Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1063
Rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid en rijden met ongeldig rijbewijs, art. 9 lid 1 en 2 Wegenverkeerswet 1994. Strafmotivering, art. 359 lid 6 Sv. Op gronden als vermeld in de CAG is middel terecht voorgesteld. CAG: In door hof bevestigde strafmotivering van politierechter is niet tot uitdrukking gebracht dat straf wordt opgelegd die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt, terwijl hof strafmotivering in die zin niet heeft aangevuld. Daarmee voldoet strafmotivering niet aan art. 359 lid 6 Sv, terwijl dat verzuim o.g.v. art. 359 lid 8 Sv leidt tot nietigheid.
HR 19-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1521
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
20/03051
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1521, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:800, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2021
Essentie
Rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid en rijden met ongeldig rijbewijs, art. 9 lid 1 en 2 Wegenverkeerswet 1994. Strafmotivering, art. 359 lid 6 Sv. Op gronden als vermeld in de CAG is middel terecht voorgesteld. CAG: In door hof bevestigde strafmotivering van politierechter is niet tot uitdrukking gebracht dat straf wordt opgelegd die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt, terwijl hof strafmotivering in die zin niet heeft aangevuld. Daarmee voldoet strafmotivering niet aan art. 359 lid 6 Sv, terwijl dat verzuim o.g.v. art. 359 lid 8 Sv leidt tot nietigheid. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.