RvdW 2020/853:Poging tot doodslag, meermalen gepleegd (art. 287 Sr), opzettelijke brandstichting (art. 157 lid 2 Sr) en vernieling, meermalen gepleegd (art. 350 lid 1 Sr) door verdachte begaan nadat hij door gebruik van amfetamine en wodka in psychose met paranoïde wanen is geraakt. Art. 39 Sr en culpa in causa. De opvatting dat feiten slechts dan aan verdachte zouden kunnen worden toegerekend als hij wist dan wel moest weten dat gebruik van amfetamine en wodka psychotische stoornis zou kunnen veroorzaken en voorts ook concreet gevolg daarvan (plegen van onderhavige strafbare feiten) redelijkerwijs voorzienbaar was, vindt geen steun in het recht. Terecht oordeel hof dat feiten in verminderde zin aan verdachte kunnen worden toegerekend. Omstandigheid dat invloed van door verdachte ingenomen middelen verderstrekkend is geweest dan hij had voorzien, maakt dat niet anders.