Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1200
Herziening. Aanvraag gericht tegen oordeel hof ingevolge Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties. De aanvraag zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat ’s hofs oordeel niet is een uitspraak houdende een veroordeling in de zin van art. 457 lid 1 Sv.
HR 16-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1961
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/03766 H
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1961, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑10‑2018
Essentie
Herziening. Aanvraag gericht tegen oordeel hof ingevolge Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties. De aanvraag zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat ’s hofs oordeel niet is een uitspraak houdende een veroordeling in de zin van art. 457 lid 1 Sv.
Partij(en)
16 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 18/03766 H
CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een oordeel van de bijzondere kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 5 oktober 2017, nummer WETVVS 2017-312, ingediend door P. Hoogenraad, advocaat te Maassluis, namens: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.