Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1092
Niet begrijpelijk ’s hofs kennelijke oordeel dat verdachte niet op rechtsgeldige wijze hoger beroep heeft ingesteld of doen instellen.
HR 03-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2533
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
16/04430
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2533, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:999, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2017
Essentie
Niet begrijpelijk ’s hofs kennelijke oordeel dat verdachte niet op rechtsgeldige wijze hoger beroep heeft ingesteld of doen instellen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 1 oktober 2015, nummer 20/000818-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. J.C. Oudijk, te Venlo.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft bij arrest van 1 oktober 2015 de verdachte in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De verdachte werd in eerste aanleg wegens “mishandeling” veroordeeld tot een geldboete van € 500, subsidiair tien dagen hechtenis, met de mogelijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.