De procesovereenkomst
Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/6.3.8.3:6.3.8.3 Bindend advies
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/6.3.8.3
6.3.8.3 Bindend advies
Documentgegevens:
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS391857:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 20 mei 2005, NJ 2007,114, m.nt. H.J. Snijders onder NJ 2007,115 (Gem. Amsterdam/Honnebier), r.o. 3.4; HR 24 maart 2006, NJ 2007,115, m.nt. H.J. Snijders (Meurs/Newomij), r.o. 3.4.2.
Dit stemt overeen met de opvattingen in de literatuur; zie Snijders 1988, p. 406-407; Van Creveld 1932, p. 84-87.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Partijen kunnen met de enkele overeenkomst tot bindend advies niet worden geacht afstand te hebben gedaan van hun recht op motivering. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat op de vraag in hoeverre een bindend advies dient te worden gemotiveerd, geen algemeen antwoord te geven is. In beginsel heeft volgens de Hoge Raad te gelden dat, naarmate het bindend advies meer het karakter van rechtspraak heeft, de beslissing van bindend adviseurs meer en beter behoort te worden gemotiveerd. Omgekeerd is het zo dat, naarmate de opdracht aan bindend adviseurs meer het karakter heeft dat zij een niet (volledig) bepaald element van de rechtsverhouding tussen partijen dienen vast te stellen, en het van hen gevraagde oordeel meer op intuïtief inzicht berust, aan dat oordeel lagere motiveringseisen kunnen worden gesteld.1
Hoewel niet duidelijk is hoever de motiveringseisen precies gaan, staat vast dat indien het bindend advies het karakter van rechtspraak heeft in ieder geval enige motivering noodzakelijk is. Met de enkele overeenkomst tot bindend advies hebben partijen het recht op motivering dus niet volledig buiten toepassing verklaard.2 Te verwachten is wel dat de motiveringseisen minder streng zullen zijn dan de eisen die gelden bij de overheidsrechter. Ook hier heeft, net als bij de arbitrage, te gelden dat anders de deur naar een inhoudelijke toetsing door de overheidsrechter te ver wordt opengezet.
Mijns inziens moet verder worden aangenomen dat, indien het bindend advies het karakter van rechtspraak heeft, partijen niet kunnen afspreken dat motivering geheel achterwege zal blijven. Wel zouden zij kunnen overeenkomen dat de uitspraak niet behoeft te worden gemotiveerd, tenzij een van de partijen hier binnen een bepaalde termijn om verzoekt. Daarbij zouden zij dan tevens kunnen bepalen dat de extra kosten voor rekening van deze partij komen.