RvdW 2018/1163:Uitspraak vierde kamer. Vordering procureur-generaal tot herplaatsing en deeltijdontslag van rechter in Rechtbank Noord-Holland als rechterlijk ambtenaar op grond van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, art. 46k lid 1, 46k lid 5 en 46o Wrra. Gelet op de door procureur-generaal overgelegde stukken en het in raadkamer ingestelde onderzoek, zijn voldoende gronden aanwezig zijn om aan te nemen dat voor betrokkene 21,6 uur als maximaal haalbare werktijd beschouwd dient te worden en dat deze uren door herplaatsing in het ambt van rechter kunnen worden ingevuld. Dit leidt vervolgens tot conclusie dat betrokkene voor de overige 7,2 uur van haar werktijd voor ontslag als rechterlijk ambtenaar in aanmerking komt.