Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 22 [Intrekking]
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2014
- Bronpublicatie:
18-12-2013, Stb. 2014, 110 (uitgifte: 28-03-2014, kamerstukken: 33581)
- Inwerkingtreding
29-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2013, Stb. 2014, 110 (uitgifte: 28-03-2014, kamerstukken: 33581)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 20, wordt ingetrokken indien aan de houder daarvan ambtshalve een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 33 wordt verleend.
2.
De verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 20, kan worden ingetrokken indien:
- a.
de houder daarvan zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft gevestigd;
- b.
de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van de aanvraag tot het verlenen, wijzigen of verlengen zouden hebben geleid;
- c.
de houder daarvan bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis is veroordeeld wegens een misdrijf waartegen een gevangenisstraf van drie jaren of meer is bedreigd, dan wel hem terzake de maatregel, bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht, is opgelegd; of
- d.
de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de gronden, bedoeld in het tweede lid.