Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 864
Gedwongen ontheffing van ouderlijk gezag op voet van art. 1:266 en 268 BW; gronden; belang van het kind; duurzame bereidheid kind in pleeggezin te laten opgroeien; art. 8 EVRM en art. 3 juncto art. 20 IVRK. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI5923
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2009
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
08/04490
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BI5923
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI5923, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI5923, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2009
Essentie
Gedwongen ontheffing van ouderlijk gezag op voet van art. 1:266 en 268 BW; gronden; belang van het kind; duurzame bereidheid kind in pleeggezin te laten opgroeien; art. 8 EVRM en art. 3 juncto art. 20 IVRK. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De moeder], wonende te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
De Raad voor de Kinderbescherming, vestiging 's‑Gravenhage, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 13 oktober 2006 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft de Raad voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.