Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1162
Arbeidsrecht. Niet voortzetten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd; billijke vergoeding op voet van art. 7:673 lid 9 BW?; feiten en omstandigheden na aanzegging niet voortzetten en na einde van rechtswege.
HR 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1979
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04904
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1979, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:758, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2017
- Wetingang
Essentie
Arbeidsrecht. Niet voortzetten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd; billijke vergoeding op voet van art. 7:673 lid 9 BW?; feiten en omstandigheden na aanzegging niet voortzetten en na einde van rechtswege.
Bij de beoordeling of het niet voortzetten van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever (art. 7:673 lid 9 BW), kan ook gewicht toekomen aan feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode die is gelegen tussen de aanzegging door de werkgever dat hij de arbeidsovereenkomst niet zal voortzetten en het einde van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.