Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
6.1.6 Voortgezette pensioenopbouw over perioden na verbreking van de dienstbetrekking
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
In artikel 10a, eerste lid, onderdelen c, d en e, van het UBLB zijn verschillende mogelijkheden aangegeven waarin sprake kan zijn van pensioenopbouw nadat de dienstbetrekking is verbroken.
De pensioenopbouw in een periode waarin voor de toepassing van de Wet LB 1964 sprake is van pensioengevende diensttijd, wordt steeds beschouwd als aangroei in het kalenderjaar (artikel 3.127, eerste juncto vierde lid, Wet IB 2001). De pensioenverzekeraar moet dus in zijn opgaven met deze pensioenaangroei rekening houden.