Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/486
Art. 81 lid 1 RO. Onteigeningsrecht. Schadeloosstelling na onteigening. Eliminatieregel van art. 40c OW. Verrekening van voor- en nadeel ook ten aanzien van waardevermeerdering overblijvende? Waarde van vrijkomende bodembestanddelen.
HR 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:695
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/00767
- Conclusie
A-G mr. J.C. van Oven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Onteigeningsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:695, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:85, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onteigeningsrecht. Schadeloosstelling na onteigening. Eliminatieregel van art. 40c OW. Verrekening van voor- en nadeel ook ten aanzien van waardevermeerdering overblijvende? Waarde van vrijkomende bodembestanddelen.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: aanvankelijk mr. P.J.L.J. Duijsens en thans mr. D.Th.J. van der Klei,
tegen
De Staat der Nederlanden, (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat), te Den Haag, verweerder in cassatie, adv.: mr. M.W. Scheltema.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J.C. van Oven:
1. Procesverloop
1.1
Nadat de rechtbank Breda op verzoek van de Staat bij beschikking van 4 juni 2012 op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.