De overeenkomst in het insolventierecht
Einde inhoudsopgave
De overeenkomst in het insolventierecht (R&P nr. InsR3) 2012/3.3.4.2.3:3.3.4.2.3 Conclusies
De overeenkomst in het insolventierecht (R&P nr. InsR3) 2012/3.3.4.2.3
3.3.4.2.3 Conclusies
Documentgegevens:
mr. T.T. van Zanten, datum 14-09-2012
- Datum
14-09-2012
- Auteur
mr. T.T. van Zanten
- JCDI
JCDI:ADS391546:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit het voorgaande komt naar voren dat in situaties waarin op datum faillissement alleen op de schuldenaar een prestatieplicht rust, ontbinding of omzetting in een vordering tot vervangende schadevergoeding voor de wederpartij in de regel geen toegevoegde waarde heeft. Zij kan dan volstaan met de indiening van haar vordering tot nakoming, eventueel in combinatie met een vordering tot aanvullende schadevergoeding.
In sommige gevallen kunnen de waardes van de verschillende contractuele vorderingen wél uiteenlopen, in het bijzonder indien de overeenkomst betrekking heeft op de levering van goederen die aan prijsfluctuaties onderhevig zijn. Heeft de wederpartij de desbetreffende goederen aan de schuldenaar geleverd, dan zijn prijsschommelingen van invloed op de waarde van de vordering tot ongedaanmaking die de wederpartij in geval van ontbinding verkrijgt. Is sprake van een prijsstijging, dan lijkt de regeling van art. 6:278 BW er evenwel in de regel aan in de weg te staan dat de wederpartij die prijsstijging door middel van een ontbinding van het contract verzilvert. Zij doet er om die reden verstandig aan haar vordering tot nakoming in dat geval te handhaven. Indien sprake is van een prijsdaling geldt hetzelfde.
Rust de leveringsplicht op de schuldenaar, dan zijn prijsschommelingen van invloed op de waarde van de vordering van de wederpartij tot nakoming en die tot vervangende schadevergoeding. Doet zich een prijsstijging voor, dan ligt voor de hand dat de wederpartij haar nakomingsvordering omzet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. In geval van een prijsdaling biedt een ontbinding van het contract weliswaar de mogelijkheid de gehele koopprijs terug te vorderen, maar onzeker is of de regeling van art. 6:278 BW de wederpartij dan niet tot bijbetaling verplicht. Is dat het geval, dan ligt handhaving en indiening van een vordering tot nakoming in de rede.