RvdW 2021/1058:Medeplegen van voorbereiden of bevorderen van Opiumwetdelicten door verschaffen gelegenheid en inlichtingen (art. 10a Opiumwet), medeplegen van invoer cocaïne (art. 2 sub A Opiumwet), als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat deze gedaan wordt teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten, meermalen gepleegd (art. 363 Sr) en deelneming aan criminele organisatie die zich bezig hield met invoer van cocaïne (art. 11b Opiumwet). Is sprake van medeplegen, nu verdachte niet de uitvoeringshandelingen heeft verricht die hij volgens tevoren gemaakt plan zou plegen? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2015/390, m.nt. Mevis, NJ 2015/395, m.nt. Mevis en NJ 2016/411, m.nt. Rozemond m.b.t. afbakening tussen medeplichtigheid en medeplegen. V.zv. middel berust op opvatting dat enkele omstandigheid dat verdachte niet de uitvoeringshandelingen heeft verricht die hij volgens tevoren gemaakt plan zou plegen, met zich zou brengen dat geen sprake meer kan zijn van voor medeplegen vereiste bijdrage van voldoende gewicht aan delict, faalt het omdat die opvatting geen steun in het recht vindt. Ook v.zv. middel klaagt over bewijsvoering van medeplegen, kan het niet tot cassatie leiden. Hof heeft o.b.v. bewijsmiddelen en in bewijsoverweging opgesomde vaststellingen geoordeeld dat verdachte bij uitvoering van verschillende handelingen die als doel invoer van cocaïne hadden, bewust en nauw heeft samengewerkt met mededaders. Volgens hof was immers sprake van handelen overeenkomstig tevoren gemaakt gezamenlijk plan, met voor elk van mededaders duidelijke rolverdeling. Daarbij was onderlinge afstemming tussen verdachte en mededaders, i.h.b. ook in aan het verzenden voorafgaande fase, cruciaal. Verdachte heeft dus uiteindelijk een voor totstandkoming van strafbaar feit cruciale rol vervuld. Dat oordeel geeft niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Dat verdachte op moment dat cocaïne daadwerkelijk in Nederland werd ingevoerd de hem toebedachte rol, te weten niet deugdelijk controleren en niet onderscheppen van pakket cocaïne, niet heeft uitgevoerd omdat cocaïne abusievelijk is vrijgegeven, doet daaraan niet af. Volgt verwerping.