Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/994
Bijstelling van eerdere rechtspraak over verplichting tot ambtshalve oproepen getuigen. Motiveringsplicht betrouwbaarheid getuigenverklaring.
HR 05-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1406
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/02430
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1406, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:525, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Bijstelling van eerdere rechtspraak over de verplichting van de rechter in bepaalde gevallen ambtshalve getuigen op te roepen. Hoge Raad houdt niet langer vast aan (categorische) verplichting tot het ambtshalve oproepen van getuigen. In bijzondere gevallen kan motivering met betrekking tot de betrouwbaarheid van een voor het bewijs gebezigde getuigenverklaring noodzakelijk zijn.
Samenvatting
1. In dit arrest komt de Hoge Raad tot een bijstelling van zijn eerdere rechtspraak over de verplichting van de rechter in bepaalde gevallen ambtshalve getuigen op te roepen. Die verplichting is door de Hoge Raad aanvaard in NJ 1994/427, rechtsoverweging 6.3.3, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.