RvdW 2017/1093:Herziening. Veroordeling ter zake van moord. Aangevoerd wordt dat het onderzoek van de zaak zou hebben geleid tot het oordeel dat het bewezenverklaarde feit niet aan aanvraagster kan worden toegerekend, indien de rechtbank bekend was geweest met de inhoud van de bij de aanvraag in kopie overgelegde psychiatrische rapporten van X en Y van 22 april 2017. De Hoge Raad herhaalt ECLI:NL:HR:2016:736. De rechtbank heeft de vraag onder ogen gezien of en in welke mate het bewezenverklaarde aan aanvraagster kan worden toegerekend en heeft die vraag uitvoerig gemotiveerd beantwoord in die zin dat zij aanvraagster volledig toerekeningsvatbaar heeft geacht en daarmee strafbaar voor het bewezenverklaarde feit. De bij de aanvraag overgelegde rapporten van X en Y komen erop neer dat zij de voor het oordeel omtrent de (mate van de) toerekenbaarheid van aanvraagster van belang zijnde feiten en omstandigheden anders wegen dan de rechtbank heeft gedaan. Die enkele omstandigheid is niet voldoende om het voor herziening vereiste 'ernstige vermoeden' te wekken. Volgt afwijzing aanvraag.