Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake tijdelijke invoer
Artikel 22 Beheerscomité
Geldend
Geldend vanaf 27-11-1993
- Redactionele toelichting
Geconsolideerde tekst zoals bijgewerkt tot de wijziging van 04-03-2008.
- Bronpublicatie:
26-06-1990, Trb. 1991, 182 (uitgifte: 24-12-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
26-06-1990, Trb. 2010, 49 (uitgifte: 12-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-11-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2006, Trb. 2006, 59 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
24-03-2006, Trb. 2006, 59 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Er wordt een Beheerscomité ingesteld dat toeziet op de uitvoering van deze Overeenkomst en dat alle maatregelen ter verzekering van een eenvormige uitlegging en toepassing daarvan, alsmede alle voorgestelde wijzigingen daarop, bestudeert. Het Beheerscomité besluit over de opneming van nieuwe Bijlagen in deze Overeenkomst.
2.
De Overeenkomstsluitende Partijen zijn lid van het Beheerscomité. Het Comité kan besluiten dat de bevoegde administraties van leden, Staten of douanegebieden als bedoeld in artikel 24 van deze Overeenkomst die geen Overeenkomstsluitende Partij zijn, of vertegenwoordigers van internationale organisaties, de vergaderingen van het Comité, wat betreft kwesties die hun aangaan, als waarnemer kunnen bijwonen.
3.
De Raad verschaft het Comité secretariaatsdiensten.
4.
Het Comité kiest bij elke zitting een Voorzitter en een Vicevoorzitter.
5.
De bevoegde administraties van de Overeenkomstsluitende Partijen doen de Raad met redenen omklede voorstellen tot wijzigingen van deze Overeenkomst toekomen, alsook verzoeken tot plaatsing van vraagstukken op de agenda van de vergaderingen van het Comité. De Raad brengt deze onder de aandacht van de bevoegde administraties van de Overeenkomstsluitende Partijen en van de leden, Staten of douanegebieden als bedoeld in artikel 24 van deze Overeenkomst die geen Overeenkomstsluitende Partij zijn.
6.
De Raad roept het Comité bijeen op een door het Comité vastgesteld tijdstip en tevens op verzoek van de bevoegde administraties van ten minste twee Overeenkomstsluitende Partijen. De Raad verspreidt ten minste zes weken voordat het Comité bijeenkomt de ontwerpagenda onder de bevoegde administraties van de Overeenkomstsluitende Partijen en van de leden, Staten of douanegebieden als bedoeld in artikel 24 van deze Overeenkomst die geen Overeenkomstsluitende Partij zijn.
7.
Op grond van het besluit van het Comité, genomen uit hoofde van de bepalingen van het tweede lid van dit artikel, nodigt de Raad de bevoegde administraties van de leden, Staten of douanegebieden als bedoeld in artikel 24 van deze Overeenkomst die geen Overeenkomstsluitende Partij zijn en de betrokken internationale organisaties uit om zich door waarnemers te doen vertegenwoordigen op de vergaderingen van het Comité.
8.
De voorstellen worden in stemming gebracht. Elke op de vergadering vertegenwoordigde Overeenkomstsluitende Partij heeft één stem. Andere voorstellen dan voorstellen tot wijzigingen van deze Overeenkomst worden door het Comité aangenomen met een meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen. Voorstellen tot wijzigingen van deze Overeenkomst worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stern uitbrengen.
9.
Indien artikel 24, zevende lid, van deze Overeenkomst van toepassing is, hebben douane-unies of economische unies die Partij zijn bij deze Overeenkomst bij stemming slechts een aantal stemmen dat gelijk is aan het totaal van de stemmen dat is toegekend aan hun leden die Partij zijn bij deze Overeenkomst.
10.
Voor de sluiting van zijn vergadering neemt het Comité een verslag aan.
11.
Bij gebreke van relevante bepalingen in dit artikel is het reglement van orde van de Raad van toepassing, tenzij het Comité anders beslist.