daar telkens
valselijk in de administratie(s) van de/het betreffende bedrijven/bedrijf
(respectievelijk)
(a) als werknemer doen opnemen en verwerken, personen die telkens respectievelijk
niet, en/of minder uren, dan waarvoor hij/zij in die administraties
waren opgenomen, voor/in dienst van die/dat bedrijven/bedrijf hebben/heeft gewerkt
te weten
[W1] en [W2] en [W3] en [W4] en
[W5] en [W6] en [W7] en [W8] en
[W9] en [W10]
(b) niet als werknemers doen opnemen en verwerken personen, die wel voor/in dienst van een van die bedrijven hebben gewerkt
te weten
[X6] en [X7] en [X8] en [X9] en [X10] en [X11] en [X12] en [X13] en MUSA
en [X15] en [X16] en [X17] en [X18] en
[X19] en [X20]
zulks telkens met het oogmerk om dat samenstel van geschriften als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
6. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
8. De straf/maatregel
8.1. De vordering van de officier van justitie
Verdachte maakt onderdeel uit van een organisatie die zich niets heeft aangetrokken van de bestaande regels en het bestaande beleid in Nederland. Verdachte maakte zijn eigen regels. Op gestructureerde wijze is daarbij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat overheidsinstanties mogen hebben in door werkgevers verstrekte informatie. Verdachte miskent dat hij het mogelijk maakte dat mensen ten onrechte aanspraak konden maken op een uitkering, een lening of verblijf in Nederland voor hun partner. De belastingdienst heeft berekend dat sprake is van een fiscaal nadeel van ruim €2.000.000,-. De strafmaat wordt door dit benadelingsbedrag beïnvloed. Aan de andere kant is verdachte nog nooit eerder met justitie in aanraking gekomen en heeft hij zich met veel inzet opgewerkt en jarenlang hard gewerkt. Alles in overweging nemend vordert de officier van justitie dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
8.2. Het standpunt van de verdediging
Met betrekking tot feit 10 dient rekening gehouden te worden met eendaadse samenloop tussen de feiten 2, 3 en 4 en tussen de feiten 2 en 3 is voor wat betreft [W5] sprake van een voortgezette handeling. Voorzover de verdediging niet wordt gevolgd in de bepleite vrijspraken wordt verzocht rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte first offender is die het volste vertrouwen met de Turkse ploegbazen werkte aan de uitbreiding van de [Y & Z]groep en in dat vertrouwen zijn beschaamd. Verdachte wil rustiger aan gaan doen maar is op dit moment nog onmisbaar voor het bedrijf. De voorlopige hechtenis heeft een grote impact gehad op de bedrijfsvoering en ook veel negatieve publiciteit in het Westland opgeleverd. Voor zover nog een straf moet volgen wordt verzocht, overeenkomstig het advies van de reclassering een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest op te leggen, zo nodig naast een voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur en [Y & Z]groep is als eerste in Nederland bezig met het ontwikkelen van een vingerafdrukkensysteem om alle personen te weren die niet in Nederland mogen werken.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich als feitelijk leidinggevende binnen de [Y & Z]groep schuldig gemaakt het gedurende een lange periode structureel aan zijn laars lappen van bestaande wet- en regelgeving. Werknemers kregen op papier en in strijd met de werkelijkheid een vast dienstverband en een loon dat voldeed aan de loongrens van de IND teneinde hen in staat te stellen hun partner naar Nederland te halen. Het vertrouwen dat de overheid in dergelijke geschriften moet kunnen hebben, wordt daardoor geschaad. Ook werden mensen tewerkgesteld terwijl dat op grond van de geldende regelgeving verboden was. Verdachte heeft er geen blijk van gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan. Ook het blinde vertrouwen dat hij in anderen meende te mogen hebben doet op geen enkele wijze af aan zijn eigen verantwoordelijkheid en kan dus evenmin tot strafvermindering leiden.
De rechtbank heeft kennis genomen van verdachtes visie op zijn vervolging. Door diens uitlating dat - kort gezegd - hij geschokt is, dat dit kan in de Nederlandse rechtsstaat, wordt de rechtbank gesterkt in haar oordeel dat verdachte geen inzicht heeft in de laakbaarheid van zijn handelen. De overtuiging die verdachte blijkbaar heeft over de verdedigbaarheid en zelfs de juistheid van zijn handelen, acht de rechtbank - juist gelet op de rechtstaat en het daaruit voortvloeiende rechtssysteem - zorgwekkend.
De rechtbank heeft bij beraadslaging acht geslagen op het (blanco) Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 4 maart 2009 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.
Voorts heeft de rechtbank bij beraadslaging acht geslagen op het voorlichtingsrapport van de reclassering d.d. 4 augustus 2008 betreffende verdachte, opgesteld door de heer [...]. Rapporteur merkt op dat verdachte verongelijkt spreekt over de delictsituatie en dat verdachte zijn verontwaardiging uitspreekt over de rol van justitie. Uit het rapport volgt dat (verplicht) reclasseringscontact niet aan de orde is nu verdachte een regulier leven beschrijft en geen hulpvragen heeft en de telastgelegde feiten door verdachte worden ontkend. Wel, zo begrijpt de rechtbank, zal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (langer dan de tijd doorgebracht in voorarrest) er toe leiden dat verdachte zijn bedrijf niet kan voortzetten, hetgeen voor hem grote financiële consequenties zal hebben. De rapporteur acht verdachte werkstrafgeschikt.
Op grond van voornoemde overwegingen acht de rechtbank een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De rechtbank zal, naast een onvoorwaardelijk gedeelte dat gelijk is aan de tijd doorgebracht in voorarrest, een gedeelte van deze gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen opdat verdachte wordt gestimuleerd zich in de toekomst te onthouden van strafbare gedragingen. Hiernaast acht de rechtbank een (forse) werkstraf van na te melden duur passend en geboden.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank geen rekening gehouden met het door de officier van justitie (mede) aan haar eis ten grondslag gelegde nadeelsberekening, nu de hoogte en status daarvan onvoldoende duidelijk is geworden.
Hoewel de ernst van de feiten op zichzelf een gevangenisstraf rechtvaardigen die de tijd van het voorarrest overschrijdt, ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding hiervan af te zien en acht zij een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De rechtbank zal, naast het onvoorwaardelijk gedeelte in de orde van grootte van de tijd doorgebracht in voorarrest, een fors voorwaardelijk deel opleggen opdat verdachte, die als werkgever in het Westland werkzaam lijkt te blijven, wordt gestimuleerd zich in de toekomst te onthouden van strafbare gedragingen. Hiernaast acht de rechtbank een werkstraf van de maximale duur passend en geboden.
9. De inbeslaggenomen goederen
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen genoemde voorwerp, te weten een geldbedrag groot € 6.965,-- zal worden verbeurdverklaard.
Niet is gebleken dat het bedoelde geld voldoet aan een of meer van de criteria van artikel 33a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, de terugave aan verdachte gelasten van het op de beslaglijst opgenomen voorwerp, te weten een geldbedrag groot € 6.965,--.
10. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 51, 57, 197a, 197b, 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
11. De beslissing
De rechtbank,
verklaart de dagvaarding nietig ten aanzien van feit 10, voor wat betreft de zinsnede "(een) (aantal) (ander(e)) bedrijven/bedrijf, gevestigd/ingeschreven aan/op de [adres] te Monster, waar hij, verdachte, en/of (een of meerdere van) zijn mededader(s) gebruik van maakte(n)"
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij gewijzigde dagvaarding onder 1, 6 en 8 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij gewijzigde dagvaarding onder 2, 3, 4, 5, 7, 8 subsidiair, 9 en 10 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 2, 3, 4 en 9:
medeplegen van feitelijk leiding geven aan valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon;
ten aanzien van feit 5 en 7:
medeplegen van feitelijk leiding geven aan mensensmokkel, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon;
ten aanzien van feit 8 subsidiair:
medeplegen van feitelijk leiding geven aan het een ander, die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland heeft verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid doen verrichten, terwijl hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon;
ten aanzien van feit 10:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op: 19 februari 2008,
in voorlopige hechtenis gesteld op: 22 februari 2008,
in vrijheid gesteld op: 28 mei 2008;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 9 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
veroordeelt verdachte voorts tot:
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de tijd van 240 uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 120 dagen;
gelast de teruggave van het op de beslaglijst genoemde voorwerp, te weten: een geldbedrag groot € 6.965,--.
Dit vonnis is gewezen door
mrs. Van Rens, voorzitter,
Milders en Smelt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Molenaar, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 april 2009.
1 TK 22142, nr 3 resp. TK 22735, nr 3., p. 8
2 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5159-5163
3 3 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2) pg 4033
4 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5165
5 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pPg 5173 t/m 5195
6 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2) pg 4048-4200
7 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1667-1672
8 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V04 en V05, pg 1133
9 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5304-5308
10 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1), pg 3598
11 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5310
12 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5312-5314
13 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2)pg 4048-4201
14 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1778-1780
16Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1),pg 4763-4767
17 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1), pg 4769
18 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1), pg 4815
19 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst, pg 4771-4799
20 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1809-1811
21 Schriftelijk stuk (werkgeversverklaring), d.d. 24-11-2004, IND/00-01-004 (map documenten IND), p. 334
22 Proces-verbaal verhoor van getuigen d.d. 1 december 2008 opgemaakt door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank., pg 3
23 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V04 en V05 pg 1177
24 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2)
pg 5285-5289
25 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5295
26 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5283
27 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) Pg 5295
28 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) Pg 5291 en 5297-5301
29 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal verhoor [W4], V33-01, (map overige verdachten en getuigen), p. 1863
30 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1866-1868
31 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V04 en V05 pg 1177-1178
32 Schriftelijk stuk (bijlage werkgeversverklaring) d.d 08-05-2007 IND/00-37-007 (map Immigratie-en Naturalisatie Dienst (map 2)), p.5295.
33 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5081-5085 alsmede 5087 -5091
34 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5077
35 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5125
36 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5095 -5153
37 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1690-1695
38 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V06 en V07 pg 1596
39 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2)pg 5200-5204
40 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5206
41 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5210
43 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5216
44 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2)pg 3870
45 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1719-1722
46 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal verhoor [W6], V20-01, p. 1717
47 Schriftelijk stuk (verzoek advies mvv), d.d. 21-12-2006, IND/00-37-001 (map documenten IND), p. 635
48 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V04 en V05 pg 1178-1179
49 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5276
50 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5278
51 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2)pg 3873
52 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1784
53 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V04 en V05, pg 1149/1150
54 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5344
55 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2), pg 5350
56 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V06 en V07, pg 1613
57 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5321-5325
58 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5327
59 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 2) pg 5329-5335
60Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2), pg 4186-4194
61 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1849-1851
62 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V06 en V07 pg 1596
63 Schriftelijk stuk (bijlage werkgeversverklaring) IND/00-50-030 (map Immigratie-en Naturalisatie Dienst (map 2)), p.5327
64 Proces-verbaal 6610/2006-00028, Documenten IND, IND/00-23-094, pg 522-524
65 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1), pg 3469
66 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1),pg 4919
67 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1),pg 4821-4945 en 4955
68 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1),pg 4947
69 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen pg 1822 en 1827-1828
70 Schriftelijk stuk (bijlage werkgeversverklaring), d.d 18-12-2006, IND/00-23-003 (map Documenten IND), p.502.
71 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2) pg 4291-4295
72 Proces-verbaal verhoor [P4], V07/01, p. 1569 e.v.
73 Proces-verbaal verhoor [P4], V07/02, p. 1573 e.v.
74 Proces-verbaal verhoor [P4], V07/03, p. 1578 e.v.
75 Proces-verbaal verhoor [P8], V09/04, p 81
76 Proces-verbaal verhoor [P9], V10/1, p. 106 e.v.
77 Proces-verbaal verhoor [P9], V10/1, p. 100
78 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V04 en V05 pg 1138
79 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN & Belastingdienst, IBN overige panden, Doc. Belastingdienst, pg 4477
80 ZaaksPV, p. 323 en 378
81 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN & Belastingdienst, IBN overige panden, Doc. Belastingdienst, pg 4477
82 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V01, V02 en V03, pg 652-667
83 Verklaring ter zitting d.d. 2 april 2009
84 TK 22142, nr. 3, p. 11
85 TK 22735, nr. 3, p. 7
86 TK 22142, nr. 8, p. 9
87 TK 22142, nr. 6, p. 20
88 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport, p. 783 (map DOC AI/001 t/m DOC AI/006) (boeterapport)
89 Boeterapport p. 786, en de bijlage bij boeterapport, p. 794 ([X6]), p. 813 ([X7]), p. 796 ([X8]), p. 818 ([X9]) en p. 821 ([X10])
90 Boeterapport, p. 786 en de betreffende verhoren
91 Boeterapport, p. 806/809/810 ([X6]), p.816/817 ([X9]), p. 819/820 ([X10])
92 Boeterapport, p. 806/809/810 ([X6]), p. 815/795 ([X8]), p.816/817 ([X9]), p. 819/820 ([X10])
93 Boeterapport, p. 811 e.v.
94 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, boeterapport p. 778
95 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, boeterapport p. 827
96 Verklaring [chauffeur], boeterapport p. 823
97 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport, p. 836 (map DOC AI/001 t/m DOC AI/006) (boeterapport II)
98 Boeterapport II, p. 839, en bijlage 2 bij boeterapport II, p. 846.
99 Een in de wettelijke vorm en op amtbseed opgemaakt rapport van horen, bijlage 4 bij boeterapport II, p. 878
100 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, bijlage 5 bij boeterapport II, p. 882
101 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, bijlage 12 bij boeterapport II, p. 908.
102 Schriftelijk stuk, bijlage 8 (blad 3 van 5) bij boeterapport II, p. 894
103 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, bijlage 12 bij boeterapport II, p. 910
104 Schriftelijk stuk, bijlage 10 bij boeterapport II, p. 902
105 Proces-verbaal van verhoor getuige door de rechter-commissaris d.d. 26 november 2008
106 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, bijlage 6 bij boeterapport II, p. 885
107 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, bijlage 11 bij boeterapport II, p. 904
108 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport, p. 1123 (map DOC AI/001 t/m DOC AI/006) (boeterapport III)
109 Boeterapport III, p. 1130, en bijlagen 7 en 10 bij boeterapport III, p. 1174 en 1179.
110 Boeterapport III, p. 1126.
111 Schriftelijke stukken, als bijlagen 6 en 9 bij boeterapport III, p. 1173 en 1178
112 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport, p. 1196 (map DOC AI/001 t/m DOC AI/006 (boeterapport IV); schriftelijk stuk (kopie ID-kaart) bijlage 9 bij boeterapport IV, p. 1216; schriftelijk stuk (Bvv-uidraai), bijlage 8 bij boeterapport IV, p. 1215.
113 Proces-verbaal van verhoor getuige door de rechter-commissaris d.d. 1 december 2008
114 Proces-verbaal van verhoor getuige door de rechter-commissaris d.d. 3 september 2008
115 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, p. 1186.
116 Schriftelijk stuk, als bijlage 5 bij boeterapport III, p. 1163.
117 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte, V01-03, p. 648.
118 Schriftelijk stuk (bvv-uitdraai), als bijlage 4 bij het boeterapport van 9 april 2008 (map DOC AI/006 t/m DOC AI/116), p. 1542.
119 Een in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt rapport van horen, p. 904.
120 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte, V01-03, p. 647.
121 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte, V02-01, p. 772.
122 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte, V02-02, p. 776.
123 Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte, V02-02, p. 777
124 DOC IBN & Belastingdienst, p. 4565
125 IBN (map 1) p. 3771 en DOC div. p. 99-109
126 IBN (map 2), p. 4023 en 4025
127 RC-verklaring d.d. 17 december 2008
128 DOC IBN & Belastingdienst, p. 4583
129 IBN (map 1), p. 3773
130 IBN (map 2), p. 4027 en 4029
131 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4749.
132 Verdachten & getuigen, p. 1904
133 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4560
134 DOC div., p. 61-81
135 IBN (map 2), p. 3682 en 3684
136 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4752-4755
137 Verdachten & getuigen, p. 1911, 1918 en 1919
138 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4563
139 DOC div., p. 49-60
140 DOC div., p. 133, 134
141 DOC div., p. 266-269
142 Verdachten & getuigen, p. 1924, 1935 en 1936
143 DOC, IBN & Belastingdienst
144 DOC div., p. 3780-3797
145 IBN (map 2), p. 3846 en 3848
146 DOC, IBN & belastingdienst, p. 4638
147 Verdachten & getuigen, p. 1955, 1956, .1963 en 1964
148 DOC div., p. 84-98
149 Verdachten/Zaaks-pv/Bijlagen/Doc,, p. 251 en 252
150 DOC div., p. 270-273
151 Verdachten & getuigen, p. 1940, 1941, 1950 en 1951
152 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4646
153 IBN (map 2), p. 3815-3828
154 Verdachten/Zaaks-pv/Bijlagen/Doc, p. 253, 254
155 DOC div., p.110
156 Verdachten & getuigen, p. 1966, 1967 en 1971
157 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4578
158 DOC div., p. 113
159 DOC div. , p. 128 en 129
160 DOC div., p. 274-277
161 RC-verklaring d.d. 25 november 2008
162 Verdachten & getuigen, p. 2034-2036
163 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V01, V02 en V03, pg 641- 642 en 810 en proces-verbaal van verhoor van [verdachte] sr van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank d.d. 9 september 2008, pg 4
164 Proces-verbaal van verhoor van getuige [P11] van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank d.d. 17 december 2008, pg 3,4
165 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V01, V02 en V03, pg 800
166 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V01, V02 en V03, p. 642
167 Proces-verbaal van verhoor van getuige [P11] van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank d.d. 17 december 2008, punt 5
168 DOC, IBN & Belastingdienst, p. 4607
169 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten, Immigratie- en Naturalisatiedienst (map 1),pg 3584-3586
170 Idem pg 3583
171 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Documenten IBN, IBN pand A, IBN DIGI A (map 2), pg 4048-4200
172 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten & getuigen, Overige verdachten en getuigen, pg 2012-2013
173 Proces-verbaal 6610/2006-00028 Verdachten, V01, V02 en V03, pg 683