Prg. 1999, 5125
Ondanks zeer duidelijke waarschuwing in tussenvonnis over procesrisico, zet werkgeefster de zaak door en tracht (tevergeefs) te bewijzen dat met werknemer lager netto loon en geen vakantiebijslag is afgesproken.
Ktr. Lelystad 27-01-1999, ECLI:NL:KTGLLY:1999:AL3266
- Instantie
Kantonrechter Lelystad
- Datum
27 januari 1999
- Magistraten
W.J.J. Los
- Zaaknummer
76766/CV/98-205
- LJN
AL3266
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:KTGLLY:1999:AL3266, Uitspraak, Kantonrechter Lelystad, 27‑01‑1999
- Wetingang
BW art. 7:616; BW art. 7:625; BW art. 7:635 lid 3; WMM art. 15
Essentie
Ondanks zeer duidelijke waarschuwing in tussenvonnis over procesrisico, zet werkgeefster de zaak door en tracht (tevergeefs) te bewijzen dat met werknemer lager netto loon en geen vakantiebijslag is afgesproken.
Samenvatting
Na afloop van zijn jaarcontract vordert werknemer veroordeling van werkgeefster tot betaling van gedeeltelijk achterstallig netto loon, vakantiebijslag, vakantiedagen (in geld), wettelijke verhoging, rente en kosten. Volgens werkgeefster zou zijn overeengekomen dat netto ƒ 2000 in plaats van ƒ 2033,01 uitbetaald zou worden en dat werknemer zou afzien van vakantiebijslag en vakantiedagen. Voorts stelt werkgeefster dat gedurende ziekte geen vakantieaanspraken worden opgebouwd.
Geoordeeld wordt dat de bewijslast terzake de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.