Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/553
Faillissement. Beding dat recht op prestatie doet vervallen bij faillissement schuldeiser; onaanvaardbare inbreuk op art. 20 Fw?; beroep op beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?; uitleg beding.
HR 12-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9087 (Megapool)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 april 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
12/00168
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- LJN
BY9087
- Roepnaam
Megapool
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY9087, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY9087, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2011
- Wetingang
Art. 20 Fw
Essentie
Faillissement. Beding dat recht op prestatie doet vervallen bij faillissement schuldeiser; onaanvaardbare inbreuk op art. 20 Fw?; beroep op beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?; uitleg beding.
Een beding in een overeenkomst dat het recht op een prestatie doet vervallen enkel en alleen vanwege het in staat van faillissement raken van de schuldeiser of een daarop gebaseerde opzegging, met als gevolg dat de wederpartij die de tegenprestatie daarvoor al heeft ontvangen, zijn eigen prestatie niet meer behoeft te verrichten, kan afhankelijk van de context en de overige omstandigheden van het geval, nietig zijn wegens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.