Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/1.4.6:1.4.6 De taak van de deskundige in de verhouding tussen partijen en de rechter
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/1.4.6
1.4.6 De taak van de deskundige in de verhouding tussen partijen en de rechter
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS446259:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hoewel een deskundigenadvies grote invloed kan hebben op de uitkomst van de procedure, is tamelijk ondoorzichtig wat de inhoud is van de taak van de deskundige in de waarheidsvinding en welke plaats deze taak heeft in de verhouding tussen partijen en de rechter. Wie als deskundige kan worden benoemd, is niet gedefinieerd. In de twintigste eeuw is vergeefs geprobeerd om tot een wettelijke definitie te komen.1 Deskundige is wie als zodanig door de rechter wordt benoemd met het doel gegevens te verschaffen die de rechter nodig heeft om een beslissing te geven in het geschil van partijen. Wel is in de wet opgenomen dat de deskundige de opdracht onpartijdig en naar beste weten dient te vervullen (art. 198 lid 1 Rv). In het onderzoek en advies moet hij zich richten naar de vraagstelling van de rechter. Hij zal zich tevens laten leiden door kennis en ervaring op zijn vakgebied. Hij kan gebonden zijn aan normen op zijn vakgebied. Bij de opheldering van feiten op zijn vakgebied houdt hij zich bezig met waarheidsvinding. In hoeverre hij zich in het onderzoek en bij de beantwoording van de vraagstelling iets gelegen moet laten liggen aan de vrijheid van partijen om te bepalen welke feiten tussen hen in geschil zijn en aan de rechter ter beslissing worden voorgelegd, is onduidelijk. De Duitse rechter bijvoorbeeld moet zonodig bepalen van welke feiten de deskundige moet uitgaan en in welke mate de deskundige bevoegd is de te bewijzen feiten op te helderen (§ 404a lid 2-4 ZPO). Ook is in Nederland niet helder of de deskundige een eventuele onvolledigheid of onjuistheid in de vraagstelling mag of moet signaleren. Het komt in de praktijk voor dat de deskundige in het onderzoek en advies zonder overleg afwijkt van de vraagstelling, of dat de deskundige juist wel het overleg met de rechter over de vraagstelling zoekt, maar nul op het rekest krijgt. In Duitsland is de deskundige wettelijk verplicht onmiddellijk opheldering te vragen aan de rechter wanneer hij twijfels heeft over de inhoud en reikwijdte van de opdracht,2 en is de rechter verplicht op verzoek van de deskundige de opdracht toe te lichten (§ 404a lid 2 ZPO). Ook in Engeland (CPR 35.15 lid 1) en Frankrijk (art. 245 lid 2 CPC) kan de deskundige de rechter om instructies ten behoeve van het onderzoek vragen. De Duitse rechter moet zonodig ook bepalen in hoeverre de deskundige partijen in het onderzoek mag betrekken (§ 404a lid 4 ZPO). In Nederland mogen partijen aanwezig zijn bij onderzoek ter plaatse, maar is onduidelijk of, en zo ja, in hoeverre de deskundige aan partijen gelegenheid moet bieden om andere onderzoekshandelingen bij te wonen.3 Deskundigen hebben volgens de Hoge Raad binnen de grenzen van de opdracht de nodige vrijheid om onderzoek te verrichten op de wijze die hun het beste voorkomt.4