Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 6.11
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
21-06-2011, Stcrt. 2011, 11115 (uitgifte: 30-06-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/91950)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-2011, Stcrt. 2011, 11115 (uitgifte: 30-06-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/91950)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
In het geval, bedoeld in artikel 6.10, eerste lid, verklaart de beoordelaar de aanvrager geschikt of ongeschikt op basis van de keuringseisen en keuringsaanwijzingen, opgenomen in bijlage 6.1. In geval van twijfel kan de beoordelaar de aanvrager oproepen voor een nader onderzoek. Indien nodig kan de beoordelaar de aanvrager doorverwijzen voor een deelonderzoek naar een specialist.
2.
De aanvrager is geschikt als hij naar het oordeel van de beoordelaar voldoet aan de keuringseisen en keuringsaanwijzingen, opgenomen in bijlage 6.1. In dat geval verstrekt de beoordelaar de aanvrager een geneeskundige verklaring, die is vastgesteld volgens het model, opgenomen in bijlage 6.2.
3.
De aanvrager is ongeschikt als hij niet voldoet aan de keuringseisen, opgenomen in bijlage 6.1. In het geval, dat de beoordelaar de aanvrager ongeschikt verklaart, zendt de beoordelaar de aanvrager een verklaring van medische ongeschiktheid, onder mededeling van de mogelijkheid van heronderzoek.
4.
In het geval, bedoeld in het derde lid, zendt de beoordelaar de medisch adviseur scheepvaart nog dezelfde dag de verklaring van medische ongeschiktheid, waarin de reden of redenen tot afkeuring zijn vermeld.
5.
De aanvrager die ongeschikt is verklaard en een heronderzoek wenst, wendt zich tot een scheidsrechter die niet reeds bij de beoordeling van de eigen verklaring was betrokken. Ten aanzien van het heronderzoek zijn de artikelen 6.3, tweede lid, en 6.4 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat het heronderzoek kan bestaan uit het uitsluitend beoordelen van de ter beschikking staande gegevens.
6.
De medisch adviseur scheepvaart doet mededeling van de afkeuring aan de instanties die belast zijn met de afgifte van onderscheidenlijk vaarbewijzen, Rijnpatenten, zeilbewijzen, vrijstellingsbewijzen of dienstboekjes.
7.
De keuringsartsen voor het klein vaarbewijs doen melding van de afkeuring aan de instantie belast met de afgifte van klein vaarbewijzen.