Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1065
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 06-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2558
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/03390
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2558, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1018, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2017
Essentie
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
Partij(en)
[verzoekster], h.o.d.n. [A], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie,
tegen
[verweerster], te [plaats], België, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
1.
Bij beschikking van 13 april 2017 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, het namens verzoekster tot cassatie (hierna: verzoekster) ingediende verzet tegen de beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 23 juni 2016 ongegrond verklaard. In genoemde beschikking van de voorzieningenrechter is verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland verleend van de beslissing van 27 juni 2014 gewezen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.