Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/347
Ten onrechte bevestiging vonnis dat slechts opgave van bewijsmiddelen a.b.i. art. 359 lid 3 Sv terwijl in hoger beroep vrijspraak is bepleit.
HR 05-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:310
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/02569
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:310, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:55, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2019
Essentie
Ten onrechte bevestiging vonnis dat slechts opgave van bewijsmiddelen a.b.i. art. 359 lid 3 Sv terwijl in hoger beroep vrijspraak is bepleit.
Partij(en)
5 maart 2019
Strafkamer
nr. S 18/02569
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 23 april 2018, nummer 20/000803-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 23 april 2018 – onder verbetering van gronden, aanvulling van bewijsmiddelen en verbetering van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.