Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1192
Telefonische belediging politieagent. Gebruik voor bewijs van proces-verbaal van bevindingen van beledigde verbalisant in strijd met ondervragingsrecht ex art. 6 lid 3 onder d EVRM, nu verdediging niet in de gelegenheid is geweest verbalisant te ondervragen, terwijl bewezenverklaring uitsluitend is gebaseerd op door verbalisant opgemaakt proces-verbaal.
HR 16-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1953
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/01671
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1953, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:793, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑08‑2018
Essentie
Telefonische belediging politieagent. Gebruik voor bewijs van proces-verbaal van bevindingen van beledigde verbalisant in strijd met ondervragingsrecht ex art. 6 lid 3 onder d EVRM, nu verdediging niet in de gelegenheid is geweest verbalisant te ondervragen, terwijl bewezenverklaring uitsluitend is gebaseerd op door verbalisant opgemaakt proces-verbaal.
Partij(en)
16 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/01671
SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 17 maart 2017, nummer 21/000937-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.