Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/566
Bekennende verdachte conform art. 359 lid 3 Sv.
HR 09-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ6503
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 april 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
11/00769
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- LJN
BZ6503
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ6503, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ6503, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
Nu de verdachte bij het Hof heeft verklaard dat zijn appel was gericht tegen de ontvankelijkheid van het OM en de opgelegde gevangenisstraf en zijn raadsvrouw op een nadere terechtzitting, in zijn afwezigheid, geen vrijspraak heeft bepleit, kon het hof conform art. 359 lid 3 Sv volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, aangezien de verdachte in eerste aanleg het bewezenverklaarde (20 kg hennep aanwezig hebben) voldoende duidelijk en ondubbelzinnig had bekend. Daaraan doet niet af dat de raadsman in eerste aanleg vrijspraak had bepleit.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.