Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1050
Klaagschrift ex art. 552a Sv moest worden opgevat als klaagschrift ex art. 552b Sv.
HR 19-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1559
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
21/01299
- Conclusie
plv. A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1559, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑05‑2021
- Wetingang
Samenvatting
Als het gerecht dat bevoegd is tot afdoening van een klaagschrift ex art. 552a Sv constateert dat sinds de indiening daarvan de betreffende voorwerpen bij inmiddels uitvoerbare beslissing ten laste van een ander zijn verbeurdverklaard of onttrokken aan het verkeer, moet dit klaagschrift worden opgevat als een klaagschrift ex art. 552b Sv en moeten de stukken zo nodig worden gezonden naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.