Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1033
Veroordeling wegens opiumwetdelicten en witwassen. Falende bewijsklachten witwassen, waaronder de klacht dat uit de aangetroffen leningovereenkomsten niet kan worden afgeleid dat sprake is geweest van een voorwerp (in dit geval geldbedragen) afkomstig uit enig misdrijf. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1509
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/01031
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1509, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:750, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
Essentie
Veroordeling wegens opiumwetdelicten en witwassen. Falende bewijsklachten witwassen, waaronder de klacht dat uit de aangetroffen leningovereenkomsten niet kan worden afgeleid dat sprake is geweest van een voorwerp (in dit geval geldbedragen) afkomstig uit enig misdrijf. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/01031
Datum 12 oktober 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 5 maart 2020, nummer 20-000786-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de verdachte.