Prg. 1998, 4955
Voorlopige voorziening tot schorsing van besluit tot weigering WW-uitkering, aangezien Lisv de inhoud van de beëindigingsovereenkomst, op grond waarvan ‘voorwaardelijke’ ontbinding arbeidsovereenkomst volgde, niet heeft onderzocht.
Rb. Zutphen 07-07-1997, ECLI:NL:RBZUT:1997:AI9688
- Instantie
Rechtbank Zutphen
- Datum
7 juli 1997
- Magistraten
M.J. van Lee
- Zaaknummer
97/1105WW
- LJN
AI9688
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZUT:1997:AI9688, Uitspraak, Rechtbank Zutphen, 07‑07‑1997
- Wetingang
WW art. 24 lid 2 onder b; AWB art. 3:2; AWB art. 8:81
Essentie
Voorlopige voorziening tot schorsing van besluit tot weigering WW-uitkering, aangezien Lisv de inhoud van de beëindigingsovereenkomst, op grond waarvan ‘voorwaardelijke’ ontbinding arbeidsovereenkomst volgde, niet heeft onderzocht.
Samenvatting
Na een ‘geregelde’ ontbinding van de arbeidsovereenkomst (wegens reorganisatie) met vergoeding van ƒ 146 258, wordt werknemer een WW-uitkering geweigerd, aangezien het Lisv heeft geoordeeld dat hij kennelijk, door inhoudelijk verweer te voeren, in dienst had kunnen blijven. Hij wordt verwijtbaar werkloos geacht. Werknemer verzoekt als voorlopige voorziening Awb gehele of gedeeltelijke schorsing van het besluit van het Lisv.
De rechtbank overweegt dat het bestuursorgaan ter voorbereiding van een besluit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.