Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/956
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Geldingsduur voorwaardelijke machtiging zes maanden na verstrijken vorige machtiging of na dagtekening beschikking (art. 14c lid 1 Wet Bopz)?
HR 11-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1683
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/02526
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1683, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:672, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2014
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Geldingsduur voorwaardelijke machtiging zes maanden na verstrijken vorige machtiging of na dagtekening beschikking (art. 14c lid 1 Wet Bopz)?
Partij(en)
Beschikking in de zaak van: [betrokkene] verzoeker tot cassatie, adv.: mr. G.E.M. Later,
tegen
De Officier van Justitie in het arrondissement Rotterdam, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
In cassatie kan m.i. worden uitgegaan van de volgende feiten:
1.1.1.
Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam van 23 juli 2013 is ten aanzien van verzoeker ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.