Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/995
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op geld dat in woning van vader van klager is aangetroffen maar onder een ander in beslag is genomen t.z.v. verdenking van overtreding van de Opiumwet. Heeft Rb juiste maatstaf toegepast? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/04789.
HR 05-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1410
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/04788
- Conclusie
plv. A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1410, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:686, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/04788 B
Datum 5 oktober 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 17 september 2019, nummer RK 18/2189, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.