Einde inhoudsopgave
Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming 2016
II Begrippenkader
Geldend
Geldend vanaf 15-09-2016
- Bronpublicatie:
06-09-2016, Kamerstukken 2016, 30821 (uitgifte: 15-09-2016, kamerstukken: 30821-32)
- Inwerkingtreding
15-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2016, Kamerstukken 2016, 30821 (uitgifte: 15-09-2016, kamerstukken: 30821-32)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
1
Crisisbeheersing staat in het kader van dit Nationaal Handboek voor coördinatie en besluitvorming over het geheel van maatregelen en voorzieningen dat de rijksoverheid treft in samenwerking met betrokken publieke en private partners in een situatie waarbij de nationale veiligheid in het geding is of kan zijn of bij een andere situatie, waarbij van een grote maatschappelijke impact sprake is of kan zijn.1.
2
De nationale veiligheid is in het geding als een of meer vitale belangen van de Nederlandse staat en/of samenleving zodanig bedreigd worden dat sprake is van (potentiële) maatschappelijke ontwrichting. Die vitale belangen zijn:
- —
territoriale veiligheid: het ongestoord functioneren van Nederland als onafhankelijke staat in brede zin, dan wel de territoriale integriteit in enge zin;
- —
economische veiligheid: het ongestoord functioneren van Nederland als een effectieve en efficiënte economie;
- —
ecologische veiligheid: het beschikken over voldoende zelf herstellend vermogen van de leefomgeving bij aantasting;
- —
fysieke veiligheid: het ongestoord functioneren van de mens in Nederland en zijn omgeving;
- —
sociale en politieke stabiliteit: het ongestoorde voortbestaan van een maatschappelijk klimaat waarin groepen mensen goed met elkaar kunnen samenleven binnen de kaders van de democratische rechtsstaat en gedeelde waarden.
Deze vijf belangen zijn vaak niet los van elkaar te zien. Meestal zal sprake zijn van een nauwe samenhang tussen de afzonderlijke belangen.2.
Bij situaties met een grote maatschappelijke impact valt te denken aan een lokaal of regionaal incident of ongeval met veel slachtoffers, een incident of ongeval in het buitenland met een groot aantal Nederlandse slachtoffers of grote maatschappelijke impact in Nederland, of evenementen met een (inter)nationale uitstraling in Nederland.
3
Op rijksniveau is ieder ministerie zelf verantwoordelijk voor de te nemen crisisbeheersingsmaatregelen (preparatie, respons en nafase) op het eigen beleidsterrein, voor de financiering daarvan en voor de zorg om deze maatregelen goed af te stemmen met de coördinerend Minister van Veiligheid en Justitie, de andere rijkspartijen en de betrokken publieke en private partners.
Een ministerie is eveneens verantwoordelijk voor het stellen van kaders voor de crisisbeheersingsmaatregelen te nemen door de vitale bedrijven, instellingen en objecten, voor zover deze entiteiten onder zijn verantwoordelijkheid vallen.3.
4
Lokale of regionale situaties, incidenten of gebeurtenissen worden in de meeste gevallen opgevangen door de op dat niveau opererende overheden (zoals de gemeente, het waterschap of de veiligheidsregio) en organisaties. Afhankelijk van aard en omvang kunnen meerdere organisaties worden ingezet (horizontale en/of verticale opschaling). Voor de verschillende niveaus van opschaling hanteren de veiligheidsregio's een landelijk uniforme GRIP-opschalingssystematiek4.. Indien een situatie, incident of gebeurtenis een interregionale betekenis heeft, heeft de voorzitter van de bronregio de leiding over de handhaving van de openbare orde en generieke openbare veiligheid.
5
Het Rijk kan — afhankelijk van het verloop van de situatie en al dan niet in combinatie — drie rollen vervullen: faciliteren, richting geven en sturen.
a. Het Rijk faciliteert
Het Rijk kan de autoriteiten in de algemene keten (gemeente, veiligheidsregio, provincie) of functionele keten (waterschap, (vitale) sector) ondersteunen. De ondersteuning kan geschieden op verzoek van genoemde autoriteiten, dan wel op eigen initiatief van het Rijk.
Het Rijk verschaft:
- —
expertise, kennis of advies;
- —
mogelijkheden tot afstemming en coördinatie tussen partijen;
- —
facilitering voor operationele processen, informatievoorziening, informatieverstrekking en crisiscommunicatie;
- —
middelen (bijvoorbeeld communicatiemiddelen, zoals www.crisis.nl of het publieksinformatienummer 0800-1351);
- —
coördinatie van bijstand (bijvoorbeeld via het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum, LOCC), contact en informatie-uitwisseling met buurregio[lees: de buurregio], bijvoorbeeld bij tekort aan lokale of regionale crisiscommunicatiemensen als liaison optreden naar buurregio[lees: de buurregio].
b. Het Rijk geeft richting
Het Rijk kan richting geven in een situatie, incident of gebeurtenis waarbij enige vorm van coördinatie en/of het stimuleren van eenduidigheid in het optreden van de verantwoordelijke autoriteiten in de algemene en/of functionele keten gewenst of noodzakelijk is.
Richting geven geschiedt door middel van een dringend advies van het Rijk aan de betrokken autoriteiten. Dit dringend advies is met name bedoeld om een gezamenlijk optreden te bewerkstelligen en/of uiteenlopende belangen van de betrokken partijen te verenigen.
Het advies kan geschieden op verzoek van bedoelde autoriteiten, dan wel op eigen initiatief van het Rijk. Het dringend advies heeft betrekking op één of meer specifieke onderdelen van het optreden van de betrokken autoriteiten. Deze zijn verplicht een terugkoppeling te geven van wat zij met het dringend advies van het Rijk hebben gedaan; zij kunnen alleen beargumenteerd afwijken.
Voorbeelden van richting geven zijn:
- —
afgestemde (crisis)communicatie en woordvoeringslijnen;
- —
het opstellen van beleidsuitgangspunten ten behoeve van landelijk uniforme maatregelen ter handhaving van de openbare orde;
- —
het opstellen van tolerantiegrenzen.
c. Het Rijk stuurt
Het Rijk kan sturen. Dit kan alleen door het toepassen van formele bevoegdheden. Deze bevoegdheden hebben een wettelijke basis, al dan niet in de zogeheten noodwetgeving.
Enkele voorbeelden van toepassing5. zijn:
- —
het treffen van beveiligings- en bewakingsmaatregelen in het rijksdomein;
- —
het voorzien in bijstand door politie, brandweer, GHOR en defensie, al dan niet in geval van schaarste;
- —
het treffen van maatregelen ter bestrijding van infectieziekten (A-ziekten);
- —
het treffen van maatregelen bij stralingsincidenten categorie A;
- —
het sluiten van het luchtruim;
- —
het treffen van vorderingsmaatregelen bij algemene, langdurige schaarste aan goederen of diensten;
- —
het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van de gevolgen van een terroristische dreiging of aanslag;
- —
het treffen van maatregelen bij een (dreigende) grootschalige overstroming (bijvoorbeeld grootschalige evacuatie);
- —
het treffen van beperkende maatregelen inzake levering en gebruik van drinkwater;
- —
het treffen van maatregelen in geval van een groot ICT-incident;
- —
het (laten) geven van een aanwijzing.6.
Sturing door het Rijk zal plaatsvinden ter waarborging van het (inter)nationaal belang, waaronder wordt begrepen:
- —
de belangen van de veiligheid van de staat;
- —
het algemeen belang;
- —
de vijf vitale belangen in het kader van de nationale veiligheid.
Bij het toepassen van bevoegdheden moet vanzelfsprekend worden voldaan aan de in de betreffende wet gestelde inhoudelijke en/of procedurele voorwaarden voor het kunnen uitoefenen van een bevoegdheid en aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit.
De betrokken bewindspersonen stemmen de inzet en uitoefening van hun bevoegdheden onderling af. Ingeval van situaties, waarbij de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing is geactiveerd, vindt de afstemming plaats in deze commissie.
Wanneer het Rijk bevoegdheden gaat toepassen, communiceert het Rijk hierover via het Nationaal Crisiscentrum c.q. het verantwoordelijk Departementaal Coördinatiecentrum (DCC) expliciet aan de betrokken publieke en private partijen die daar gevolgen van ondervinden. Toepassing van formele bevoegdheden door het Rijk vormt het kader voor de inzet van de decentrale bevoegdheden; er is geen sprake van het overnemen van die bevoegdheden; uitzonderingen hierop kunnen voorkomen in buitengewone omstandigheden (mits geregeld in een (nood)wet7.) en bij taakverwaarlozing.
Sturing door het Rijk laat onverlet de noodzakelijke afstemming op lokaal, regionaal of bovenregionaal niveau met partners, waaronder de zogeheten rijksheren.
Sturing door het Rijk laat de bestaande verantwoordingsmechanismen in tact: het kabinet legt verantwoording af aan de Tweede Kamer en de voorzitter veiligheidsregio en burgemeester leggen verantwoording af aan de gemeenteraden van de betrokken gemeenten respectievelijk aan de eigen gemeenteraad.
Voetnoten
Deze definitie is breder dan de definitie uit de Wet veiligheidsregio's. Crisisbeheersing staat in dat verband voor handhaving van de openbare orde (Wvr, art. 1).
Strategie Nationale Veiligheid, Kamerstukken II, 2006–2007, 30 821, nrs. 1 en 3.
Voor een actueel overzicht van de bestuurlijke verantwoordelijkheden zie de Bestuurlijke netwerkkaarten crisisbeheersing (IFV 2015) en de bijbehorende bevoegdhedenschema's.
‘GRIP’ staat voor: Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure. De GRIP-systematiek bestaat uit verschillende opschalingsniveaus: lokaal (1 t/m 3), regionaal (4) en interregionaal (5).
Een niet-uitputtend bedoelde lijst van bevoegdheden is te raadplegen via www.nctv.nl.
Dit kan bijvoorbeeld ook door de commissaris van de Koning, die op basis van de Wet veiligheidsregio's en de ambtsinstructie cdK (beleids-) aanwijzingen kan geven.
Bijvoorbeeld artikel 54 van de Wet veiligheidsregio's (Wvr): in buitengewone omstandigheden kan de minister van VenJ, indien het algemeen belang zulks dringend eist, bevoegdheden van de commissaris van de Koning en van de burgemeester op grond van de Wvr geheel of ten dele aan zich trekken dan wel een andere autoriteit daarmee geheel of ten dele belasten.