Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/942
Enquêterecht. Indiening enquêteverzoek vóór herziening enquêterecht per 1 januari 2013; overgangsrecht; voorlopige voorzieningen bij voldoende zwaarwegende redenen ingeval enquête is gelast, maar nog geen onderzoeker is benoemd?; art. 2:349a lid 3 BW (nieuw); belangenafweging in licht art. 2:8 BW.
HR 11-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1651 (Riamo/Arch)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04531
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Roepnaam
Riamo/Arch
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1651, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Enquêterecht. Indiening enquêteverzoek vóór herziening enquêterecht per 1 januari 2013; overgangsrecht; voorlopige voorzieningen bij voldoende zwaarwegende redenen ingeval enquête is gelast, maar nog geen onderzoeker is benoemd?; art. 2:349a lid 3 BW (nieuw); belangenafweging in licht art. 2:8 BW.
Het enquêteverzoek (art. 2:345 BW) in deze zaak is op 12 december 2012 ingediend. Op 1 januari 2013 is de Wet van 18 juni 2012 tot aanpassing van het recht van enquête (Stb. 2012/274) in werking getreden. Op grond van art. III van die Wet is art. 2:349a lid 2 BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.