NJ 1994, 427
Geen bevel tot gijzeling zonder miskenning maatstaf 289 lid 1 Sv / gebruik voor bewijs van verklaringen van getuigen opgenomen in ambtsedige processen-verbaal
HR 01-02-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AB7528, m.nt. G.J.M. Corstens (Grenzen getuigenbewijs)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 1994
- Magistraten
Haak, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- Zaaknummer
95710
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AB7528
- Roepnaam
Grenzen getuigenbewijs
- JCDI
JCDI:ADS66199:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AB7528, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AB7528, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑1994
- Wetingang
Sv art. 289; Sv art. 338; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. 's Hofs beslissing geen bevel tot gijzeling van een getuige te geven, is, zonder miskenning van de maatstaf van art. 289 lid 1 Sv, toereikend gemotiveerd. 2. Gebruik voor het bewijs van verklaringen van getuigen opgenomen in ambtsedige processen-verbaal.1
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 4 januari 1993, alsmede tegen alle ter terechtzitting in hoger beroep door het Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen N.D.K., ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in het Huis van Bewaring te 's‑Gravenhage, adv. mr. G. Spong te 's‑Gravenhage. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.