Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake tijdelijke invoer
Artikel 29 Voorbehouden
Geldend
Geldend vanaf 27-11-1993
- Redactionele toelichting
Geconsolideerde tekst zoals bijgewerkt tot de wijziging van 04-03-2008.
- Bronpublicatie:
26-06-1990, Trb. 1991, 182 (uitgifte: 24-12-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
26-06-1990, Trb. 2010, 49 (uitgifte: 12-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-11-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2006, Trb. 2006, 59 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
24-03-2006, Trb. 2006, 59 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Een Overeenkomstsluitende Partij die een Bijlage aanvaardt wordt geacht alle bepalingen daarvan te aanvaarden, tenzij zij op het tijdstip van aanvaarding van de Bijlage of op enig tijdstip daarna de depositaris te kennen geeft ten aanzien van welke bepalingen zij een voorbehoud maakt, voor zover in deze mogelijkheid is voorzien in de desbetreffende Bijlage, waarbij zij de verschillen aangeeft tussen de bepalingen van haar nationale wetgeving en de betrokken bepalingen.
2.
Elke Overeenkomstsluitende Partij toetst ten minste eenmaal per vijf jaar de bepalingen ten aanzien waarvan zij een voorbehoud heeft gemaakt, vergelijkt deze met de bepalingen van haar nationale wetgeving en stelt de depositaris in kennis van de resultaten van deze toetsing.
3.
Elke Overeenkomstsluitende Partij die een voorbehoud heeft gemaakt kan dit, op enig tijdstip, geheel of gedeeltelijk intrekken door middel van een kennisgeving aan de depositaris, waarin zij de datum aangeeft waarop deze intrekking van kracht wordt.