Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1074
Geen valsheid in geschrift. Oordeel hof dat een bezwaarschrift tegen opgelegde inkomstenbelasting bestemd is om tot het bewijs van de looninkomsten te dienen, is onjuist.
HR 03-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2542
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/03929
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2542, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:796, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2016
- Wetingang
Art. 225 Sr
Essentie
Geen valsheid in geschrift. Bezwaarschrift tegen aanslag inkomstenbelasting niet bestemd tot bewijs van inkomsten te dienen.
Oordeel hof dat een bezwaarschrift tegen opgelegde inkomstenbelasting bestemd is om tot het bewijs van de looninkomsten te dienen, is onjuist. Aan een tegen een belastingaanslag gericht bezwaarschrift als zodanig, voor zover dat bezwaarschrift ertoe strekt het bedrag van de aanslag tot een bepaald bedrag te verminderen, pleegt in het maatschappelijk verkeer niet een zodanige betekenis voor het bewijs van de inhoud ervan te worden toegekend dat daaraan een bewijsbestemming in de zin van art. 225 Sr toekomt. Hoge Raad verwijst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.